3. Veiligheidscontroles en onderhoud
3.1 Controle van de prestaties
Als gebruiker van de rolstoel bent u de eerste die doorgaans
zal merken dat iets aan uw rolstoel niet goed functioneert. De
volgende tabel geeft een overzicht van de symptomen van niet
goed functioneren en de eerste controles welke u zelf kunt
uitvoeren.
Wanneer de symptomen zich blijven voordoen na controle
van de bandenspanning en aantrekken van bouten en moeren,
neem dan contact op met uw dealer.
De enige reparatie die u zelf kunt uitvoeren is het vervangen
van de banden in geval van een lekke band. (zie § B-2.3).
Als de schroeven en bouten niet strak genoeg of los zitten
bevindt de asvork zich niet in een loodrechte hoek met de
grond. Raadpleeg uw dealer om een deskundig persoon ze in
Der
Der
Der
Rollstuhl
Rollstuhl
Rollstuhl
Lenkräder
dreht oder
weicht nach
weicht nach
bewegt sich
rechts ab
links ab
langsam
Die
Spiel im
Quietschen
Überprüfungen
Rollstuhl
und Klirren
heben
sich ab
Überzeugen Sie sich,
dass der Druck in den
Luftreifen korrekt ist (Vgl.
§ B—2.3)
Überzeugen Sie sich, dass
die Bolzen fest sind
Prüfen Sie die Einstellung
am Gabelwinkel
Überzeugen Sie sich,
dass die zwei Lenkräder
gleichzeitig mit dem Boden
in Berührung kommen
de juiste positie te laten terugzetten en goed vast te draaien.
(Aanbevolen torsie: M5 = 3-6 Nm; M6 = 7-12 Nm & M8 =
10-20 Nm)
3.2 Controle van de algehele staat
Alle onderhoudswerkzaamheden dienen uitgevoerd te
worden door uw dealer welke de noodzakelijke technische
kennis heeft.
Wij doen de aanbeveling om uw rolstoel tenminste eenmaal
per jaar volledig door uw dealer te laten inspecteren.
Tenslotte kunnen door regelmatig onderhoud eventuele
mankementen en slijtage vroegtijdig onderkend en verholpen
worden zodat uw rolstoel zich altijd in goede staat bevindt.
Regelmatige controles uit te voeren door uzelf of uw
omgeving :
a.Algehele staat
Controleer of de rolstoel makkelijk invouwt en uitvouwt.
Controleer of de rolstoel zich in een rechte lijn voortbeweegt
(geen weerstand of koersafwijkingen).
b. Remmen
Controleer of de remmen niet in contact komen met de
banden tijdens het rijden.
Controleer of de remmen makkelijk te bedienen zijn.
Controleer of de scharnierpunten niet versleten zijn of
speling vertonen.
c. Kruisframe
Controleer of het kruisframe niet vervormd is of slijtage
vertoont.
d. Kledingbeschermers / Armsteunopname
Controleer alle bevestigingen op goede plaatsing/borging.
NL11