Problemen oplossen
PROBLEEM
Motor wil niet starten
Motor slaat af of verliest
vermogen nadat het is
gestart
Overmatig trillen
Maaier beweegt niet /
verlies tractie
Gras wordt niet goed
gemaaid
Slechte grasafvoer
Olielekkage
20
MOGELIJKE OORZAAK
1. Brandstoftank leeg.
2. Starter niet geplaatst.
3. Bougiekabel niet aangesloten.
4. Bedrading los.
5. Accu leeg.
1. Maaibladhendel wordt losgelaten of wordt niet
stevig genoeg tegen de aandrijfhendel aangehouden.
2. Brandstoftank leeg.
3. Luchtvoorfilter en/of luchtfilter van de motor
vervuild.
4. Bougie vuil of elektrodenafstand niet goed
ingesteld.
5. Water, vuil of oude brandstof in het
brandstofsysteem.
1. Maaiblad beschadigd, niet goed uitgelanaceerd of
verbogen.
2. Losse maaibladonderdelen.
3. Luchtfilter zit los of ontbreekt (indien aanwezig).
4. Beschadigde of gerafelde riem.
1. Vuil hoopt zich op of rondom de onderdelen van
de aandrijving.
2. Transmissiekabel moet worden afgesteld.
3. Aandrijfriem moet worden vervangen.
4. Transmissie beschadigd.
1. Maaihoogte is te hoog of te laag.
2. Snelheid te hoog.
3. Maaiblad stomp of beschadigd.
1. Snelheid te hoog.
2. Gras is nat.
3. Ernstig versleten of beschadigd maaiblad.
4. Opeenhoping van gemaaid gras en vuil onder het
maaidek.
5. Verkeerd maaiblad op het dek gemonteerd.
6. Maaiblad verkeerd op het dek gemonteerd.
1. Peilstok zit los.
2. Aftapplug zit los.
3. Oliepeil te hoog.
4. Olieafdichtingen beschadigd.
OPLOSSING
1. Vul de brandstoftank met verse brandstof.
2. Plaats de starter in het bedieningspaneel.
3. Steek de bougiekabel op de bougie.
4. Sluit bedrading aan.
5. Laad de accu op of vervang deze.
1. Maaibladhendel moet tijdens het gebruik van de
maaier altijd stevig tegen de aandrijfhendel worden
vastgehouden.
2. Vul de tank met brandstof tot aan het juiste peil.
3. Reinig of vervang het voorfilter en/of luchtfilter.
4. Voer onderhoud uit aan de bougie.
5. Tap het brandstofsysteem af en reinig het.
1. Raadpleeg een erkende dealer.
2. Raadpleeg een erkende dealer.
3. Raadpleeg een erkende dealer.
4. Raadpleeg een erkende dealer.
1. Verwijder het vuil.
2. Stel transmissiekabel af.
3. Raadpleeg een erkende dealer.
4. Raadpleeg een erkende dealer.
1. Stel de maaihoogte af.
2. Afstellen op lagere snelheid.
3. Raadpleeg een erkende dealer.
1. Afstellen op lagere snelheid.
2. Maai als het gras droog is.
3. Raadpleeg een erkende dealer.
4. Reinig het maaidek.
5. Raadpleeg een erkende dealer.
6. Raadpleeg een erkende dealer.
1. Zorg dat de peilstok/olievuldop goed vastzit.
2. Controleer en draai de aftapplug vast.
3. Tap overtollige motorolie af.
4. Raadpleeg een erkende dealer.
www.snapper.com