Bij apparaten met een
hand-arm vibratiewaarde>
2,5 m/s
(zie Technische
2
gegevens)
GEVAAR
Langere gebruiksduur van het
apparaat kan door de trillingen
leiden tot doorbloedingsstoor-
nissen in de handen.
Een algemeen geldende duur
voor het gebruik kan niet vastge-
legd worden aangezien die af-
hangt van verschillende facto-
ren:
persoonlijke neiging tot slech-
–
te doorbloeding (vaak koude
vingers, kriebelen van de vin-
gers).
Lage omgevingstemperatuur.
–
Warme handschoenen dra-
gen ter bescherming van de
handen.
Stevig vasthouden hindert de
–
doorbloeding.
Ononderbroken werking is
–
slechter dan een werking met
pauzen.
Bij een regelmatig, langdurig ge-
bruik van het apparaat en bij
herhaaldelijk optreden van die
symptomen (bijvoorbeeld krie-
belen van de vingers, koude vin-
gers) bevelen wij een medisch
onderzoek aan.
Bediening
GEVAAR
Degene die het apparaat be-
–
dient dient het te gebruiken
volgens de voorschriften.
34
Deze dient rekening te hou-
den met de plaatselijke om-
standigheden en bij het wer-
ken met het apparaat te letten
op derden, speciaal op kinde-
ren.
Het apparaat mag nooit on-
–
beheerd worden achtergela-
ten zolang de motor nog
draait.
Het apparaat mag alleen door
–
personen worden gebruikt die
voor de omgang ermee zijn
opgeleid of hun vaardigheden
in het bedienen hebben aan-
getoond en uitdrukkelijk de
opdracht hebben gekregen
voor het gebruik. Het appa-
raat mag niet worden gebruikt
door kinderen of jongeren.
Dit apparaat is niet bedoeld
–
om door personen met be-
perkte psychische, sensori-
sche of geestelijke vaardig-
heden te worden gebruikt.
Kinderen of niet-geïnstrueerd
–
personeel mogen het appa-
raat niet gebruiken.
Het apparaat niet gebruiken
–
als er zich andere personen
binnen bereik bevinden, ten-
zij ze veiligheidskledij dragen.
Kinderen moeten gecontro-
–
leerd worden om te garande-
ren dat ze niet met het appa-
raat spelen.
Werkzaamheden aan het ap-
–
paraat altijd met geschikte
handschoenen uitvoeren.
Door de waterstraal uit de
–
straalpijp ontstaat een terug-
– 5
NL