Spot-modus
• Door op de knop Spot-modus AAN/UIT te
drukken, wordt de Spot-modus geactiveerd.
NB:
Indien nodig kan het niveau van de reini-
gingsoplossing en borsteldruk in Spot-mo-
dus handmatig worden aangepast. De
Spot-modus is bedoeld voor extreem vuile
vloeren.
Werken met de programmatoets
• Wanneer u bij het begin van het werk op de
programmaknop drukt, worden alle functies
van de machine opgestart met de laatst ge-
bruikte waarde.
• Daarnaast worden de frontreiniging voor de
borstels en de randreiniging automatisch
omlaag gelaten naar de werkpositie.
NB:
De betreffende functie wordt gewist door
nogmaals op de knop te drukken. De zuig-
motor loopt nog een voorafbepaalde tijd
door om het druipen te minimaliseren. Het
display blijft knipperen tot de zuigmotor is
uitgeschakeld.
NB:
De ingestelde waarden kunnen tijdens het
werken op elk moment worden aangepast.
Wanneer u de machine uitschakelt, wor-
den de ingestelde waarden opgeslagen en
automatisch geactiveerd als u de machine
weer inschakelt.
NB:
Door op de programmaknop te drukken bij
het einde van het werk wordt een geopti-
maliseerd programma in werking gezet
voor de eindactiviteiten: Zie beschrijving
op pagina 278 onder (automatische wer-
king).
Instellingen en geactiveerde functies wor-
den opgeslagen.
Werken alleen met front- en randreiniging
• Druk op de knop Programma AAN/UIT.
De zuigmotor start en de zuigmond wordt
automatisch tot de werkpositie verlaagd.
De toevoer van de reinigingsoplossing wordt
gestart als de borstels draaien.
De borsteleenheid gaat omlaag.
De front- en randreiniging voor de borstels
worden automatisch verlaagd tot de werkpo-
sitie.
• Druk op de knop voor de toevoer van reini-
gingsoplossing (AAN/UIT) om deze te stop-
pen.
• Druk op de knop Borstelaandrijving (AAN/
UIT) om deze te tillen en stoppen.
276
• Druk op de knop Zuigaggregaat (AAN/UIT)
om deze te tillen en stoppen.
NB:
Bij werken met de randreiniging is het
noodzakelijk om regelmatig het verzamel-
de vuil aan de frontreiniging te controleren.
• Rijd daarvoor twee meter terug.
Front- en randreiniging worden daarbij gestopt en omhoog
gezet.
Een trilelement verwijdert daarbij het vuil van de frontreini-
ging.
NB:
Schakel de machine niet uit.
• Veeg het vuil met een bezem en schep op en deponeer het
in de daarvoor aangebrachte emmer.
• Rijd verder met de machine.
Positie-indicator
NB:
Bij deze machine is een positieindicator
ingebouwd die naar de positie van de In-
telliSweep wijst, die zich aan de rechter-
kant van de machine bevindt.
• Let bij het reinigen in de buurt van
muren of obstakels op de positie-in-
dicator.
Daarmee kunt u de afstand tot aan
de muur of het obstakel beter in-
schatten.