reageren (zie tabel hieronder):
Interface LED
Betekenis
constant groen
lijst vrij
constant rood
list ingedrukt
Sensor A LED
Betekenis
intermitterend groen lijst vrij; batterij geladen
constant groen
lijst ingedrukt; batterij geladen
intermitterend rood
lijst vrij; batterij niet geladen
constant rood
lijst ingedrukt; batterij niet geladen
• Kwaliteitscontrole van het radiosignaal
Kijk hoe de "B" LED's op de sensoren reageren (zie tabel hieronder):
LED B
Betekenis
uit
Geen signaal of zeer slecht signaal
o (rood)
Zwak signaal
oo (rood)
Gemiddeld signaal
ooo (rood)
Hoog signaal
10 – Nederlands
Nadere toelichting
In dit hoofdstuk vindt u nadere toelichting over mogelijke aanpassingen, het
analyseren en opsporen van fouten/storingen.
A - Voorbeeld van aansluiting van de interface op een besturingssy-
steem zonder "Alt" ingang en constante weerstand van 8,2kohm
Als de centrale niet is voorzien van een "Alt" ingang type NC, kunt u de "Alt"
uitgang van de IRW interface aanpassen en omzetten in een uitgang met con-
stante weerstand 8,2kohm, zoals beschreven in afb. 10.
B - Wat te doen als ... (problemen oplossen)
• Beweging stopt of keert om vóór het einde van de slag is bereik.
- Als de interface op de "Fototest"uitgang van het besturingssysteem is aange-
sloten, lees dan paragraaf 4.1, punt 04. Probeer dan aan de hand van Tabel
1 een langere tijd op alle aanwezige sensoren in te stellen.
- Controleer de radio-ontvangst van de sensor door de "werkingscontrole" van
paragraaf 7.3 uit te voeren.
• De beweging stopt niet of keert niet om wanneer de contactlijst wordt
ingeschakeld.
- Controleer dat de sensor goed is geïnstalleerd door de "werkingscontrole" van
paragraaf 7.3 uit te voeren.
- Zorg ervoor dat de geautomatiseerde aandrijving correct reageert op de acti-
vering van de contactlijst.
• De beweging start niet, ook wanneer de contactlijst niet is ingescha-
keld.
- Controleer de LED-signalen van de interface. Er kan spraken zijn van lege
batterij of radio-storing.
- Zorg ervoor dat de geautomatiseerde aandrijving correct reageert op de acti-
vering van de contactlijst.
C - Onderhoud
Het onderhoud van de systeemapparatuur vereist geen bijzondere zorg. Wel
dient u iedere 6 maanden de toestand van alle apparatuur na te gaan (vocht,
oxidatie enz.), de buitenkant te reinigen en opnieuw het systeem te testen zoals
beschreven in het hoofdstuk "Keuring".
Bij TCW2 sensoren dient u tevens vaker ervoor te zorgen dat de zonnecel goed
schoon is om een goede werking en dus het efficiënt opladen van de batterij