NOTA: De kop/fles/overbrengingsbuis groep kan hoge temperaturen bereiken. Let op als u in de nabijheid
van deze onderdelen werkt, en raak ze niet aan om brandwonden te vermijden (fig. 18 - 19).
OPGELET
De elektrocompressoren moeten verbonden zijn met een stopcontact beschermd met een aangepaste
gedifferentieerde schakelaar (thermische onderbreker). De motor van de meeste compressoren modellen (niet
PSV/BULLDOG) is voorzien van een automatische thermische onderbreker aan de binnenkant van de
wikkeling, die de compressor stilzet als de temperatuur van de motor te hoge waarden bereikt (180°C). Als
de onderbreker in werking treedt, start de compressor automatisch na 10 - 15 minuten opnieuw op. De
motoren van de compressoren modellen PSV/BULLDOG zijn voorzien van een amperometrische,
automatische, thermische onderbreker met manuele herbewapening, aan de buitenkant van het deksel
klemmenbord. Als de thermische onderbreker in werking treedt, moet u enkele minuten wachten, en dan met
de hand de onderbreker terugzetten (fig. 20).
REGELING VAN DE WERKINGSDRUK (fig. 23)
Het is niet nodig steeds de maximum werkingsdruk te gebruiken, meestal heeft het pneumatische
gereedschap zelfs minder druk nodig. Bij de compressoren voorzien van een drukreductiemachine is het
nodig de werkingsdruk goed af te stellen.
Zet de hendel van de drukreductiemachine los door hem naar boven te trekken, stel de druk in op de
gewenste waarde door de hendel met de wijzers van de klok mee te draaien om ze te verhogen, en tegen de
wijzers van de klok om ze te verlagen. Als de optimale druk is bereikt, zet u de hendel vast door hem naar
beneden te drukken (fig. 23). Bij de drukreductiemachines geleverd zonder manometer is de ijkingsdruk
zichtbaar op de gegradueerde schaal op het lichaam van de reductiemachine zelf.
Bij de drukreductiemachines voorzien van manometer is de druk zichtbaar op de manometer zelf.
LET OP: Sommige drukverlagers zijn niet voorzien van een "push to lock", zodat u alleen aan de knop hoeft
te draaien om de druk af te stellen.
ONDERHOUD
Voor elk onderhoud van de compressor moet u zich ervan vergewissen dat:
- De algemene lijnschakelaar in de "0" stand staat.
- De drukregelaar en de schakelaars op de centrale uitgeschakeld zijn, in de "0" stand.
- De luchttank ontladen is van alle druk. We raden aan elke 50 werkingsuren de opzuigfilter te demonteren en
het filterelement schoon te maken door het uit te blazen met samengeperste lucht (fig. 24).
Het is raadzaam het filterelement minstens eenmaal te vervangen als de compressor in een schone
omgeving werkt; en vaker als de omgeving waarin de compressor staat, stoffig is.
Het is nodig het condenswater van de tank minstens eenmaal per week weg te doen door het afvoerkraantje
(fig. 26) onder de tank open te doen. Let op als er samengeperste lucht binnenin de fles zit, het water zou er
met veel kracht kunnen uitkomen. Aangeraden druk: 1-2 bar max.
Het condenswater van de compressor gesmeerd met olie mag niet weggeworpen worden in de riool of
verspreid worden in het milieu omdat het olie bevat.
SMEREN VAN DE LAGERS
Alle lagers worden gesmeerd met levenslang vet behalve het rolomhulsel op het verbindingsstuk van de PSV-
eenheden. Dit moet u elke 1500 werkingsuren wassen met oplosmiddel en opnieuw smeren met "Kluber
Barrierta L 55/2" vet (wit vet). Het vet moet de plekken tussen de rollers helemaal vullen. Overvloedig vet
wordt in de beginuren van de werking uitgestoten.
VERVANGING OLIE - BIJVULLEN OLIE
De compressor is geleverd met synthetische olie "SAE 5W50".
Binnen de eerste 100 werkingsuren is het raadzaam de olie van het pompsysteem volledig te vervangen.
Schroef de afvoerdop op het carter-deksel los, laat alle olie eruitlopen, schroef de dop terug vast (fig. 27).
Giet de olie in het bovenste gat van het carter-deksel (fig. 29) tot het niveau aangeduid op de stok (fig. 9)
bereikt wordt.
Controleer elke
week het olieniveau van het pompsysteem (fig. 9) en vul het indien nodig bij. Voor een
werking bij omgevingstemperatuur van -5°C tot + 40°C moet u synthetische olie "SAE 5W50" gebruiken. De
synthetische olie heeft het voordeel dat ze haar kenmerken niet verliest, noch in de winterperiode noch in de
zomerperiode. De gebruikte olie mag niet in de riool geworpen worden of verspreid worden in het milieu.