Functie voor het automatisch
aanpassen van de beeldkwaliteit
(alleen analoge RGB-signalen)
Als de monitor een ingangssignaal ontvangt,
worden de positie en de scherpte van het beeld
(fase/pitch) automatisch aangepast zodat er een
scherp beeld wordt weergegeven.
Fabrieksinstelling
Als de monitor een ingangssignaal ontvangt, wordt het signaal
automatisch afgestemd op een van de fabrieksinstellingen die in
het geheugen van de monitor zijn opgeslagen, om een beeld van
hoge kwaliteit in het midden van het scherm te verkrijgen.
Wanneer het ingangssignaal overeenkomt met de
fabrieksinstelling, wordt het beeld automatisch op het scherm
weergegeven met de juiste standaardinstellingen.
Als ingangssignalen niet overeenkomen met de
fabrieksinstellingen
Als de monitor een ingangssignaal ontvangt dat niet overeenkomt
met een van de fabrieksinstellingen, wordt de functie voor het
automatisch aanpassen van de beeldkwaliteit van de monitor
geactiveerd waardoor er altijd een scherp beeld verschijnt op het
scherm (binnen het volgende frequentiebereik):
Horizontale frequentie: 28–92 kHz (analoge RGB)
28–75 kHz (digitale RGB)
Verticale frequentie:
48–85 Hz (analoge RGB)
60 Hz (digitale RGB)
De eerste keer dat de monitor ingangssignalen ontvangt die niet
overeenkomen met een van de fabrieksinstellingen, kan het langer
dan normaal duren voordat het beeld op het scherm wordt
weergegeven. Deze aanpassingsgegevens worden automatisch in
het geheugen opgeslagen zodat de monitor de volgende keer op
dezelfde manier functioneert als wanneer de monitor signalen
ontvangt die wel overeenkomen met een van de
fabrieksinstellingen.
Als u fase, pitch en beeldpositie handmatig
aanpast
Voor sommige ingangssignalen kunnen de beeldpositie, fase en
pitch niet volledig automatisch worden aangepast. In dit geval
kunt u de instellingen handmatig aanpassen (pagina 16). Wanneer
u deze instellingen handmatig aanpast, worden deze als
gebruikersstanden in het geheugen opgeslagen en automatisch
weer opgeroepen wanneer de monitor dezelfde ingangssignalen
ontvangt.
KVM-functie (Keyboard-Video-
Mouse-functie)
U kunt maximaal 3 computers aansluiten op de USB-muis en het
USB-toetsenbord door via de INPUT toets (pagina 11) van de ene
naar de andere ingang over te schakelen.
De USB-poort
• Wij bevelen u aan om de USB-muis en het USB-toetsenbord
aan te sluiten op de USB-poort van het scherm. Als u de
apparaten niet aansluit zoals hierboven vermeld, functioneert
het scherm mogelijk niet naar behoren. Het is ook mogelijk
dat de apparaten die compatibel zijn met Bluetooth, niet naar
behoren functioneren.
• De USB-poort op het scherm is compatibel met de USB-
Full-Speed (max. 12 Mbps).
Opmerkingen
• Zelfs wanneer u op de INPUT toets drukt, kan het
voorkomen dat de computers niet onmiddellijk kunnen
omschakelen.
• Installeer het recentste USB-stuurprogramma voor het
gebruik van USB-apparaten. Het is mogelijk dat oudere
USB-stuurprogramma's niet naar behoren functioneren.
• Wanneer u een USB-hub gebruikt, schakel de
ingangssignalen dan naar AUTO UIT via het menu
INGANG ZOEKEN.
• Wanneer u deze monitor gebruikt met een aangesloten
USB-geheugen, wijzig dan het ingangssignaal niet tijdens
het gebruik van het USB-geheugen.
21
(NL)