Kabelinvoeren; Elektrische Aansluitingen; Ingebruikname; Bedrijfsinstructies - ABB WirelessHART TTF300-W Instrucciónes De Puesta En Marcha

2.2.1

Kabelinvoeren

De kabelwartels worden geleverd en gecertificeerd volgens
ATEX of IECEx. Voor het gebruik in zone 0 mogen alleen de
meegeleverde kabelwartels worden gebruikt.
De toepassing van kabelwartels en afsluiters van een
eenvoudig model is niet toegestaan.
De zwarte stoppen in de kabelwartels dienen als
transportbeveiliging. Niet gebruikte kabelinvoeren moeten vóór
de inbedrijfname met de meegeleverde afsluiters worden
afgesloten.
De buitendiameters van de aansluitkabels moet tussen 6 mm
(0,24 inch) en 12 mm (0,47 inch) liggen om de vereiste
afdichting te verkrijgen.
De kabelwartels moeten na de montage van het apparaat
beschermd worden tegen mechanische beschadigingen.
2.2.2

Elektrische aansluitingen

Op de meetomvormers mogen eenvoudige elektrische
bedrijfsmiddelen conform EN 60079-11 en toegestane
temperatuurvoelers (bijv. TSC 4xx van ABB) worden
aangesloten.
De handleidingen van de aangesloten bedrijfsmiddelen,
temperatuurvoelers en sensoren moeten in acht worden
genomen.
Sensoringangen
Weerstandsthermometer,
weerstanden
Maximale spanning UoWi = 5,4 V
Kortsluitstroom Io = 25 mA
Maximaal vermogen Po = 34 mW
Inwendige Li = 0 mH
inductiviteit
Inwendige capaciteit Ci = 49 nF
Max. toegestane Lo = 5 mH
uitwendige
inductiviteit IIC
Max. toegestane Co = 2,25 μF
uitwendige capaciteit
IIC
HART maintenance port
HART maintenance
port bij TTF300-W
Maximale spanning Uo = 5,4 V
Kortsluitstroom Io = 25 mA
Maximaal vermogen Po = 34 mW
Inductiviteit Li = 0 mH
Capaciteit Ci =1,2 μF
6 - NL CI/TTF300-W-X1 Rev. A | TTF300-W
2.3
De ingebruikname en parametrering van het apparaat mag
ook in een explosiegevaarlijk gebied via een overeenkomstig
toegestane handheld terminal plaatsvinden.
De aansluiting van de handheld terminal vindt plaats op de
interne HART maintenance-poort van het apparaat (zie „Afb.
8" op pagina 13).
De in hoofdstuk „HART maintenance port" op pagina 6
aangegeven waarden moeten daarbij worden opgevolgd.
2.4
2.4.1
Het gelakte oppervlak van de behuizing evenals
kunststofdelen in het apparaat kunnen elektrostatische
ladingen opslaan.
Explosiegevaar!
Het apparaat mag niet in een zone worden gebruikt waarin
een procesgerelateerde elektrostatische oplading van de
behuizing kan ontstaan.
Bij onderhoud aan het apparaat mag er geen gevaarlijke
elektrostatische oplading optreden.
2.4.2
Bij het vervangen van de batterij van het apparaat de volgende
punten in acht nemen:
— De batterij mag bij de aanwezigheid van een
Thermo-
elementen,
spanningen
Uo = 1,2 V
— De batterij mag niet worden kortgesloten.
Io = 50 mA
— De voorschriften van de betreffende
Po = 60 mW
Li = 0 mH
— Elektrostatische ladingen van de kunststofbehuizing van
Ci = 49 nF
Lo = 5 mH
Het vervangen van de batterij overeenkomstig de beschrijving
in de bijbehorende handleiding uitvoeren.
Co = 1,45 μF
Maximale buitenste
aansluitwaarden
Ui = 2,6 V
Ii = 25 mA
—
Lo = 1 mH (IIC)
Co = 0,4 μF (IIC)

Ingebruikname

Bedrijfsinstructies

Bescherming tegen elektrostatische ontladingen

WAARSCHUWING

Vervangen van de batterij

explosiegevaarlijke atmosfeer worden vervangen, omdat
alle stroomcircuits van het apparaat intrinsiek veilig zijn
uitgevoerd.
bedrijfsveiligheidsbepaling dienen opgevolgd te worden.
de batterij door passende maatregelen voorkomen.