Productfunctie; Hoofdfiltratie; Controlefilter; Explosiebeveiliging - Nederman FlexFilter EX Manual De Instrucciones

Productfunctie

Hoofdfiltratie

Het filtratieproces is beschreven in de volgende stap 1-5
(zie foto nr. 5).
1 . De inlaatmodule scheidt de grove deeltjes .
2 . De grove deeltjes gaan door de kegel .
3 . De grove deeltjes naar beneden vallen in de bak .
4 . Fijne stofdeeltjes volgen de opgaande luchtstroom
door de filtereenheid. De deeltjes worden geschei-
den op de buitenzijde van de filterzakken. Een lange
spiraalveer in elk filterzak verhindert afvlakking
aangezien er lucht van buiten naar binnen door de
zak gaat.
5 . De gefilterde lucht verlaat de collector.
6 . De gefilterde lucht gaat verder door de controlefilter.
Het drukverlies neemt toe naarmate er meer fijn stof neer-
slaat op de filterzakken. Tijdens het reinigen van de filter
wordt een deel van het stof losgemaakt en valt het naar
beneden in de opvangmodule . Het is niet wenselijk om
al het stof los te maken. Een bepaalde hoeveelheid fijne
deeltjes op de filterzakken verbetert de scheiding van de
deeltjes in vergelijking met propere zakken.
Verschillende soorten stof hebben zeer verschillende ei-
genschappen . Sommige soorten stof kunnen gemakkelijk
gereinigd worden van de filterzakken, terwijl andere een
krachtigere reiniging vereisen .
FlexFilter EX met standaard filterreiniging maakt gebruik
van zijn eigen vacuüm om een korte luchtstroom naar
achteren te genereren door de filterzakken. Een cilinder
met perslucht in de bovenste module opent een schijfklep
zodat buitenlucht in de collector kan gaan om het vacuüm
dat opgeslagen is binnenin de collector te neutraliseren .
Hoe hoger het vacuüm en hoe groter het aangesloten lei-
dingsysteem, hoe meer lucht naar achteren zal stromen
door de filterzakken en hoe doeltreffender de reiniging zal
zijn.

Controlefilter

De FlexFilter EX is uitgerust met een controlefilter. De
controlefilter filtert de lucht na de hoofdfilter om ervoor
te zorgen dat er geen materiaal naar de afzuigbron blijft
gaan in geval van een breuk in de hoofdfilter. De controle-
filter werkt als een veiligheidsvoorziening en verhoogt de
doeltreffendheid van de filtratie niet.
De drukval over de controlefilter wordt gecontroleerd, en
er wordt een signaal verstuurd naar de controle-eenheid
als de ingestelde waarde overschreden wordt . Het
drukverschil wordt vooraf ingesteld op 4 kPa / 40 mbar /
0,58 PSI. De drukschakelaar bevindt zich in de schakel-
kast (zie foto nr. 17 / 2).
FlexFilter EX
De verschillende onderdelen van de controlefilter (zie foto
nr. 6) zijn:
1 . Inlaat
2 . Uitlaat
3 . Behuizing
4 . Vacuüm meetpunt (+)
5 . Vacuüm meetpunt (-)
6 . Aardingskabel
7 . Dekselhouders (x4)
8 . Framebeugel
9 . Filterpatroon

Explosiebeveiliging

Het CE- en ATEX-keurmerk op de FlexFilter EX ga-
randeert zowel een hoog niveau van veiligheid als een
bescherming tegen ontsteking van mogelijke explosieve
omgevingen . Als er echter een explosie plaatsvindt als
gevolg van onjuist gebruik, onvoldoende onderhoud of
een verkeerde installatie, is de FlexFilter EX uitgerust met
extra beveiliging om accumulatie van gevaarlijke druk in
het filter te vermijden.
De FlexFilter EX is uitgerust met ofwel een explosie-
drukontlastingspanel, ofwel een explosieonderdrukkings-
systeem .
De onderdrukkingsysteem wordt normaal gesproken
enkel gebruikt als ontluchting onmogelijk is als gevolg
van de plaatsing van de filter, gevaarlijke eigenschappen
van het materiaal of daaruit volgend gebied met verhoogd
brand- of drukgevaar .

Methode 1: Explosiedrukontlasting

De schadelijke gevolgen van een explosie worden tot een
minimum beperkt door afzuiging van de druk en de vlam
van de explosie via een drukontlastings paneel . In geval
van een explosie ontsnapt de daaruit voortvloeiende vlam
en druk uit het drukontlastings paneel dat naar een veilig,
onbemand gebied gebracht moet worden . Dit gebied
wordt aangeduid als het "risicogebied" .
Het risicogebied moet duidelijk afgebakend worden, bij-
voorbeeld met een hek, waarschuwingslijnen en tekens,
en het moet verboden terrein zijn gedurende de periode
waarin de filter in werking is. Het gebied moet vrij zijn
van brandbare of ontvlambare stoffen of andere zaken
die beschadigd kunnen worden door de vlammen en
explosie druk .
NL
205