Descargar Imprimir esta página

Stiga SRSW01 Manual De Instrucciones página 45

Ocultar thumbs Ver también para SRSW01:

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 49
2.3.2. INSTALLATIE LAADSTATION
Installeer het laadstation in lijn met de perimeterdraad zodat
de robot er toegang toe heeft door met de klok mee langs de
perimeterdraad te rijden.
1. Controleer de installatievereisten zoals aangegeven in Par. 2.2.
2. Bereid indien nodig de grond voor zodat het oppervlak van
het laadstation gelijk is met het gazon, de grond moet perfect
vlak en compact zijn om vervorming van het oppervlak van het
laadstation te voorkomen.
3. Verwijder het deksel (Afb. 8.C).
4. Plaats het laadstation in lijn met de perimeterdraad (Afb. 8.D2)
zodat de robot er toegang toe heeft door met de klok mee langs
de perimeterdraad te rijden.
5. Steek de twee uiteinden van de kabel in de daarvoor bestemde
doorgangen (Afb. 8.E2).
6. Snijd de uiteinden van de kabels op maat.
7. Breng de zelfborende connectoren aan op de kabel
(Afb. 9.F),(Afb. 9.G),(Afb. 9.H).
8. Verbind de connectoren met de klemmen (Afb. 8.I).
9. Bevestig het laadstation (Afb. 10.L) op de grond met de
borgschroeven (Afb. 10.M).
10. Herplaats het deksel (Afb. 10.C).
11. Sluit de voeding aan op het laadstation en schroef de
connector vast.
12. Verbind de stekker van de voedingseenheid aan het
stopcontact.
13. Controleer of wanneer de robotmaaier niet in het laadstation
staat, het indicatielampje op het laadstation (Afb. 10.N) met
vast licht brandt (zie Hfst. 3.3).
2.4. ROBOTMAAIER OPLADEN NA DE INSTALLATIE
De accu's moeten bij de eerste keer opladen minimaal 2 uur
opgeladen blijven.
2.5. INSTELLINGEN VAN HET PRODUCT
De automatische werking van de robotmaaier vereist een reeks
instellingen die kunnen worden gemaakt via een mobiel apparaat
(smartphone), iOS of Android met de geïnstalleerde "STIGA
GO" -app.
OPMERKING: Raadpleeg de Uitgebreide Handleiding
voor een meer gedetailleerde beschrijving van de
beschikbare functies.
3.
WERKING
3.1. HANDMATIGE WERKING VAN DE ROBOTMAAIER
De robotmaaier kan worden gebruikt zonder de beschreven
programmering uit te voeren (Zie Par. 2.5). In deze modus voert
de robotmaaier een werkcyclus uit, keert terug naar het laadstation
en blijft daar tot de volgende handmatige start.
1. Plaats de robotmaaier op het laadstation of in ieder geval
binnen de perimeter van de installatie.
2. Druk op de "STOP" -knop (Afb. 1.A) om het deksel te openen
(Afb. 1.B) en toegang te verkrijgen tot het bedieningspaneel
(Afb. 1.C).
3. Druk op de "ON/OFF" -knop (Afb 1.E) gedurende 5 seconden
om de robotmaaier in te schakelen.
4. Druk op de knop "SELECTIE ' MODUS" (Afb.1.F), tot enkel het
pictogram knippert (Afb. 1.L).
5. Druk op de knop "BEVESTIGEN" (Afb. 1.G). Het icoon (Afb. 1.L)
gaat vast branden om de actie te bevestigen.
6. Sluit de kap (Afb. 1.B). De robotmaaier begint te werken.
NL
OPMERKING: deze modus garandeert mogelijk geen
voldoende dekking van de tuin, zowel in termen van
benodigde tijd als in termen van gelijkmatigheid van het
maairesultaat, vooral als de tuin een onregelmatige vorm
heeft. Om een maximale efficiëntie van de robotmaaier
te bereiken, wordt aanbevolen de programmering uit te
voeren (zie Par. 2.5).
3.2. BESCHRIJVING VAN DE COMMANDO'S OP DE
ROBOTMAAIER
Lijst met commando's, indicatoren en hun functie:
• "STOP" -knop (Afb 1.A): wordt gebruikt voor de veiligheidsstop
van de robotmaaier.
• "CONTACTSLEUTEL" (Afb. 1.D): wordt gebruikt voor de
veiligheidsstop van de robotmaaier.
• Knop "ON/OFF" (Afb. 1.E): dient om de robotmaaier in- en
uit te schakelen.
• Knop "SELECTIE MODUS" (Afb. 1.F): het wordt gebruikt om
de bedrijfsmodus van de robotmaaier te selecteren en om de
terugkeer naar het oplaadstation te forceren.
• Knop "BEVESTIGEN" (Afb. 1.G): wordt gebruikt om de
ingestelde bedrijfsmodus te bevestigen.
• Verlicht icoon "GEPLAND PROGRAMMA" (Afb. 1.I): het wordt
gebruikt om de instelling van het geplande programma te
bekijken.
• Het verlicht pictogram "ENKELE WERKCYCLUS" (Afb.1.L):
wordt gebruikt om de instelling van de enkele werkcyclus
weer te geven.
• Verlicht icoon "TERUGKEER NAAR BASIS" (Afb. 1.H): wordt
gebruikt om de instelling van de geforceerde terugkeer van de
robotmaaier naar het laadstation weer te geven.
• "BLUETOOTH" -knop (Afb. 1.M): wordt alleen gebruikt door het
servicecentrum voor diagnostische activiteiten.
• Verlicht icoon "ALARM" (Afb. 1.N): dient voor d weergave van
de alarmstatussen.
• Verlicht icoon "ACCU" (Afb. 1.O): dient voor de weergave van
de lading van de accu.
OPMERKING: Raadpleeg de Uitgebreide Handleiding
voor een meer gedetailleerde beschrijving van de
bovenstaande commando's.
3.3. WERKING VAN HET LAADSTATION
Het laadstation is voorzien van een indicatielampje (Afb. 10.N) dat
gaat branden in functie van de volgende situaties:
• Licht uit: het laadstation krijgt geen stroom of de robot bevindt
zich in het laadstation.
• Indicator met vast licht: de perimeterdraad is correct
aangesloten op het laadstation en het perimetersignaal wordt
correct verzonden.
• Langzaam knipperend licht: de perimeterdraad is niet
aangesloten of is onderbroken.
• Snel knipperend licht: de perimeterdraad is te kort of er is een
storing in het laadstation.
3.4. ACCU OPLADEN
Met de procedure "ACCU OPLADEN" kunt u de robotmaaier
handmatig opladen.
1. Plaats de maairobot op het laadstation (Afb. 11.R).
2. Laat de robotmaaier op het laadstation lopen tot de
oplaadconnector vastzit (Afb. 11.S).
3. Druk op de "STOP" -knop (Afb. 11.A) om het deksel te openen
(Afb. 11.B) en toegang te verkrijgen tot het bedieningspaneel
(Afb. 11.C).
38

Publicidad

loading

Este manual también es adecuado para:

Srbw01