Machine Translated by Google
Laat de snelheidshendel los en
schakel de motor in
Schakel de voeding in en de
motor draait
Tijdens het remmen blijft de
motor constant draaien
Tijdens het rijden wordt de automatische
stroom uitgeschakeld
De verlengingsduur is kort
De batterij kan niet worden
opgeladen
4. Behandeling van de staat van remstoring:
Het falen van de remmen zal tot veiligheidsrisico's leiden, vooral bij het bergafwaarts glijden, wat
gevoelig is voor ongelukken. Daarom moet de gebruiker de remprestaties controleren voordat hij gaat
rijden, als de remstoring zich onmiddellijk moet aanpassen, of een professional vragen om zich aan
te passen aan de beste omstandigheden. Als de rem niet meer werkt tijdens het rijden, rijd dan met
een zeer lage snelheid. In dat geval dient u vooraf te remmen en zo snel mogelijk contact op te nemen
met de onderhoudsafdeling om het doel van veilig fietsen te bereiken.
fout van de snelheidsregelaar of de controller; 4.
Motorfout.
1. Controleer of de snelheidsregelaar beschadigd
is; 2. De
lijnplug-in (lijn) contactstoornis; 3. Anders kan dit
worden beschouwd als een gedeeltelijk falen van de
verwerkingsverantwoordelijke.
1. Controleer of de snelheidsregelaar beschadigd
is; 2. De
lijnfout van het snelheidsregelsysteem; 3. Anders
kan dit worden beschouwd als een gedeeltelijk falen
van de verwerkingsverantwoordelijke.
1. Controleer of de remuitschakelaar beschadigd is; 2. De
lijnplug-in
(lijn) contactstoornis.
1. Controleer of het onderspanningsbeveiligingscircuit
werkt.
1. Of de batterij lange tijd is geplaatst of verouderd is en
de energie onvoldoende is; 2. Controleer of de
bandenspanning onvoldoende is; 3. Controleer of
de rem harde
wrijving heeft; 4. Of de omgevingsfactoren, zoals sterke
wind, lage temperatuur, enz.
1. Controleer of de lader goed is aangesloten op de voeding
en de accu; 2. Controleer of de zekering
gezekerd is; 3. Anders kan dit worden
beschouwd als een gedeeltelijke fout van de lader.
- 10 -