9.5.2 Aanhangerkoppeling
LET OP
Let er bij het aan- en afkoppelen op dat zich niemand in de
gevarenzone bevindt.
Aanhangerkoppeling
1
Contactdoos voor aanhanger
2
Instructie
Toegestane steunlast en aanhanglast, zie 16 Technische
gegevens.
Er mogen alleen aanhangers met oploopremsysteem wor-
den aangekoppeld.
De steunlast is afhankelijk van de aanhanginrichting en de
banden.
10
Transport
10.1 Voertuig verladen
GEVAAR
Gevaar voor letsel door verkeerd transport
Houd rekening met het gewicht van het voertuig.
Rijd het voertuig langzaam en voorzichtig op het transport-
voertuig.
LET OP
Beschadiging van het voertuig
Verlaad het voertuig niet met een kraan.
Gebruik geen vorkheftruck.
1. Voertuig met lage snelheid op het transportvoertuig rij-
den.
Instructie
Als het voertuig niet kan rijden, zie hoofdstuk 10.2 Voertuig
wegslepen.
10.1.1Transportbeveiliging op het knikscharnier
aanbrengen
Pen met borgsplitpen
1
284
Transportbeveiliging
2
Opbergen transportbeveiliging
3
1. Borgsplitpennen eruit trekken.
2. Beide pennen eruit trekken.
3. Transportbeveiliging uit de opbergplaats trekken.
4. Transportbeveiliging aanbrengen.
5. Pennen erin steken.
6. Pennen met borgsplitpen borgen.
10.1.2Voertuig borgen
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen
Beveilig het voertuig voor het transport tegen verschuiven.
1. Voertuig parkeren.
2. Voertuig met spanbanden aan de weergegeven beves-
tigingspunten aan beide zijden borgen.
10.2 Voertuig wegslepen
LET OP
Beschadigingsgevaar door ondeskundig wegslepen
Het wegslepen van een hydrostatisch aangedreven voer-
tuig is slechts beperkt mogelijk, meestal tot enkele meters
beperkt. Sleep daarom het voertuig slechts uit de gevaren-
zone van het stromende verkeer en zorg voor een trans-
portmogelijkheid.
Sleep het voertuig slechts met stapsnelheid weg.
Vertrek langzaam en zonder schokken.
Bevestig het voertuig voor het wegslepen slechts aan het
sleepoog (vooraan) of de aanhanginrichting (achteraan).
Gebruik bij voorkeur een geschikte sleepstang.
1. Om het voertuig weg te slepen, moeten eerst de hydrau-
lische remcilinders gelost en de beide bypassventielen
worden geopend.
10.2.1Sleepoog aanbrengen
Instructie
Het sleepoog met borgbout en borgclip bevindt zich in de
bestuurderscabine.
Bij voertuigen zonder EG-typevergunning is deze niet in de
leveringsomvang inbegrepen, maar kan deze als toebeho-
ren worden besteld (bestelnummer 2.852-220.0).
Nederlands