Weergave-instrument
9
Kabel potentiaalvereffening
10
Vergrendeling zuigkop
11
Kabel potentiaalvereffening
12
Bufferslang
13
Toebehorenhouder
14
Inbedrijfstelling
Afbeeldingen, zie pagina's met grafieken
1. Het apparaat in de werkpositie plaatsen.
2. Indien nodig het apparaat met de par-
keerrem beveiligen.
3. Controleren of de zuigkop correct is ge-
plaatst.
4. De zuigslang in de zuigslangaansluiting
steken.
Instructie
De slangdiameter DN50 is alleen toege-
staan voor apparaten met de vermogens-
varianten 3,0 kW en 4,0 kW. Met 1,5 kW
slangdiameter DN40.
Afbeelding B
5. Het gewenste toebehoren op de
zuigslang steken.
Werking
Afbeelding, zie pagina's met schema's
1. De netstekker in het stopcontact steken.
2. Het apparaat met de apparaatschake-
laar inschakelen.
Afbeelding C
3. Het zuigen begint.
Zuigproces
Afbeeldingen, zie pagina's met grafieken
Afbeelding D
Inrichting
1
Zuigslang
2
Toebehorenhouder
3
Sproeier
4
1. Het apparaat inschakelen.
2. De zuigslang uit de inrichting nemen.
3. Verwijder het juiste mondstuk uit de ac-
cessoirehouder en steek deze op de
zuigslang.
4. Zuig het zuigmateriaal op.
5. Verwijder het mondstuk van de
zuigslang en steek deze in de accessoi-
rehouder.
6. Plaats de zuigslang op de inrichting.
7. Het apparaat uitschakelen.
Afbeeldingen, zie pagina's met grafieken
Instructie
Reinig het filter regelmatig om verlies van
zuigkracht te voorkomen.
Afbeelding E
1. Beweeg de filterreinigingshendel enkele
keren heen en weer om het filter te reini-
gen.
Minimale volumestroom aflezen
Aan de voorzijde van het apparaat is een
weergave-instrument gemonteerd, dat de
zuigonderdruk in het apparaat weergeeft.
(Zie hoofdstuk Beschrijving apparaat)
De tabel toont de waarde van de maximale
zuigonderdruk. De waarde is afhankelijk
van de prestaties van het apparaat en de
gebruikte zuigslang.
LET OP
Zuigverlies
Als de opgegeven waarde wordt overschre-
den, daalt de luchtsnelheid in de zuigslang
onder 20 m/s.
Reinig het zakfilter uiterlijk, als de waarde is
bereikt.
Vervang het zakfilter, als de waarde niet
aanzienlijk wordt verlaagd door te reinigen.
(zie hoofdstuk Het zakfilter vervangen)
Vermo-
Slangdiame-
gen
ter
1,5 kW DN40
3,0 kW DN40
3,0 kW DN50
4,0 kW DN40
4,0 kW DN50
Reinig het filter uiterlijk bij de aangege-
ven waarde.
Afbeeldingen, zie pagina's met grafieken
1. Het apparaat uitschakelen en van de
voeding loskoppelen.
Nederlands
Stoffilter reinigen
Waarde
126 mbar
(12,6 kPA)
200 mbar (20 kPa)
150 mbar (15 kPa)
226 mbar
(22,6 kPa)
216 mbar
(21,6 kPa)
Opvangbak legen
53