▸
Trillingen kunnen tot schade aan zenuwen en
bloedtoevoer van handen en armen leiden.
▸
Draag bij koude omstandigheden warme kleding
en houd uw handen warm en droog.
▸
Constateert u een doof gevoel, tinteling, pijn of
het lichter worden van de huid van vingers en
handen, bezoek dan een gekwalificeerde arts en
informeer deze over alle uitgevoerde activiteiten.
▸
Bedien en onderhoud het gereedschap zoals
aanbevolen in deze handleiding, om een onno-
dige toename van het trillingsniveau te vermijden
▸
Houd het gereedschap vast met een lichte, maar
stevige greep, want het gevaar voor trillingen is
over het algemeen hoger als bij het grijpen meer
kracht wordt gebruikt.
▸
Wordt een bediener langdurig blootgesteld aan
gereedschapstrillingen, bestaat het gevaar dat
de bediener wordt blootgesteld aan herhalende
belastingen.
Extra veiligheidsaanwijzingen voor
gasaangedreven apparaten
▸
Gasaangedreven apparaten mogen uitsluitend
worden gebruikt met brandstofcellen, die zijn
opgegeven in de technische gegevens.
▸
Wees voorzicht bij het gebruik van gasaan-
gedreven apparaten, omdat ze heet kunnen
worden, waardoor uw grip en controle negatief
wordt beïnvloed.
▸
Gebruik gasaangedreven apparaten uitsluitend in
geventileerde ruimten.
▸
Vloeibaar brandbaar gas, dat in contact komt
met de huid, kan leiden tot letsel.
▸
Zorg dat brandbare materialen niet worden bloot-
gesteld aan hete uitlaatgassen.
▸
Gebruik gasaangedreven apparaten niet in om-
gevingen met explosiegevaar, omdat de vonken
in het apparaat brand of een explosie kunnen
veroorzaken.
▸
Bij gasaangedreven apparaten kan tijdens
normaal bedrijf een geringe hoeveelheid gas
vrijkomen.
▸
Gastanks moeten zijn gemarkeerd volgens het
vereiste transportvoorschrift.
Veiligheidsaanwijzingen voor de
brandstofcel
▸
Behandel de brandstofcel zorgvuldig en con-
troleer deze op beschadigingen. Beschadigde
Veiligheidsaanwijzingen
▸
▸
▸
▸
▸
▸
▸
▸
▸
▸
▸
Veiligheidsaanwijzingen voor laadappa-
raat en accu
▸
▸
▸
▸
brandstofcellen kunnen exploderen en letsel
veroorzaken.
De aanwijzingen op de brandstofcel altijd lezen
en opvolgen.
Bewaar de brandstofcel in een goed geventi-
leerde ruimte.
Stel de brandstofcel niet bloot aan direct zonlicht.
Laat de brandstofcel niet achter in een voertuig
of in de kofferruimte, waar de temperatuur kan
stijgen. Anders kunnen ze exploderen. Ook een
verbruikte lege brandstofcel bevat nog brandbaar
drijfgas, dat kan uitzetten en een reservoir kan
laten exploderen.
De brandstofcel opslaan bij een omgevingstem-
peratuur van maximaal 40 °C.
De brandstofcel bevat brandbaar gas onder
druk. Wordt hij blootgesteld aan temperaturen
boven 40 °C, kan het gas vrijkomen of kan hij
exploderen en brand veroorzaken.
Adem het gas niet in.
Verbrand of recycle lege brandstofcellen niet.
Spuit het gas nooit op het menselijk lichaam.
Verwijder de rubberplug alleen voor afvoer van
de onderzijde van de brandstofcel.
Maak geen gat in de brandstofcel, bijv. door er
met een hamer een spijker in te slaan.
Gebruik voor het gereedschap alleen de opge-
geven accu. Sluit het apparaat nooit aan op een
stroombron of een andere oplaadbare accu, een
droge cel of een accu voor motorvoertuigen. Het
negeren hiervan kan leiden tot breuk, storingen,
oververhitting of brand.
Het opladen moet gebeuren met het opgegeven
laadapparaat. Gebeurt het opladen met een
ander laadapparaat, kunnen storingen ontstaan
of kan het apparaat worden beschadigd, ont-
steken of warmte veroorzaken.
Laad de accu alleen op met de opgegeven span-
ning. Gebruik voor het opladen nooit een andere
dan de opgegeven spanning. Het negeren
hiervan kan leiden tot brand of warmteontwikke-
ling.
Gebruik voor het opladen van de accu geen
transformatoren, zoals boosters, motorgene-
ratoren of gelijkstroombronnen. Het negeren
hiervan leidt tot een storing of een diepontlading
van het laadapparaat.
115