interface 2 keer snel knippert en dan pauzeert en dan opnieuw knippert.
05. Druk de toets op de interface in en laat weer los: op deze wijze wordt het
systeem in "werkingscontrole" modus gezet.
06. Verplaats en positioneer nu het beweegbare deel in verschillende standen
en controleer de "B" LED's van elke sensor om vast te stellen dat de radio-
ontvangst voldoende is (m = LED aan; l = LED uit):
m m m = radio-ontvangst is uitstekend
m m l = radio-ontvangst is goed
m l l = radio-ontvangst is voldoende
l l l = radio-ontvangst is onvoldoende
Als er alleen één LED brandt, dan adviseren wij u het volgende te doen om
de verbinding te verbeteren: breng de TCW1/2 sensor zo dicht mogelijk bij
de antenne van de IRW interface, of zet de antenne wat hoger, en/of verder
uit de buurt van metallische voorwerpen.
07. Veiligheidstest van een drukgevoelige contactlijst: druk de contactlijst in en
laat weer los; controleer dat de groene LED van de IRW interface niet meer
"knippert" maar "constant brandt".
08. Druk de toets op de interface in en laat weer los: op deze wijze wordt het
systeem uit "werkingscontrole" modus gezet.
09. Koppel het beweegbare deel aan de motor en geef een bedieningssignaal
door. Controleer dat de groene LED van de interface regelmatig begint te
knipperen en dat de opening/sluiting correct worden uitgevoerd, zonder
omkerende bewegingen. De groene led knippert alleen als een foto-opti-
sche contactlijst geïnstalleerd is.
10. Indien u dat nodig acht, kunt u nogmaals het besturingssysteem alle ap-
paratuur die op de ingangen/uitgangen aangesloten is laten herkennen om
te verifiëren dat de beveiligingsrelais na behoren functioneren (zie hiervoor
de gebruikshandleiding van het besturingssysteem).
11. Voer de volgende controles uit in geval van foto-optische contact-
lijsten:
• De m.b.v. de jumpers ingestelde tijd (zie Tabel 1) gaat in op het moment
dat het besturingssysteem de "Fototest" uitvoert (tijd wordt opnieuw op nul
gezet elke keer dat de "Fototest" wordt uitgevoerd). Als de tijd is verlopen,
wordt het inschakelen van de contactlijst door de interface gesimuleerd.
Gezien dit de bediening/beweging stop kan zetten dient elke bediening/
beweging of serie bewegingen (automatische opening en sluiting) te zijn
voltooid vóór het einde van de met de jumpers ingestelde tijd.
• Controleer dat tijdens een bediening/beweging de werking van de con-
tactlijst de voorziene reactie van het besturingssysteem inschakelt:
- genereer bestuursignaal voor opening (of sluiting);
- zet de contactlijst in werking, zoals beschreven in stap 7 en controleer
8 – Nederlands
dat de geautomatiseerde aandrijving naar behoren reageert zoals voorge-
schreven voor het betreffende systeem in dit geval (bijv. omkeren van de
bediening/beweging tijdens het sluiten).
De volgende controles uitvoeren voor elk type contactlijst:
12. Indien de bescherming tegen gevaar van de beweegbare delen door mid-
del van drukgevoelige beveiligingen is geregeld (type C, volgens norm EN
12445, deel over drukgevoelige beschermingsvoorzieningen), de controle
van de interface en van de sensoren moet worden uitgevoerd door de
krachtwaardes langs de hele werkslag te meten, volgens de voorschriften
van hoofdstuk 5 van norm EN 12445.
13. Aan het einde van de controles dient u alle sensoren definitief vast te zetten
in de betreffende houders (zie afb. 9).
7
Systeemdiagnostiek
7.1 - LED-signalen in een systeem met werstands contactlijst
7.1.1 - signalen van de IRW interface
• De groene LED knippert constant; deze brandt echter niet wanneer het be-
sturingssysteem in "stand-by" staat waardoor de interface niet wordt gevoed
als de geautomatiseerde aandrijving stil staat.
• Als de contactlijst wordt ingeschakeld, blijft de rode LED constant branden
zolang de druk op de lijst niet wordt opgeheven.
• De status van "lage batterij" of "lege batterij" wordt als volgt weergegeven:
Status batterijen
Foto-optische contactlijst
Laag
1 piptoon elke 8 seconden gedurende de hele bedie-
ning/beweging.
Leeg
2 x pieptoon aan het begin van de bediening/beweging
Status batterijen
Weerstandscontactlijst 8,2kohm
Laag
1 pieptoon elke 8 seconden tot aan de vervanging van
de batterijen (opmerking 1).
Leeg
2 x pieptoon + pauze, herhaaldelijk tot aan de vervan-
ging van de batterijen (opmerking 1) (opmerking 2).
Opmerking 1 – Bij TCW2 sensoren stopt het signaal van de IRW interface
zodra de batterijen door de zonnecel weer zijn opgeladen.
Opmerking 2 – Het betreffende signaal wordt ook gegeven als, om welke
reden dan ook, minstens één instrument niet reageert.