VEILIGHEIDSINFORMATIE Ex-APPARATEN
1
Over dit document
● Dit document geldt voor het FW300 Ex van de divisie analysesystemen
van SICK.
● Raadpleeg voor de toegepaste ATEX-richtlijn de conformiteitsverklaring
van het betreffende apparaat.
● Dit document bevat een samenvatting van veiligheidsinformatie en waar-
schuwingen over het betreffende apparaat.
● Als u een veiligheidsinstructie niet begrijpt: neem het overeenkomstige
hoofdstuk in de gebruiksaanwijzing van het betreffende apparaat in acht.
Stel uw apparaat alleen in bedrijf als u dit document hebt gelezen.
WAARSCHUWING:
Dit document geldt alleen in samenhang met de gebruiksaanwijzing
van het desbetreffende apparaat.
U dient de desbetreffende gebruiksaanwijzing te hebben gelezen en
de inhoud ervan te hebben begrepen.
Neem alle veiligheidsinstructies en aanvullende informatie in de gebruiks-
aanwijzing van het betreffende apparaat in acht.
Als u iets niet begrijpt: neem het apparaat niet in gebruik en neem contact
op met de SICK-serviceafdeling.
Zorg ervoor dat dit document samen met de gebruiksaanwijzing binnen
handbereik is, voor het geval er iets moet worden opgezocht en geef alles
door aan de nieuwe eigenaar.
2
Veiligheidsinstructies FW300 Ex
2.1
Belangrijke aanwijzingen
Gevaren door explosieve of brandbare gassen
Gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen alleen de hiervoor gespe-
cificeerde uitvoering van het apparaat van het FW300 Ex.
Systeemcomponenten zonder Ex-beschermingsmarkering
Zend-/ontvangsteenheid voor toepassing in Ex-zone 1 en 2 (gassen)
Aanduiding: ATEX II 2G Ex d II C T4/T5/T6
EG-typeverklaring: PTB 03 ATEX 1138
Ex-markering op het typeplaatje:
zend-/ontvangsteenheid Ex-zone 22 (stoffen)
Het gebruik is alleen toegestaan voor elektrisch niet-geleidende stof-
fen.
Aanduiding: II 3D Ex t IIIB T 80 °C Dc IP54
Ex-markering op het typeplaatje:
Besturingseenheid voor toepassing in Ex-zone 1 en 2 (gassen)
Aanduiding: ATEX II 2G Ex de IIC T6
EG-typeverklaring: PTB 03 ATEX 1024
Ex-markering op het typeplaatje:
Besturingseenheid voor toepassing in Ex-zone 21 en 22 (stoffen)
NL
Aanduiding: ATEX II 2D tD A21 IP6X T 80 °C
EG-typeverklaring: IBeXU 00 ATEX 1079
Ex-markering op het typeplaatje
2.2
Reglementair gebruik
Doel van het apparaat
Het meetsysteem FW300 Ex is uitsluitend bestemd voor de continue meting
van de stofconcentratie in stof/gasmengsels.
2.3
Gebruiksbeperkingen
WAARSCHUWING: explosiegevaar in explosiegevaarlijke omgevin-
gen
Gebruik het meetsysteem in explosiegevaarlijke omgevingen alleen
in overeenstemming met de aanduiding van het apparaat.
Gebruik het meetsysteem alleen binnen de in deze gebruiksaanwij-
zing en op het typeplaatjes gespecificeerde temperatuurgrenzen.
De vermelde waarden mogen ook gedurende korte tijd niet worden
overschreden.
Monteer de zend-/ontvangsteenheid en draaireflector niet aan lei-
dingen, reservoirs of andere installatiebereiken die explosieve gas-
en/of stofmengsels kunnen bevatten.
18
Safety Information for Ex Devices
Subject to change without notice
Bij apparaten die in explosiegevaarlijke omgevingen worden gebruikt:
De installatie, de inbedrijfstelling, het onderhoud en de controle
●
mag alleen worden uitgevoerd door ervaren personeel dat de regels
en voorschriften ten aanzien van explosiegevaarlijke omgevingen
kent, in het bijzonder: ontstekingsbeschermingsklassen, installatie-
regels en zone-indeling.
Toe te passen normen (voorbeelden):
●
– IEC 60079-14, aanhangsel F: Kennis, vakbekwaamheid van ver-
antwoordelijke uitvoerende personen en ontwerpers
– IEC 60079-17: Inspectie en onderhoud van elektrische installa-
ties
– IEC 60079-19: Reparatie, revisie en renovatie van materieel
2.4
Productbeschrijving
WAARSCHUWING: Explosiegevaar
De spoelluchteenheden mogen uitsluitend volgens hun specificatie
●
worden gebruikt en geïnstalleerd.
Van kracht zijn zonder restrictie de bijbehorende gebruiksaanwijzingen
voor ventilator en ventilatormotor.
De door de ventilator getransporteerde lucht mag geen explosieve
●
bestanddelen bevatten (aanzuiging alleen vanuit de veilige omge-
ving).
Bij de classificatie van de omgeving van de meetplaats als Ex-zone
●
mag alleen een antistatische spoelluchtslang worden gebruikt.
2.5
Montage en installatie
WAARSCHUWING:
Neem bij alle montagewerkzaamheden de geldende veiligheidsbe-
palingen en de veiligheidsvoorschriften in hoofdstuk 1 in acht.
Voer montagewerkzaamheden aan installaties met potentiële geva-
ren (voor de gezondheid schadelijke, hete, agressieve of explosieve
gassen of gas/stofmengsels, hoge inwendige kanaaldruk) alleen bij
een stilstaande installatie uit.
Tref gepaste veiligheidsmaatregelen tegen eventuele plaatselijke of
van de installatie uitgaande gevaren.
WAARSCHUWING: Explosiegevaar
De restricties betreffende de inzet moeten absoluut in acht worden
genomen.
WAARSCHUWING: Explosiegevaar
De weerkappen voor analysator en externe spoelluchteenheid mogen
niet in de Ex-zone worden geïnstalleerd.
WAARSCHUWING: Explosiegevaar
Voor een veilige spoelluchttoevoer die aan de eisen van de Ex-bescher-
ming voldoet, is de exploitant verantwoordelijk.
De door de ventilator getransporteerde lucht mag geen explosieve
bestanddelen bevatten.
Zorg ervoor dat de spoellucht in geen geval uit de Ex-zone wordt
aangezogen (geldt voor alle spoelluchteenheden).
Gebruik uitsluitend een antistatische spoelluchtslang als de omge-
ving van de meetplaats als Ex-zone is geclassificeerd.
Neem de informatie in de aparte gebruiksaanwijzingen voor ventila-
tor en ventilatormotor in acht.
2.6
Inbedrijfstelling en parametrering
WAARSCHUWING:
De zend-/ontvangsteenheid moet voor de focussering worden
geopend.
Voer de focussering ter plaatse, buiten de Ex-omgeving uit.
WAARSCHUWING: Explosiegevaar
Sluit op de RS 232-interface in de aansluitruimte van de aansluit-
eenheid voor zone 1 en 2 resp. op de bus in de aansluiteenheid voor
zone 22 alleen een pc/laptop aan als er aantoonbaar geen sprake
is van explosiegevaar.
2.7
Foutdiagnose
WAARSCHUWING: Explosiegevaar
Open de drukvaste behuizingen van de zend-/ontvangsteenheid
alleen als deze componenten zich buiten de Ex-zone bevinden.
Schakel het meetsysteem vóór het openen van de aansluitkast van
de aansluiteenheid voor zone 1 en 2 (gassen) resp. van de aansluit-
eenheid voor zone 22 (stoffen) evenals het losmaken en vastklem-
men van kabels spanningsvrij.
Controleer spanningen alleen als er geen sprake is van Ex-condities
(installatie buiten werking of aansluiteenheid buiten de Ex-zone con-
troleren).
8019869/V1-0/2016-05 | SICK