Beginnen met reinigen
• Als de machine ingeschakeld is en er
iemand op het opstapje staat, zet de
machine zich in beweging zodra het
rijpedaal wordt bediend. Indien gese-
lecteerd, worden de borsteleenheid
en de randreiniging gestart en wordt
de toevoer van de reinigingsoplos-
sing geopend.
De rijsnelheid wordt geregeld door
het gaspedaal. Bij het loslaten van de
rijschakelaars wordt de machine af-
geremd tot deze stopt en dan wordt
de parkeerrem geactiveerd. De voe-
ding van de reinigingsvloeistof wordt
gesloten, de borsteleenheid en de
randreiniging worden met enige ver-
traging gestopt.
NB:
De toegevoerde hoeveelheid van de reini-
gingsoplossing wordt aangepast aan de
desbetreffende werksnelheid. (IntelliFlow)
Let op:
Tijdens het werken op een verhoogd of
smal gebied moet de knop voor langzame
snelheid AAN/UIT worden ingedrukt. (Indi-
cator licht op) Daardoor wordt de maxima-
le snelheid verminderd en de kans op
ongevallen beperkt.
• Als u nogmaals op de knop drukt, wordt de
begrenzing uitgeschakeld en gaat de indica-
tor uit.
• Als het rode lampje bij de batterij-indicator
begint te branden, moet u de machine naar
de lader rijden.
Capaciteit van de batterij – einde van de operationele wer-
king
De batterij-indicator geeft informatie over de beschikbare
werktijd.
• Als het rode lampje begint te knipperen, heeft u nog onge-
veer 5 minuten resterende werktijd.
• Daarna wordt de borsteleenheid – en 30 seconden later de
zuigmond – omhoog gebracht. Het rode lampje brandt nu
continu.
• U heeft dan nog 10 minuten om de machine naar het laad-
station te rijden. Daarna schakelt de machine automatisch
uit.
• Voor een hernieuwde inbedrijfstelling moeten de batterijen
volledig worden geladen.
Reinigingsmethode
Directe werkwijze:
Schrobben, drogen, nat reinigen en zuigen in een enkele han-
deling.
Indirecte werkwijze:
Reinigingsoplossing vullen, schuren, droog reinigen en zui-
gen in verschillende fasen.
NB:
Onder bepaalde omstandigheden bij een
speciale combinatie van soort vloer/ver-
vuiling en reinigingsmiddel kan de machi-
ne verminderd bestuurbaar zijn.
Door optioneel leverbare wielen kan de
tractie van de machine op de vloer worden
verbeterd. Neem hiervoor contact op met
TASKI-adviseur.
Bijvullen van de reinigingsoplossing
Let op:
Werken zonder reinigingsoplossing kan
leiden tot beschadiging van de vloer.
NB:
Een ratelend geluid van de pomp wijst
erop dat de schoonwatertank (flextank)
leeg is.
Let op:
De pomp mag nooit gedurende langere tijd
drooglopen.
• De machine moet uitgeschakeld zijn.
• Open het tankdeksel.
• Vul de schoonwatertank (Flextank) met water, zie pagina
274.
• Voeg het reinigingsmiddel toe met de maatbeker.
• Kantel het tankdeksel weer terug in de oorspronkelijke po-
sitie en druk het omlaag totdat het vastklikt.
Vuil water legen
Indicator volle vuilwatertank:
• Als de indicator van de vuilwatertank brandt,
wordt het reinigingsprogramma onderbro-
ken, gaat de zuigmond omhoog en wordt de
zuigeenheid uitgeschakeld.
• Legen van de vuilwatertank, zie pagina 278.
NB:
Als er restjes schuim in de tank achterblij-
ven, licht de indicator van de vuilwatertank
eveneens op.
• Legen van de vuilwatertank, zie pagina 278.
NL
277