5.19.2 Toerentallen van de ventilator
selecteren ("01")
1.
Toets MODE indrukken, om "01" in
het temperatuurweergavebereik op
het display van de kabelgebonden
thermostaat te kiezen.
2.
Keuzetoets indrukken, om de confi-
guratiestatus, die in het timer-gebied
wordt getoond, te selecteren:
◁
01: drie lage toerentallen van de
ventilator.
◁
02: drie hoge toerentallen van de
ventilator.
5.19.3 Statische drukcurven kiezen
("02")
1.
Toets MODE indrukken, om "02" in
het temperatuurweergavebereik op
het display van de kabelgebonden
thermostaat te kiezen.
2.
Keuzetoets indrukken, om de confi-
guratiestatus, die in het timer-gebied
wordt getoond, te selecteren:
◁
01: Niet beschikbaar
◁
02: Niet beschikbaar
◁
03: Keuze statische druk P03: 0
Pa.
◁
04: Keuze statische druk P04: 15
Pa.
◁
05: Keuze statische druk P05: 25
Pa (standaard instelling)
◁
06: Keuze statische druk P06: 35
Pa.
◁
07: Keuze statische druk P07: 60
Pa.
◁
08: Niet beschikbaar
◁
09: Niet beschikbaar
Aanwijzing
De statische drukcurven zijn
in het installatiehandboek gra-
fisch weergegeven.
8000011852_01 Gebruiksaanwijzing
5.20 Configuratie van de extra
functies bevestigen
▶
Door indrukken van de toets
SWING/ENTER neemt u de gekozen
veranderingen over en verlaat u het
menu extra functies.
◁
Wanneer de toets SWING/ENTER
niet wordt ingedrukt en gedurende
meer dan 20 seconden geen inter-
actie met de thermostaat is, keert de
thermostaat automatisch terug naar
de uitgeschakelde toestand en de
nieuwe configuraties worden niet op-
geslagen.
6 Onderhoud
6.1 Onderhoud
Voor de continue gebruiksveiligheid, be-
trouwbaarheid en lange levensduur is een
jaarlijkse inspectie/jaarlijks onderhoud van
het product door een erkende installateur
noodzakelijk.
6.2 Product onderhouden
▶
Reinig de mantel met een vochtige
doek en een beetje oplosmiddelvrije
zeep.
▶
Gebruik geen sprays, geen schuurmid-
delen, afwasmiddelen, oplosmiddel- of
chloorhoudende reinigingsmiddelen.
6.3 Binnenunit reinigen
1.
Veeg de mantel van de binnenunit
met een zachte, droge doek af.
2.
Reinig de mantel bij hardnekkigere
verontreinigingen met water en een
neutraal reinigingsmiddel.
– Houd de binnenkant van de binnen-
unit vrij van reinigingsmiddelen.
169