DBI SALA 8513448 Instrucciones Específicas página 8

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 6
VOOR GEBRUIK
• Controleer de indicator voor slijtage van de rem (A). Wanneer de indicator zich in het rode gebied bevindt, gebruik het windas dan niet.
Retourneer het windas naar een geautoriseerd reparatiecentrum voor onderhoud.
• Trek de kabel volledig uit en inspecteer deze op schade. Controleer de verbindende musketonhaak, huls en verbindingsstukken aan het
NL
kabeluiteinde. Controleer de hendel en hardware voor montage.
• Gebruik van deze apparatuur in gebieden met milieugevaren kan aanvullende voorzorgsmaatregelen vereisen om de mogelijkheid op letsel
voor gebruiker of schade aan de apparatuur te verminderen. Gevaren kunnen omvatten, maar zijn niet beperkt tot: hitte, chemicaliën, corrosieve
omgeving, hoogspanningsleidingen, gassen, bewegende machinerie en scherpe hoeken. Neem contact op met DBI-SALA wanneer u vragen heeft
over gebruik van deze apparatuur in gebieden waar milieugevaren bestaan.
GEBRUIK
• Bij het vastmaken van het windas aan de beugel voor snelmontage (B) dient bevestigingstap eind (C) structurele draaghendel (D) op te vangen.
• Bij het vastmaken van het windas aan de geavanceerde beugel voor windas montage (E) dient bevestigingsbout (F) structurele draaghendel (D)
op te vangen.
• Plaats het ankerpunt direct boven het werkgebied. Werk niet in een hoek die groter is dan 5° van verticaal.
• Vermijd werken op plekken waar de kabel in contact zal staan met of zal schuren tegen een scherpe hoek. Bedek scherpe hoeken om de kabel te
beschermen.
• Laat ten minste 4,5 kg kracht op de lijn staan bij uittrekken of terughalen.
VOORZICHTIG: Probeer de unit niet modificeren of te repareren. Retourneer de unit naar een erkend reparatiecentrum voor onderhoud.
WAARSCHUWING: Trek de kabel niet verder uit dan de aanbevolen afstand. De kabel is rood gemarkeerd dichtbij het uiteinde ervan. TREK DE
KABEL NIET VERDER UIT DAN DE RODE MARKERING.
ONDERHOUD
• Reinig de buitenkant van het windas periodiek met water en een mild reinigingsmiddel. Reinig labels zoals voorgeschreven. Reinig en smeer het
kabeltouw ten minste tweemaal per jaar. Gebruik geen oplosmiddelen voor het reinigen van het kabeltouw omdat deze de interne smering van het
kabeltouw aantasten. Smeer het kabeltouw met een doek en een lichte machineolie.
• Nadat het windas vijf tot acht keer gebruikt is dient een licht smeermiddel, zoals WD-40, in de smeergaten van het remblokje gespoten te
worden. Er bevinden zich twee smeergaten langs de achterzijde van de behuizing. Een label geeft deze locaties aan. Een derde smeergat bevindt
zich in het midden van de indicator voor slijtage van het remblokje (A).
• Vervangende onderdelen en onderhoudsprocedures dienen geleverd en uitgevoerd te worden door een door de fabriek erkend servicecentrum.
Een autorisatie- en retournummer dienen door DBI-SALA afgegeven te worden.
• Sla het windas op in een droge, geventileerde ruimte.
INSPECTIE
• Het anker dient ten minste eenmaal per jaar door een competent persoon, anders dan gebruiker, te worden geïnspecteerd. Leg de
inspectiedatum en de resultaten vast in het inspectielog (te vinden in Algemene instructies, formulier T1000002).
• Inspecteer alle schroeven, bouten en moeren. Zorg ervoor dat ze alle stevig bevestigd en vastgedraaid zijn. Controleer of bouten, moeren of
andere onderdelen ontbreken of vervangen of op enige wijze gewijzigd zijn. Zorg ervoor dat deksels en behuizing vrij zijn van scheuren, deuken,
corrosie of andere schade.
• De permanente crank (indien aanwezig) dient vrij te zijn van scheuren, deuken, corrosie en overmatige slijtage. De hendel mag niet gebogen of
vervormd zijn en moet vrij kunnen roteren. De borgpen moet de hendel vergrendelen en deze loodrecht op de arm houden
• Afneembare crank (indien aanwezig) dient in elk van de aandrijfhubs te vergrendelen en vrij te zijn van scheuren, knikken of andere
schade. Controleer dat elke hendel op de crank vastzit. Gebruik, indien nodig, Loctite262 of gelijkwaardige draadgangvergrendeling op de
verankeringsschroeven om deze goed vast te laten zitten. Het windas mag niet gebruikt worden tenzij de crank volledig functioneert.
• De verbindende musketonhaak mag niet beschadigd, kapot of vervormd zijn of scherpe hoeken, bramen, scheuren, versleten onderdelen of
corrosie hebben. Zorg ervoor dat de musketonhaak juist werkt. Het haakgat moet vrij kunnen bewegen en bij sluiting vergrendelen. De haak moet
vrij kunnen draaien.
• Controleer de indicator voor slijtage van de rem (A). Deze bevindt zich in het midden van de 4:1 aandrijfhub. Wanneer de indicator zich in het
rode gebied bevindt, stel het windas dan buiten gebruik en retourneer deze aan DBI-SALA of een erkend reparatiecentrum voor reparatie.
• Inspecteer alle identificatie- en waarschuwingslabels en zorg ervoor dat deze leesbaar en goed bevestigd zijn.
• Controleer de digitale teller; wanneer deze sinds de laatste servicebeurt bij de fabriek meer dan 30.000 cycli heeft gedraaid - vastgelegd in het
inspectielog, retourneer het windas dan naar DBI-SALA of een erkend reparatiecentrum voor onderhoud.
• Controleer de werking van het windas in hoge en lage snelheidsposities.
• Inspecteer de kabelopsluitveer. Deze moet druk op de lijn zetten. Als het plastic slijtageblokje vervangen moet worden, retourneer het windas
dan naar een erkend servicecentrum.
Inspectie reddingslijn:
Kabeltouw: Als het windas gebruik maakt van kabeltouw, inspecteer dan de volledige lengte van de kabeltouwmontage, beginnend bij de haak.
Draag altijd beschermende handschoenen bij het hanteren van kabeltouw.
• Inspecteer op gebroken kabels door het kabeltouw door handen (in handschoenen) te leiden en het elke 5 tot 10 cm te buigen om
onderbrekingen bloot te leggen. Kabeltouw met aanzienlijke schade dient buiten bedrijf gesteld te worden.
• De kabeltouwmontage dient vervangen te worden door een erkend servicecentrum als er zes of meer willekeurig verdeelde gebroken kabels in
één slag aanwezig zijn, of drie of meer gebroken kabels in één streng van één slag.
• De kabeltouwmontage dient vervangen te worden door een erkend servicecentrum als er zich binnen een afstand van 2,5 cm van de metalen
compressiehulzen aan elk uiteinde van de montage gebroken draden bevinden.
• Inspecteer de volledige lengte van het kabeltouw op tekenen van corrosie.
Synthetisch touw: Als het windas gebruik maakt van synthetisch touw, inspecteer dan de volledige lengte van de touwmontage, beginnend bij
de haak:
• Inspecteer op intensieve slijtage, gerafelde strengen, gebroken garen, insnijdingen en afgeschaafde plekken. De lijn dient over de gehele lengte
vrij te zijn van knopen, overmatige vervuiling, zware verfopeenhoping en roestvlekken.
• De lijn dient vrij te zijn van chemische of hitteschade, wat aangegeven wordt door bruine, verkleurde of broze gebieden.
• De lijn dient vrij te zijn van ultraviolette schade, wat aangegeven wordt door verkleuring en de aanwezigheid van splinters en snippers op het
oppervlak van het touw.
• Beschadigd of twijfelachtig touw moet vervangen worden door een erkend servicecentrum.
BELANGRIJK: Extreme bedrijfscondities (ruwe omgeving, langdurig gebruik, enz.) kunnen een hogere frequentie van inspecties vereisen.
Levensduur: Zolang het digitale windas de inspectie van een competent persoon doorstaat, kan deze in bedrijf blijven.
8

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido