Persluchtinstallatie; Pneumatische Componenten; Vereisten; Installatie - Nederman FlexFilter EX Manual De Instrucciones

Ocultar thumbs Ver también para FlexFilter EX:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 79
NL

Persluchtinstallatie

Pneumatische componenten

Foto nr. 20, 21 tonen het pneumatische stroomschema
met de volgende componenten .
1 .
Verbindingsrelais
2 .
Relais
3 .
Reinigingsklep van relais (SCV)
4 .
Reinigingscilinder (CC)

Vereisten

Voor het luchtverbruik, de kwaliteit en de max. en min.
druk, zie hoofdstuk "Technische gegevens".
Merk op dat het opgegeven luchtverbruik van de FlexFilter
EX is beperkt tot de korte werking van de reinigingsklep .
Het maximum (korte tijd) verbruik is ongeveer 700 Nl/min
(1400 Nl/min FlexFilter EX Twin) .
Aangezien nieuwe buizen vuil/deeltjes/afval kunnen
bevatten, moet de persluchtleiding schoon geblazen wor-
den voordat u de FlexFilter EX aansluit . Gebruik gehoor-
bescherming en een veiligheidsbril!
Een persluchtfilter (zie foto nr. 18 / 3) moet worden ge-
installeerd voor een betrouwbare en veilige werking van
de FlexFilter EX. Een hoofdkraan, dat de resterende druk
van de FlexFilter EX onttrekt, moet geïnstalleerd worden
(zie foto nr. 18 / 2).
OPMERKING! Neem de nodige maatregelen om te
voorkomen dat water/vocht in de perslucht terechtkomt
wanneer de FlexFilter EX in koude omgevingen geplaatst
wordt .
OPMERKING! Als antivriesmiddelen gebruikt worden,
zorg dan voor een continu gebruik. Eenmaal het antivries-
middel toegevoegd is, kan de verwijdering ervan storing
veroorzaken van de pneumatische componenten.
OPMERKING! Om lichamelijke letsels te vermijden
tijdens het onderhoud moet de hoofdkraan vergrendeld
worden in gesloten positie .
Het wordt aanbevolen dat een drukschakelaar, die waar-
schuwt voor onvoldoende druk, aangesloten wordt op het
regelsysteem .

Installatie

Sluit een persluchtleiding aan op de inlaat op de poot (zie
foto nr . 19 / A) . De inlaatbeugel kan indien nodig ver-
plaatst worden naar de tegenoverliggende poot .
210
FlexFilter EX

Aardingsmeting

Een goede aarding moet worden gecontroleerd, zowel na
de hoofdinstallatie als na regelmatige onderhoudswerk-
zaamheden. Als een component, zoals bijvoorbeeld de
bovenste module, wordt verwijderd en hersteld, moet de
aardverbinding worden gecontroleerd .

Controlemeting

Een geschikt meetinstrument moet worden gebruikt .
De aardverbinding wordt gemeten tussen GND1 en de
volgende onderdelen op FlexFilter EX (zie foto nr. 22):
1 .
Hoge bovenste ring
2 .
Lage bovenste ring
3 .
Drukontlastingspaneel
4 .
Hoge inlaatring
5 .
Lage inlaatring
6 .
Bak
7 .
Op de filterzakken
8 .
Controlefilter
OPMERKING! Zorg ervoor dat er contact is tussen de
meetpunten en het instrument .
1 .
OPMERKING! De leidingsystemen (in- en uitlaten)
mogen niet aangesloten zijn.
A
Koppel de netaarding los van GND 1 .
B
Meet tussen alle onderdelen volgens de
bovenstaande lijst (zie afbeelding nr. 22) en
GND 1 (≤ 100 Ω).
C
Meet en controleer in geval van contact
tussen het binnenkomend leidingsysteem
en de vrije gekoppelde binnenkomende
netaarding (≤ 10 ^ 5 Ω).
2 .
Sluit het binnenkomend leidingsysteem aan .
Zorg ervoor dat er een 2e aardverbinding is tussen
het leidingsysteem en de FlexFilter EX en dat deze
correct geaard is met de FlexFilter EX .
A) Meet en controleer in geval van contact tussen
GND1 en de externe netaarding (≤ 10 ^ 5 Ω).
B) Sluit de netaarding opnieuw aan aan GND1 .
3 .
Sluit het buitengaand leidingsysteem aan (zorg er-
voor dat er een aardverbinding is tussen het leiding-
systeem en de FlexFilter EX) .

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido