NL
•
Verander de instelling van de regelaar van de motor niet
en laat de motor niet op een te hoog toerental draaien. Bij
hoge toerentallen van de motor neemt de kans op letsel
toe.
•
Gebruik de sneeuwfrees nooit in de buurt van hekken, au-
to's, ruiten, hellingen enz. zonder dat de blaasinrichting
van de uitvoerpijp correct is afgesteld.
•
Houd kinderen uit de buurt van het werkgebied. Zorg dat
een andere volwassene op de kinderen let.
•
Overbelast de machine niet door er te snel mee te rijden.
•
Wees altijd voorzichtig bij het achteruit bewegen. Kijk
achter u voordat en terwijl u achteruit beweegt, om te
controleren of er geen obstakels aanwezig zijn.
•
Richt de uitvoerpijp nooit op omstanders. Laat niemand
voor de machine staan.
•
Ontkoppel de vijzel als u de sneeuwfrees gaat vervoeren
of als deze niet in gebruik is. Rijd niet te snel op een glad-
de ondergrond tijdens het vervoer.
•
Gebruik alleen accessoires die zijn goedgekeurd door de
fabrikant van de machine.
•
Gebruik de sneeuwfrees niet bij slecht zicht of zonder
goede verlichting.
•
Zorg altijd voor een goede balans en een goede grip op de
handgreep.
•
Raak nooit motoronderdelen aan, omdat die tijdens het
gebruik heet worden. Er bestaat een gevaar voor brand-
wonden.
2.4
ONDERHOUD EN STALLING
•
Zet alle schroeven en moeren zo vast dat de machine vei-
lig kan worden gebruikt. Loop alle bouten regelmatig na.
•
Gebruik altijd originele reserveonderdelen. Niet-origine-
le reserveonderdelen kunnen verwondingen veroorzaken,
ook al passen ze in de machine.
•
Stal de machine nooit met benzine in de tank in gebou-
wen waar de dampen in aanraking kunnen komen met
open vuur of vonken.
•
Laat de motor afkoelen voordat u de machine stalt.
•
Raadpleeg de aanbevelingen in de instructies voordat u
de machine voor langere tijd stalt.
•
Vervang beschadigde waarschuwings- en instructiestic-
kers.
•
Laat de motor na gebruik een aantal minuten doorlopen
met aangekoppelde vijzel. Dit voorkomt dat de vijzel
vastvriest.
3 MONTAGE
Opmerking: De instructies over de linker- en rechterkant
gaan uit van de startpositie achter de sneeuwfrees.
3.1
INHOUD - BUITENVERPAKKING
De verpakking bevat:
- Eén sneeuwfrees
- Eén versnellingsstang
- Eén uitvoerpijp
- Eén setje met instructies
- Eén montagekit
56
NEDERLANDS
Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
Daarnaast wordt meegeleverd:
- Gereedschap voor het legen van de uitvoerpijp (10 in fig. 1)
- Sneeuwmessen (23 in fig. 1)
- Extra rembouten als reserve
- Vuldop/benzinemeter
3.2
UITPAKKEN
1. Haal alle losse onderdelen uit de verpakking.
2. Snijd de vier hoeken los en laat de zijkanten van de ver-
pakking neervallen.
3. Snijd de plastic straps door.
3.3
HANDGREEP, ZIE FIG. 2
1. Haal de borgmoeren in de bovenste gaten los, maar ver-
wijder ze niet.
2. Klap het bovenste deel van de handgreep omhoog. LET
OP! Let erop dat de bedrading niet vast komt te zitten.
3. Plaats schroeven van buitenaf in de onderste gaten en
monteer de volgende onderdelen:
A Schroeven
D Borgmoer
4. Haal de vier moeren aan.
3.4
UITVOERPIJP, ZIE FIG. 3
1. Plaats de uitvoerpijp (E) op de flens.
2. Monteer de drie ondersteldelen (F) met ieder twee
schroeven.
3. Stevig vastdraaien.
4. Stel het mechanisme dat de uitvoerpijp laat draaien af.
Zie 6.6.4.
5. Sluit alle elektrische verbindingen voor de blaasinrich-
ting aan. Zie fig. 4.
3.5
VERSNELLINGSHENDEL, ZIE FIG. 5.
1. Sluit de bovenste en onderste versnellingsstang aan met
behulp van twee schroeven, twee ringen en twee moeren.
2. Stel de stangen af op de maximale lengte.
3. Haal de moeren aan.
3.6
CONTROLEREN VAN DE BEDRADINGEN
Het kan zijn dat de bedrading moet worden aangepast voor-
dat de sneeuwfrees voor het eerst gebruikt wordt.
Zie AANPASSEN BEDRADING hieronder.
3.7
BANDENSPANNING
Controleer de bandenspanning. Zie "6.4".