6. MODUS COMPASS
De modus Compass dient ter ondersteuning van de GPS-functies en helpt u ook bij
de navigatie als GPS is uitgeschakeld. Dankzij de kompassensor met drie assen
geeft het kompas ook de juiste koers aan wanneer het in een hoek van maximaal 30
graden wordt gehouden. In het menu Compass kunt u de helling instellen en kunt u
het kompas zodanig kalibreren dat de afgelezen waarden op elke plaats juist zijn.
Windstreken
Koers
Shortcuts
(tijd, koers (bea),
koersvergrendeling)
Voordat u aan de tocht begint
•
Het kompas kalibreren (
•
De helling van het kompas instellen (
Tijdens de tocht
•
Het kompas gebruiken voor de navigatie op onbekend terrein
•
Informatie over de juiste richting verkrijgen als GPS is uitgeschakeld of als u zich
te langzaam voortbeweegt voor het gebruik van GPS.
)
CALIBRATE
DECLINATION
Noordindicator
)
11