nl
|
Bedrijf
Burst-melding (Burst Message) 2 verzendt informatie (hoofdzakelijk fouten en
waarschuwingen) van commando (Command) 48 bij een wijziging (On-Change)
en periodiek over langere tijdsintervallen.
Burst-melding (Burst Message) 3 is gedeactiveerd.
9.3.2
Waarschuwing voor zuurstofgebrek
Het gebruik van één van deze configuraties heeft de volgende effecten:
Burst-melding (Burst Message) 1 verzendt informatie van commando
(Command) 9, nadat de gasmeetwaarde (Primary Value [PV]) aan
variabelenslot (Variable Slot) 0 de activeringsdrempel (Trigger Level) met de
eenheid Vol% onmiddellijk heeft overschreden. De volgende burst-meldingen 1
worden in actualiseringsintervallen (Update Periods) verzonden. Bovendien
worden continu gasmeetwaarden verzonden, onafhankelijk van het
overschrijden van de activeringsdrempel.
Burst-melding (Burst Message) 2 verzendt informatie (hoofdzakelijk fouten en
waarschuwingen) van commando (Command) 48 bij een wijziging (On-Change)
en periodiek over langere tijdsintervallen.
Burst-melding (Burst Message) 3 is gedeactiveerd.
9.3.3
Waarschuwing voor zuurstofgebrek en
zuurstofverrijking
Het gebruik van één van deze configuraties heeft de volgende effecten:
Burst-melding (Burst Message) 1 verzendt informatie van commando
(Command) 9, nadat de gasmeetwaarde (Primary Value [PV]) aan
variabelenslot (Variable Slot) 0 het drempelvolume (Trigger Level) met de
eenheid Vol% onmiddellijk heeft overschreden. De volgende burst-meldingen 1
worden in actualiseringsintervallen (Update Periods) verzonden. Bovendien
worden continu gasmeetwaarden verzonden, onafhankelijk van het
overschrijden van de activeringsdrempel.
Burst-melding (Burst Message) 2 verzendt informatie van commando
(Command) 9, nadat de gasmeetwaarde (Primary Value [PV]) aan
variabelenslot (Variable Slot) 0 de activeringsdrempel (Trigger Level) met de
eenheid Vol% onmiddellijk heeft overschreden. De volgende burst-meldingen 1
212
Gebruiksaanwijzing
|
Dräger Polytron
worden in actualiseringsintervallen (Update Periods) verzonden. Bovendien
worden continu gasmeetwaarden verzonden, onafhankelijk van het
overschrijden van de activeringsdrempel.
Burst-melding (Burst Message) 3 verzendt informatie (hoofdzakelijk fouten en
waarschuwingen) van commando (Command) 48 bij een wijziging (On-Change)
en periodiek over langere tijdsintervallen.
9.4
Configuratie voor repeater
De configuratie kan via PolySoft worden aangepast.
Het gebruik van deze configuratie heeft de volgende effecten:
Burst-melding (Burst Message) 1 verzendt informatie van commando
(Command) 48 bij een wijziging (On-Change) en periodiek over langere
tijdsintervallen.
Burst-melding (Burst Message) 2 is gedeactiveerd.
Burst-melding (Burst Message) 3 is gedeactiveerd.
10
Bedrijf
10.1
Uitzonderingen
In de speciale toestand is een correcte meting of alarmgeving niet
gewaarborgd.
Speciale toestanden zijn:
–
Gasconcentratie buiten het meetbereik
–
Fouten
–
Kalibratie
–
Bumptest
–
Inloopfase
–
Onderhoudsmodus
Speciale toestanden worden in PolySoft weergegeven.
®
6100 EC WL, Dräger Polytron
®
Repeater WirelessHART
®