C. Lichaamsband
22
1. De lichaamsband wordt op het achterframe bevestigd
(afbeelding 24).
2. Controleer of de lichaamsband op de rolstoel op de juiste
wijze vast zit.
Als de lichaamsband op de rolstoel ontbreekt, raden we aan
dat de gebruiker indien mogelijk de zitting van het voertuig
C
gebruikt. De lichaamsband moet als aanvulling op, maar nooit
als vervanging voor, een goedgekeurd vastzetsysteem voor
passagiers worden gebruikt (3-puntsgordel).
D. Bevestiging van 3-puntsgordel (Veiligheidsriemsysteem van
het voertuig).
Hoewel de drie punten aan de vloer van het voertuig
NL14
bevestigd kunnen zijn, moet de diagonale riem die over de
schouder van de gebruiker gaat, worden omgeleid via een
23A
punt boven en achter de zittende gebruiker. Dit punt moet
aan de zijkant van het voertuig bevestigd zijn.Vervolgens
gaat de riem naar de vloer. De 3-puntsgordel mag niet door
onderdelen van de rolstoel worden weggehouden bij het
A
lichaam van de gebruiker.
A
24
23B
23C