NL
DESMONTAJE DEL MOTOR NEUMÁTICO (CONT'D)
8.
Verwijder de vier (138) kopschroeven om de (150)
geleideklep te verwijderen.
9.
Verwijder de (148) geleidepakking van de (150) geleidek-
lep.
10.
Verwijder de (147) geleideklepplaat en het (146) geleide-
inzetstuk van het (144) klephuis.
11.
Verwijder de twee (145) kopschroeven van het (144)
klephuis.
12.
Verwijder het (144) klephuis door het recht omhoog te
trekken.
13.
Verwijder de (124) o-ring, de (135) ontluchtingsbus en
de (136) U-kom van het (144) klephuis.
14.
Verwijder de (128) o-ring en de (126) mof van de motor
door deze recht omhoog te schuiven.
15.
Trek de (134) spoel zo ver mogelijk van de motor zodat
de onderzijde van de spoel vrijkomt.
16.
Kijk waar de (129) borgring zit en haal deze met de
borgveertang van de (134) spoel.
17.
Til de (134) spoel op en verwijder de (133) U-kom.
18.
Schuif de (131) pen om de (132) aandrijfas, de (130)
sluitring en de (129) borgring van de (120) tuimelaar te
verwijderen.
19.
Verwijder de vier (109) moeren van de (121) zeskant-
bouten.
20.
Verwijder de vier (121) bouten van de (122) afdekplaat
en de (101) grondplaat.
21.
Verwijder de (122) afdekplaat van de (112) luchtcilinder.
22.
Verwijder de (111) o-ring, de (125) dop en de (123) o-ring
van de (122) afdekplaat.
23.
Trek de (112) luchtcilinder omhoog totdat de
(203) zuiger loskomt van de (101) grondplaat.
Indien tijdens deze stap de (203) zuiger niet loskomt van
de (101) grondplaat, moet u eerst de (112) luchtcilinder
verwijderen.
24.
Indien de (112) luchtcilinder en de (203) zuiger als één
geheel worden verwijderd, verwijdert u vervolgens de
(203) zuiger van de (112) luchtcilinder.
25.
Verwijder de (116) o-ring van de (117) zuiger.
26.
Verwijder de (111) o-ring van de (101) grondplaat.
27.
Verwijder de (154) borgring, de (153) sluitring en de
(152) U-kom van de (101) grondplaat.
PNEUMATISCHE MOTOR OPNIEUW MONTEREN
1.
Vet alle o-ringen, U-kommen en andere rubberen on-
derdelen in voordat u overgaat tot montage. Model
AF0660-XX – plaats de (151) sluitring, (152) U-kom, (153)
sluitring en (154) borgring op de (101) grondplaat.
2.
Alle andere modellen – plaats de (102) o-ring op de (101)
grondplaat.
3.
Plaats de (111) o-ring in de groef van de (101) grondp-
laat.
4.
Plaats de (116) o-ring in de groef van de (117) zuiger.
5.
Druk de (115) zuigerstang door de (101) grondplaat –
let op dat u de randen van de (152) U-kom of de (102)
o-ring niet beschadigt.
6.
Smeer de inwendige diameter van de (112) luchtcilinder
en schuif deze over de (203) zuiger en op de (101) grond-
plaat van de pneumatische motor (zie afbeelding 2 op
pagina 2).
7.
Zorg dat het nokje in de (122) afdekplaat op gelijke
hoogte zit met de opening in de (101) grondplaat en
32
druk de (122) afdekplaat omlaag totdat deze tegen de
(112) luchtcilinder aan zit. De (120) tuimelaar moet door
het midden van de (122) afdekplaat steken.
8.
Plaats de vier (109) moeren op de (121) zeskantbouten
en draai deze aan in de aangegeven volgorde en tot het
gespecifi ceerde aanhaalmoment.
9.
Trek de (120) tuimelaar zo ver mogelijk uit de pneuma-
tische motor, schuif de (123) o-ring over de (120) tuime-
laar en omlaag in de pakkingbus op de (122) afdekplaat.
10.
Schuif de (125) dop over de (120) tuimelaar en omlaag in
de opening in de (122) afdekplaat.
11.
Schuif eerst de (129) borgring en vervolgens de (130)
sluitring op de (120) tuimelaar.
12.
Zorg dat de opening van de (132) aandrijfas op dezelfde
hoogte zit als de opening in de (120) tuimelaar en steek
de (131) pen erin. Plaats de (133) U-kom op de (134)
spoel. Let op dat de randen van de (133) U-kom omlaag
richting de (122) afdekplaat moeten wijzen.
13.
Schuif de (134) spoel op de (120) tuimelaar over de (132)
aandrijfas en plaats daarachter de (130) sluitring. Mon-
teer met behulp van de borgveerring de (129) borgring
in de inwendige groef in de (134) spoel. Let op dat de
(129) borgring volledig in de groef valt. Schuif de (134)
spoel omlaag in de opening in de (122) afdekplaat zodat
deze boven op de (125) dop zit.
14.
Smeer de inwendige diameter van de (126) mof en
schuif deze op de (134) spoel en in de (125) dop.
15.
Let op dat het grote verloop van de (126) mof in de (125)
dop valt.
16.
Plaats de (128) o-ring in de bovenste groef van de (126)
mof.
17.
Plaats de (136) U-kom en de (135) ontluchtingsbus
in de middelste opening in het (144) klephuis. Let op
dat de randen van de (136) U-kom in de richting van de
bovenkant van het (144) klephuis wijzen. Plaats de (124)
o-ring in de onderste gleuf van het (144) klephuis.
18.
P l a a t s h e t ( 1 4 4 ) k l e p h u i s o p d e m o t o r d o o r
d e m i d d e l s t e o p e n i n g o p d e ( 1 3 4 ) s p o e l e n
de (126) mof te schuiven. Let op dat de o-rin-
gen (124 en 128) goed op hun plaats blijven.
De grote holte van de klep aan de kant van het (144)
klephuis moet naar het nokje in de (122) afdekplaat wi-
jzen.
19.
Plaats de twee (145) kopschroeven in het (144)
klephuis en schroef deze in de (122) afdekplaat.
Het (144) klephuis moet mogelijk iets gedraaid worden
zodat de openingen op gelijke hoogte zitten. Draai de
(145) kopschroeven tot het gespecifi ceerde aanhaalmo-
ment vast.
20.
Plaats het (146) geleide-inzetstuk met de holte naar
buiten door het (144) klephuis en in de (134) spoel.
De (134) spoel moet mogelijk gedraaid worden zodat de
ondiepe sleuf in de richting van de kleine holte van het
(144) klephuis wijst.
21.
Plaats de (147) geleideplaat van de klep met de bolling
naar buiten over (146) het geleide-inzetstuk in het (144)
klephuis.
Plaats de (148) geleidepakking in de (150) geleideklep
22.
en monteer het (144) klepblok met behulp van vier (138)
kopschroeven. Draai aan tot het gespecificeerde aan-
haalmoment.
23.
Plaats de (143) D-klep met de holte naar buiten door het
(144) klephuis en in de (134) spoel.
24.
Plaats de (142) grote klepplaat met de bolling naar bu-
AF044X-XX & AF046X-XX (NL)