verlopen is. U ziet dan de tekst "dOnE" in Veld 2 (Fig. 27). Als er weer "PUSH" komt te staan, moet u de procedure
herhalen.
N.B. Het kan zijn dat dit draaien meer dan twee keer moet gebeuren voordat het kalibreren gereed is.
N.B. Als in Veld 2 de tekst "FAIL" verschijnt (Fig. 28), moet u de batterij verwijderen en deze weer opnieuw plaatsen
alvorens het kalibreren te herhalen. Door de batterij te verwijderen wordt de eenheid gereset.
5. Als het kompas gekalibreerd is, DRUK dan op de [Mode] knop om de procedure te accepteren en het kalibreermenu
te verlaten.
N.B. Met het oog op de precisie is het belangrijk dat u het kompas tijdens de hierboven beschreven handelingen precies
waterpas houdt.
Het kompas is nu gekalibreerd.
5.4 STARTLIJN-FUNCTIE
Met behulp van de [+] en [-] tekens boven en onder in het venster kunt u bij een race het voorkeursuiteinde van de startlijn
bepalen.
U gebruikt deze functie als volgt:
1. Breng de wristop in lijn met de windrichting.
2. Druk op [BEARING / –] om de koers vast te zetten.
3. Breng het noorden (NORTH) op de stelring in lijn met pijl voor het noorden op het kompas.
4. Vaar langs de startlijn en sla de koers op.
5. U vaart naar het voorkeursuiteinde van de startlijn als de overeenkomstige koers op de stelring boven in het venster
verschijnt (tussen de [+] tekens). Als de koers onder in het venster (tussen de [–] tekens) verschijnt, vaart u van het
gewenste uiteinde weg.
27