ThyssenKrupp Rothe Erde Manual Del Usuario página 105

Montage · Smering · Onderhoud (MSO)
Geldt niet voor lagers met specifieke MSO-instructies – bij de levering van
vervangende lagers is het dringend noodzakelijk, dat met de installatiefabrikant contact
opgenomen wordt voor de montage, smering en het onderhoud.
Tabel 3: Smeermiddelen
Aralub
HLP 2
Castrol Molub-Alloy
OG 936 SF Heavy
Spheerol
EPL 2
Castrol Molub-Alloy
OG 9790/2500-0
Centoplex
EP 2
Grafloscon
C-SG 0 ultra
Lagermeister
EP 2
Ceplattyn
KG 10 HMF
Mobilux
EP 2
Mobilgear OGL
461
Gadus S2
V220 2
Gadus S2
OGH NLGI 0/00
Multis
EP 2
Copal
OGL 0
Loopbaan vet
Vertandings vet
Bij het gebruik van andere smeermiddelen
moet de smeermiddelfabrikant bevestigen
dat het desbetreffende smeermiddel
243 K tot 393 K
geschikt is. De eigenschappen moeten
(−30 °C tot +120 °C)
minstens overe enstemmen met de in tabel 3
vermelde vetten en de compatibiliteit met
243 K tot 373 K
de door ons gebruikte materialen moet
(−30 °C tot +100 °C)
verzekerd zijn. Bij het gebruik van automa-
tische smeerinrichtingen moet de smeer-
253 K tot 413 K
middelfabrikant bevestigen dat het desbe-
(−20 °C tot +140 °C)
treffende smeermiddel hiervoor geschikt is.
253 K tot 363 K
Bij lage temperaturen dienen speciale
(−20 °C tot + 90 °C)
smeermiddelen te worden gebruikt.
253 K tot 403 K
Smeermiddelen vormen een bedreiging
(−20 °C tot +130 °C)
voor de waterkwaliteit. Ze mogen niet in de
243 K tot 473 K
bodem, in het grondwater of de riolering
(−30 °C tot +200 °C)
dringen.
253 K tot 403 K
(−20 °C tot +130 °C)
263 K tot 413 K
(−10 °C tot +140 °C)
253 K tot 393 K
(−20 °C tot +120 °C)
253 K tot 393 K
(−20 °C tot +120 °C)
248 K tot 403 K
(−25 °C tot +130 °C)
263 K tot 473 K
(−10 °C tot +200 °C)
248 K tot 393 K
(−25 °C tot +120 °C)
248 K tot 423 K
(−25 °C tot +150 °C)
105
®
Neder-
lands