wordt de piëzo-ontsteker van de controlebrander geactiveerd). Houd de knop nog 10 seconden
ingedrukt in deze positie totdat de waakvlambrander ontsteekt (als de waakvlam niet ontsteekt,
herhaal dan de procedure onmiddellijk terwijl u de knop tegelijkertijd ingedrukt houdt).
3. Zodra de waakvlambrander is ontstoken, laat u de knop los en draait u deze verder linksom naar de
ON -positie (hierdoor wordt ook de gasstroom naar de hoofdbrander gestart).
Het apparaat uitschakelen:
1. Draai de ON/OFF -knop A rechtsom totdat deze stopt in de PILOT-positie.
2. Druk lichtjes op de knop en blijf hem rechtsom draaien
van de PILOT-positie naar de OFF-positie.
De procedure voor het ontsteken van de controlebrander kan worden herhaald zodra het thermo-
koppel van de controlebrander voldoende is afgekoeld (de periode tot het afkoelen kan variëren
afhankelijk van het gebruikte type thermokoppel). Nadat het apparaat volledig is uitgeschakeld, kan
het na ongeveer 1 minuut (de tijd die het thermokoppel nodig heeft om af te koelen) opnieuw worden
ontstoken.
Vlam-/gasstroomaanpassing:
De vlam wordt aangepast met behulp van de "Temperatuurknop B".
Om de vlam en het vermogen van het apparaat aan te passen, draait u de temperatuurknop B hand-
matig tegen de klok in (de vlam verhogen) of met de klok mee (de vlam verlagen). Om de gasstroom
naar de hoofdbrander volledig af te sluiten, moet ON/OFF-knop A naar de PILOT-positie worden ge-
draaid.
Afb. 12. Schema van de GV32-controller
426