Nederlands
Close coupled
centrifugaalpompen
met flensaansluiting
(bouwgrootte EN 733)
NM
NM4
,
ORIGINEEL BEDIENINGSVOORSCHRIFT
1. Toepassingsgebied
Standaard uitvoering
- Voor schone vloeistoffen zonder abrassieve,
explosieve of agressieve stoffen die de pomp
kunnen aantasten. De maximale vloeistoftem-
peratuur bedraagt 90°C.
- Maximum toegestane werkdruk is 10 bar.
- Installatie in een goed geventileerde ruimte
die beschermd wordt tegen weersinvloeden,
beschermingsklasse IP 54, met een maxi-
mum omgevingstemperatuur van 40 °C.
Motorvermogen:
NM (2900 1/min) tot
kW:
2,2 7,5 30 75
NM4 (1450 1/min) tot kW:
7,5 30 75
Geluidsniveau dB(A)
max: 70 80 85 90
Starts per uur
max: 60 40 20 10
2. Installatie
Deze serie close coupled pompen dient
geïnstalleerd te worden met de rotoras hori-
zontaal en pompvoeten naar be-
neden.
Plaats de pomp zo dicht mogelijk
bij de zuigbron.
3. Leidingen
De binnendiameter is afhankelijk van de
gewenste opbrengst. Indien mogelijk dient
men leidingen te kiezen met een zodanige
diameter dat de vloeistofstroom niet hoger
is dan 1,5 m/s voor zuigzijde en 3 m/s voor
perszijde. De leidingdiameters mogen nooit
kleiner zijn dan de pompaansluitingen.
Men dient zich ervan te verzekeren dat de
binnenzijde van de leidingen schoon zijn
voordat de pomp wordt geïnstalleerd.
Bevestig alle leidingen middels steunpunten
en verbind ze zo dat er geen mechanische
krachten op het pomphuis worden uitgeoe-
fend.
Tevens dient men ervoor te zorgen dat er
geen trillingen van de leidingen naar het
pomphuis worden doorgegeven.
De zuigleiding moet luchtdicht en oplo-
pend richting pomp zijn om luchtzakken te
voorkomen.
Gebruik een excentrisch verloopstuk om de
zuigaansluiting met een horizontale leiding
van een grotere diameter te verbinden.
Bij een negatieve voordruk (zuigbedrijf) dient
men
een
voetklep
zuigkorf, die altijd ondergedom-
peld blijft, te plaatsen.
Bij aanzuiging uit een opslagtank
plaatst men een terugslagklep.
Bij een positieve voordruk plaatst men een
schuifafsluiter.
Volg de lokale verordeningen als de pomp
als drukverhogingspomp in het (drink)water-
leidingnet wordt toegepast.
Plaats een schuifafsluiterklep in de perslei-
ding om de pompopbrengst, druk en vermo-
gen te regelen.
Installeer altijd een manometer.
Bij een totale opvoerhoogte aan de perszij-
de van meer van 15 m, dient men tussen de
pomp en de schuifafsluiterklep een terug-
slagklep te plaatsen. Dit ter bescherming
van de pomp tegen waterslag.
4. Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting moet uit-
gevoerd worden door een gekwali-
ficeerd elektriciën overeenkomstig
de plaatselijke verordeningen.
Volg alle veiligheidsinstructies.
De pompset dient op een juiste wijze
geaard te zijn. Verbind de aarde in de aan-
sluitdoos met het gemerkte teken
.
Vergelijk de frequentie en voltage
met de waarden op het typeplaatje en sluit de
fasen aan overeenkomstig het schema in de
aansluitdoos.
Bij motorvermogens boven 5,5
kW voorkom directe inschake-
ling. Plaats een schakelkast
met ster/driehoekschakelaar of
andere startvoorziening.
LET OP: geen metalen voorwerpen
in de kabel opening tussen aansluit-
doos en stator laten vallen, anders
motor demonteren en voorwerp verwijde-
ren.
Installeer een schakelaar waarbij elke
fase van de toevoer uitgeschakeld kan
worden. De opening tussen de contacten
dient minimaal 3 mm te zijn.
Bij een 3-fase motor dient men een motor-
beveiliging, overeenkomstig de nominale
motorstroom, te gebruiken.
5. Starten
LET OP: laat de pomp nooit droog-
lopen.
Start de pomp nadat het pomphuis door
de daarvoor bestemde opening volledig is
gevuld met vloeistof.
Bij zuigbedrijf moet de zuigleiding en de
pomp via ontluchtingsklep gevuld zijn.
Als men werkt bij een positieve voordruk, vult
men de pomp door de zuigklep langzaam
volledig te openen en houdt men de persklep
open om lucht te laten ontsnappen.
Controleer of de pomp met de hand ge-
draaid kan worden. Voor dit doel hebben de
kleinere pompen een schroevendraaier
inkeping aan de ventilatorzijde van de as.
Controleert men dat de as draait in
de richting van de pijl op het pomphuis. In-
dien de draairichting onjuist is, dan dient
men de verbinding van 2 fasen te verwisselen.
Schakel de pomp aan met een gesloten
persafsluiter. Open deze langzaam om de
vereiste capaciteit te behalen binnen het
prestatiegebied dat vermeld staat op het ty-
peplaatje.
Controleer of de pomp functioneert binnen
de prestatie-curve en dat de nominale
stroom vermeld op het typeplaatje niet
wordt overschreden.
6. Onderhoud
De mechanical seals behoeven geen enkel
onderhoud. Als de pomp niet gebruikt wordt,
dan dient deze bij vorst volledig te worden
afgetapt. Voordat men de pomp opnieuw
start, dient gecontroleerd te worden of de as
niet vastzit en dient het pomphuis volledig
gevuld te worden met vloeistof.
Schakel de stroom uit voordat
er service aan de pomp wordt
gedaan. (alleen de afstelling van
de stopbuspakking, paragraaf 7. en de proce-
dure van de smering, paragraaf 8. kan bij
draaiende motor uitgevoerd worden).
7. Pompen met pakkingbus
Bij in bedrijfname, als de stopbusbril licht is
aangetrokken, moet eerst een sterke lekka-
ge optreden. Dan draait men de pakkingbus
aan totdat er een lichte regelmatige lekkage
optreedt. Als de pakkingbus volledig afdicht,
dient men de moeren van de stopbusbril los
te draaien anders wordt de as beschadigd.
De zachte pakking moet vervangen worden
met
als de afdichtingseigenschappen aanzienlijk
zijn gedaald. Een gecomprimeerde, gehar-
de en droge pakking veroorzaakt ernstige
slijtage van de as.
8. Lagersmering
Tot bouwgrootte 160 zijn de motorlagers
zelfsmerend en benodigen geen extra smering.
Vanaf bouwgrootte 160 zijn de motoren met
smeernippels uitgerust. Smering in regelmati-
ge tijdsintervallen (na ca. 5000 uren) is alleen
bij speciale toepassingen, bijvoorbeeld bij ho-
ge omgevings-temperaturen, aan te bevelen.
Overmatige hoeveelheid vet is nadelig. Bij
hoge temperaturen adviseren wij vet op ba-
sis van lithium toe te passen.
9. Demontage
Sluit de zuig- en perskleppen en tap het
pomphuis af voordat men de pomp demonteert.
De motor en alle inwendige delen kunnen ge-
demonteerd worden zonder dat het pomphuis
en de leidingen verwijderd hoeven te worden.
Met de pompvoeten onder het pomphuis, door
de moeren (14.28) te verwijderen, kan men de
motor met waaier volledig terugschuiven.
10. Onderdelen
Bij onderdelen bestellingen dienen de gege-
vens die op het typeplaatje staan alsmede
het positienummer van elk gewenst deel
overeenkomstig de onderdelentekening te
worden vermeld.
Lagers C3 en vet voor hoge temperaturen
toepassen.
Iedere pomp welke inspectie
en/of reparatie behoeft, moet af-
getapt en zorgvuldig worden ge-
reiningd, zowel uit als inwendig,
alvorens deze te transporteren.
Wijzigingen voorbehouden.
Å Å ë ë ë ë Þ Þ í í é é ê ê á á
ÌïíïâÜèìéåò, öõãüêåíôñåò
êëåéóôïý ôýðïõ áíôëßåò,
ìå öëÜíôæåò.
)
(ìÝãåèïò ÅÍ 733
NM
NM4
,
Ï Ï Ä Ä H H Ã Ã É É Å Å Ó Ó × × Å Å É É Ñ Ñ É É Ó Ó Ì
Ì Ï Ï Õ Õ
1 1 . . K K á á ô ô Ü Ü ó ó ô ô á á ó ó ç ç ë ë å å é é ô ô ï ï õ õ ñ ñ ã ã ß ß á á ò ò
KáôáóêåõáóìÝíç ãéá
- KáèáñÜ õãñÜ, ÷ùñßò ëåéáíôéêÜ, ìç åêñçêôéêÜ,
ìç åðéèåôéêÜ ãéá ôá õëéêÜ ôçò áíôëßáò, ìå
ìÝãéóôç èåñìïêñáóßá 90°C.
- ÌÝãéóôç åðéôñåðôÞ ðßåóç óå êáôÜóôáóç
ëåéôïõñãßáò, ìÝ÷ñé êáé 10 bar.
- ÅãêáôÜóôáóç óå ÷þñï êáëÜ áåñéóìÝíï, ðïõ
íá ðñïóôáôåýåôáé áðü ôïí êáéñü, ìå ìÝãéóôç
èåñìïêñáóßá ðåñéâÜëëïíôïò 40°C.
Éó÷ýò ìïôÝñ
NM (29001/min) ìÝ÷ñé óå
kW: 2,2 7,5 30 75
NM4 (14501/min) ìÝ÷ñé óå
kW: 7,5 30 75
Åðßðåäï Þ÷ïõ óå dB (A)
max:
70 80 85 90
EêêéíÞóåéò áíÜ þñá
max:
60 40 20 10
2. ÅãêáôÜóôáóç.
ÁõôÝò ïé áíôëßåò ðñÝðåé íá ôïðïèåôïýíôáé ìå
ôï ñüôïñá óå ïñéæüíôéá èÝóç êáé ìå ôá ðüäéá
óôÞñéîçò ðñïò ôá êÜôù.
ÔïðïèåôÞóôå ôçí áíôëßá üóï ðéï êïíôÜ
ãßíåôáé óôçí ðçãÞ áíáññüöçóçò.
3. Óùëçíþóåéò.
Ç äéáôïìÞ ôùí óùëçíþóåùí åîáñôÜôáé áðü
ôçí åðéèõìçôÞ ðáñï÷Þ.
Ðáñá÷ùñåßóôå ìéá óßãïõñç äéÜìåôñï ãéá ìéá
ñïÞ õãñþí, ü÷é ìåãáëýôåñç áðü 1,5 m/s ãéá
ôçí áíáññüöçóç êáé 3 m/s ãéá ôçí êáôÜèëéøç.
H óùëÞíùóç ôçò áíáññüöçóçò äåí ðñÝðåé
íá åßíáé ðïôÝ ìéêñüôåñç áðü ôï óôüìéï ôçò
áíôëßáò.
Åîáóöáëßóôå üôé ôá åóùôåñéêÜ óôüìéá åßíáé
êáèáñÜ ðñéí ôç óýíäåóç.
Åîáóöáëåßóôå üëåò ôéò óùëçíþóåéò, ðïõ
óõíéóôþíôáé êáé óõíäÝóôå ôéò Ýôóé þóôå íá
ìçí åßíáé õðåñâïëéêÜ óöéãìÝíåò ãéá íá ìçí
ìåôáäßäïíôáé äïíÞóåéò óôç áíôëßá.
óôüìéï áíáññüöçóçò
Ôï
ðñÝðåé íá åßíáé
áðüëõôá
áåñïóôåãÝò
êáé
ïé
ôõ÷üí
åãêëùâéóìÝíåò
öõóáëßäåò
áÝñá
ïäçãïýíôáé ðñïò ôá ðÜíù.
×ñçóéìïðïéÞóôå ìßá óõóôïëÞ ãéá íá åíþóåôå
óôçí áíáññüöçóç, óùëÞíá ìåãáëýôåñçò
äéáìÝôñïõ.
Ãéá
ôç
ëåéôïõñãßá
ôçò
áíáññüöçóçò
ðïäïâáëâßäá
ðñïóáñìüóôå ìéá
, ç ïðïßá
ðñÝðåé íá åßíáé ðÜíôá âõèéóìÝíç.
Ãéá ôçí ëåéôïõñãßá áíáññüöçóçò áðü äåîáìåíÞ
âáëâßäá åëÝã÷ïõ
ðñïóáñìüóôå ìéá
.
Ãéá èåôéêÞ áíáññüöçóç ðñïóáñìüóôå ìßá
âÜíá. Áêïëïõèåßóôå üëåò ôéò ëåðôïìåñåßò
ïäçãßåò, áí ç ðßåóç ôïõ äéêôýïõ áõîÜíåôáé.
ÔïðïèåôÞóôå
ìßá
âÜíá
óôï
óùëÞíá
êáôÜèëéøçò
ãéá íá ñõèìßóåôå ôçí ðáñï÷Þ,
êáé ôçí áðïññïöïýìåíç éó÷ý. ÔïðïèåôÞóôå
Ýíá ìåôñçôÞ ðßåóçò.
Ìå Ýíá ãåùäáéôéêü ýøïò óå áðüóôáóç ðÜíù
áðü 15m, ðñïóáñìüóôå ìßá âáëâßäá åëÝã÷ïõ
ìåôáîý ôçò áíôëßáò êáé ôçò âÜíáò Ýôóé þóôå
íá
ðñïóôáôÝøåôå
ôçí
áíôëßá
óöõñçëÜôçóç íåñïý.
4. ÇëåêôñéêÞ óýíäåóç.
Ç çëåêôñéêÞ óýíäåóç ðñÝðåé íá
åêôåëåßôáé ìüíï áðü Ýíáí éêáíü
çëåêôñïëüãï êáé óýìöùíá ìå ôéò
ïäçãßåò.
Áêïëïõèåßóôå
üëåò
ôéò
ïäçãßåò
áóöáëåßáò.
Ç ìïíÜäá ðñÝðåé íá åßíáé ãåéùìÝíç.
ÓõíäÝóôå ôïí áãùãü ôçò ãåßùóçò óôï
ôåñìáôéêü êïõôß ìå ôçí Ýíäåéîç
.
Óõãêñßíåôå ôç óõ÷íüôçôá êáé ôï ñåýìá ôïõ
äéêôýïõ ìå ôá óôïé÷åßá óôï ôáìðåëÜêé êáé
óõíäÝóôå ôïõò áãùãïýò ñåýìáôïò óôï
ôåñìáôéêü
êïõôß,
óýìöùíá
ìå
ó÷åäéÜãñáììá åóùôåñéêÜ óôï êáðÜêé ôïõ
ôåñìáôéêïý.
Ãéá ìïôÝñ ìå éó÷ý ( 5,5 kW, áðïöýãåôå
ôçí áð'åõèåßáò óýíäåóç.
Ðñïìçèåõôåßôå Ýíáí ðßíáêá åëÝã÷ïõ ìå
åêêßíçóç áóôÝñá - ôñßãùíï Þ êÜðïéá
Üëëç óõóêåõÞ åêêßíçóçò.
ÐÑÏÓÏ×Ç: ðïôÝ ìçí áöÞíåôå ñïäÝëåò Þ
Üëëá ìåôáëëéêÜ áíôéêåßìåíá íá ðÝóïõí
ìÝóá óôï åóùôåñéêü ôïõ êïõôéïý
óýíäåóçò áíÜìåóá óôï ôåñìáôéêü êáé
óôï óôÜôç.
ÅÜí áõôü óõìâåß, ëýóôå ôç
ìç÷áíÞ ôïõ ìïôÝñ ãéá íá âãÜëåôå ôï
áíôéêåßìåíï, ðïõ Ý÷åé ðÝóåé ìÝóá.
Ýíá ìç÷áíéóìü áðïóýíäåóçò
ÔïðïèåôÞóôå
áðü ôïí êåíôñéêü áãùãü
(äéáêüðôç) ìå ìßá
áðüóôáóç ôïõëÜ÷éóôïí 3 mm áðü ôïõò ðüëïõò.
Óå ôñéöáóéêü ìïôÝñ óõíäÝóôå Ýíá ìç÷áíéóìü
ðñïóôáóßáò õðåñöüñôùóçò ìå ôï
áíôßóôïé÷ï ñåýìá, ðïõ áíáãñÜöåôáé
óôï ôáìðåëÜêé.
5. Åêêßíçóç.
ÐÑÏÓÏ×Ç: ðïôÝ ìçí ëåéôïõñãåßôå ôçí
áíôëßá óå îçñÞ êáôÜóôáóç ïýôå êáí
ãéá óýíôïìç äïêéìÞ.
ÎåêéíÞóôå ôçí
áíôëßá, áöïý ðñþôá ôçí ãåìßóåôå ôåëåßùò
ìå íåñü.
¼ôáí ç óôÜèìç ôïõ íåñïý óôï ìÝñïò ôçò
áíáññüöçóçò åßíáé ðÜíù áðü ôçí áíôëßá
(åéóñïÞ êÜôù áðü ôçí èåôéêÞ áíáññüöçóç)
ãåìßóôå ôçí áíôëßá áíïßãïíôáò ôç âÜíá
áíáññüöçóçò áñãÜ êáé ôåëåßùò, êñáôþíôáò
êáé ôç âÜíá êáôÜèëéøçò áíïéêôÞ ãéá íá
åëåõèåñùèåß ï áÝñáò.
ÅëÝãîôå üôé ï Üîïíáò êéíåßôáé åëåýèåñá ìå ôï ÷Ýñé.
Ãé'áõôü ôï óêïðü ïé ìéêñüôåñåò áíôëßåò Ý÷ïõí
ìßá åãêïðÞ óôï ðßóù ìÝñïò ôïõ Üîïíá
(âåíôéëáôÝñ).
ÅëÝãîôå üôé ç ðåñéóôñïöÞ ôïõ ñüôïñá
üðùò äåß÷íåé ôï âÝëïò óôï óþìá ôçò áíôëßáò,
åéäÜëëùò áðïóõíäÝóôå ôçí çëåêôñéêÜ êáé
áëëÜîôå ôç óýíäåóç ôùí äýï öÜóåùí.
ÎåêéíÞóôå ôçí áíôëßá ìå ôçí âÜíá êáôÜèëéøçò
êëåéóôÞ.
Áíïßîôå áñãÜ ôçí âÜíá åêðëÞñùóçò ãéá íá
åîáóöáëßóåôå ôçí æçôïýìåíç áðüäïóç ìÝóá
óôá ðëáßóéá ëåéôïõñãßáò, ðïõ áíáãñÜöïíôáé
óôï ôáìðåëÜêé.
ÅëÝãîôå üôé ç áðüäïóç ôçò áíôëßáò åßíáé óôá
ðëáßóéá ëåéôïõñãßáò êáé üôé ôï áðïññïöïýìåíï
ñåýìá
äåí
õðåñâáßíåé
áíáãñáöüìåíï óôï ôáìðåëÜêé.
ÅéäÜëëùò ñõèìßóôå ôçí âáëâßäá
êáôÜèëéøçò Þ ôçí ñýèìéóç ôïõ
ðéåæïóôÜôç.
6. ÓõíôÞñçóç.
Ï ìç÷áíéêüò óôõðéïèëÞðôçò (óôåãáíü), äåí
÷ñåéÜæåôáé êáìßá óõíôÞñçóç. ¼ôáí ç áíôëßá
äåí ÷ñçóéìïðïéåßôáé, ðñÝðåé íá áäåéÜæåôáé
ôåëåßùò, ðñïêåéìÝíïõ íá ìçí õðÜñ÷åé êßíäõíïò
ðáãåôïý. Ðñéí åðáíáêéíÞóåôå ôç ìïíÜäá,
åëÝãîôå üôé ï Üîïíáò äåí åßíáé êïëëçìÝíïò
êáé ãåìßóôå ôï óþìá ôçò áíôëßáò ìå íåñü.
ÁðïóõíäÝóôå ôçí çëåêôñéêÞ
ðáñï÷Þ ðñßí áðü ïðïéïäÞðïôå
óÝñâéò
(ìüíï ç ñýèìéóç óôï
êéâþôéï óáëáìÜóôñáò,
ôïìÝáò 8
ç äéáäéêáóßá ëßðáíóçò
ðñáãìáôïðïéçèïýí, ìå ðñïóï÷Þ, üôáí
ôïìïôÝñ åßíáé óå êßíçóç.
7. Áíôëßåò ìå óáëáìÜóôñá.
íá
Ðñþôá
ëáóêÜñåôå
ôï
óáëáìÜóôñáò ðñïóåêôéêÜ, Ýôóé þóôå íá
áðïóõìðéåóôåß. Káôüðéí ñõèìßóôå ôï êõâþôéï,
Ýôóé þóôå íá õðÜñ÷åé ìßá ïìáëÞ äéáññïÞ, ðïõ
õðïäåéêíýåé ôçí êáôÜëëçëç ëßðáíóç.
Ç óáëáìÜóôñá ðñÝðåé íá áíôéêáèßóôáôáé üôáí
ôï êýñéï ìÝñïò Ý÷åé óçìáôíéêÞ öèïñÜ. Áðü
óõìðéåóìÝíç, óêëçñÞ êáé îçñÞ ôïðïèÝôçóç
ðéèáíÞ áéôßá ãéá öèïñÜ ôïõ Üîïíá.
8. Ëßðáíóç ñïõëåìÜí.
Ãéá ìÝãåèïò ðëáéóßïõ ìÝ÷ñé 160,
óôá
ìïôÝñ
ôá
ñïõëåìÜí
Ý÷ïõíëéðáíèÝé êáé äåí ÷ñåéÜæåôáé åðéðëÝïí
ëßðáíóç.
Ãéá ìÝãåèïò ðëáéóßïõ 180, ôá ìïôÝñ Ý÷ïõí
ñáêüñ ãñÜóïõ. Ìßá åðéðëÝïí ëßðáíóç óå
êáíïíéêü äéÜóôçìá (ðåñßðïõ 5000 þñåò)
óõíéóôÜôáé ìüíï ãéá äýóêïëåò óõíèÞêåò
ëåéôïõñãßáò,
ìå
õøçëÝò
ðåñéâÜëïíôïò, Ï õðåñâïëéêüò ãñÜóïò åßíáé
áðü
âëáâåñüò. ×ñçóéìïðïéÞóôå ãñÜóï ìå âÜóç
ëéèßïõ ãéá õøçëÝò èåñìïêñáóßåò.
9. Áðïóýíäåóç.
Këåßóôå ôéò âÜíåò áíáññüöçóçò
êáôÜèëéøçò êáé óôåãíþóôå ôï óþìá ôçò
áíôëßáò
ðñéí
ôçí
áðïóõíäÝóåôå.
áðïóýíäåóç êáé åðáíáóýíäåóç äåßôå ôéò
ïäçãßåò óôï ó÷åäéÜãñáììá.
Ìå ôá ðüäéá êÜôù áðü ôï óþìá ôçò áíôëßáò
(âëÝðåôå ó÷Ýäéï üðéóèåí) ëýíïíôáò ôéò âßäåò
(14.28), ìðïñåß íá ìåôáêéíçèåß ôï ìïôÝñ ìáæß
ìå ôçí ðôåñùôÞ áëëéþò ìåôáêéíÞóôå ôï óþìá
ôçò áíôëßáò ì'Ýíá êëåéäß.
10. ÁíôáëëáêôéêÜ.
ôï
¼ôáí ðáñáããÝëíåôå áíôáëëáêôéêÜ, ðáñáêáëïýìå
óçìåéþóôå üëá ôá óôïé÷åßá, ðïõ áíáãñÜöïíôáé óôï
ôáìðåëÜêé ôçò áíôëßáò êáé áñéèìü èÝóçò ôïõ
êÜèå æçôïýìåíïõ áíôáëëáêôéêïý óýìöùíá ìå
ôï ó÷åäéÜãñáììá.
Káèáñßóôå ôá ñïõëåìÜí ìå C3 êáé
âÜëôå ãñÜóï ãéá ôéò õøçëÝò
èåñìïêñáóßåò.
KÜèå áíôëßá ðïõ ÷ñåéÜæåôáé
Ýëåã÷ï êáé åðéóêåõÞ ðñÝðåé íá
áðïóôñáããßæåôáé
ðñïóåêôéêÜ íá êáèáñßæåôáé
åóùôåñéêÜ êáé åîùôåñéêÜ ðñßí
áðïóôáëåß.
ÐéèáíÝò áëëáãÝò
åßíáé
ôï
ôïìÝáò 7
êáé
, ìðïñïýí íá
êõâþôéï
ôçò
èåñïêñáóßåò
êáé
Ãéá
êáé