Descargar Imprimir esta página

Snapper RTX102 Manual Do Utilizador página 265

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 297
Gebruik alleen brandstof volgens de specificaties in de gebruikershandleiding van de motor. Defecten die veroorzaakt worden door
gebruik van onjuiste brandstof vallen niet onder de garantie.
Vul de brandstoftank alleen wanneer de motor is uitgeschakeld en de motor koud is. Vul de brandstoftank in een goed geventileerde
ruimte.
Eet en rook niet en gebruik geen open vuur wanneer u met brandstoffen werkt.
Gebruik voor het vullen van de brandstoftank een geschikte trechter.
Houd u aan het maximaal toegestane peil voor de brandstoftank, d.w.z. het brandstofpeil staat onder in de vulopening. Vul de
brandstoftank nooit tot boven dit maximale niveau.
Let erop dat u bij het vullen van de tank geen brandstof morst. Gemorste brandstof kan gemakkelijk vlam vatten. Als u brandstof
morst, veeg de gemorste brandstof dan grondig droog.
Bewaar brandstof altijd buiten het bereik van kinderen.
De motor mag niet worden gestart als de tankdop niet vast zit.
Procedure voor het tanken van brandstof:
► Open de dop van de brandstoftank. Open deze langzaam want er kan overdruk in de
brandstoftank heersen die wordt veroorzaakt door benzinedampen.
► Plaats een trechter in de opening van de brandstoftank en begin de brandstof uit de
voorraadtank te gieten. Het brandstofniveau mag onder geen enkele voorwaarde hoger
uitkomen dan de onderzijde van de vulopening.
► Veeg na het vullen van de brandstoftank altijd het gebied rond de opening van
de brandstoftank droog en ook de opening van de brandstoftank zelf. U kunt het
brandstofniveau aflezen aan de strepen.
U wordt geadviseerd de brandstoftank regelmatig schoon te maken omdat onzuiverheden in
de brandstof kunnen leiden tot storingen van de motor.
3.7.4 DE BANDENSPANNING CONTROLEREN
Controleer de bandenspanning, voordat u de maaier in gebruik neemt.
De luchtdruk in de banden voor en achter moet tussen 80 - 140 kPa liggen.
Het verschil in bandenspanning mag ± 10 KPa zijn.
Overschrijd niet de maximale bandenspanning die op de banden staat vermeld.
3.7.5 DE MACHINE VAN DE PALLET AFRIJDEN
Na alle montagewerkzaamheden en inspecties te hebben uitgevoerd, in de voorgaande hoofdstukken aangegeven, kan de maaier
van de pallet gereden worden. Zorg daartoe voor geschikte oprijplaten die voor de voorwielen van de maaier geplaatst worden.
-
Start de maaier volgens 5.2 DE MOTOR STARTEN en rij de maaier langzaam en voorzichtig van de pallet. Rijden met de
maaier, zie hoofdstuk 5.5 RIJDEN MET DE MAAIER.
-
Het is ook mogelijk om de maaier van de pallet te rijden zonder hem op te starten. Daarvoor is het nodig de achterwielaandrijving
uit te schakelen. Voor nadere bijzonderheden, zie 4.2 BESCHRIJVING EN FUNCTIES VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN /
(17) EN (18) BYPASSHENDEL: VRIJE BEWEGING VAN DE ACHTERWIELEN.
Als u besluit om met de bypass van de pallet af te rijden, moet u goed opletten dat de maaier niet versnelt als deze de oprijplaten
afrijdt en tegen mensen of apparatuur in de ruimte botst.
265
MAX
80 - 140 kPa

Publicidad

loading

Este manual también es adecuado para:

Rtx1222692056-002692057-00