Functie En Beschrijving; Installatie; Onderzoek Vóór Gebruik - Tractel tempo 2 Manual De Empleo Y De Mantenimiento

Ocultar thumbs Ver también para tempo 2:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 21
28. Wanneer het verankeringssysteem bestemd is om de val van
een gebruiker te stoppen, dient de gebruiker een
valstopsysteem te gebruiken dat overeenkomt met de norm
EN 363. Dit systeem moet een stopvermogen van de val
garanderen dat lager is dan 6 kN. Wanneer het
verankeringssysteem er uitsluitend voor bestemd is om de
gebruiker te verplaatsten buiten de zones waar valrisico
bestaat, kan de operator zich verbinden met behulp van een
lijn zonder valstopsysteem in overeenstemming met de
norm EN 363. In dit geval zal het verankeringssysteem als
"gebiedsbegrenzing" gekwalificeerd worden.
29. Pons of markeer met onuitwisbare stift de maand en het jaar
van de eerste periodieke inspectie op het indicatielabel
voor de datum van de volgende periodieke inspectie.
Plaats het daarna op de met 'aa' gemerkte plek op het
identificatieplaatje.
NL
Vóór en tijdens het gebruik dient u de manier te overwegen
waarop een eventuele reddingsoperatie in alle veiligheid en
op een doeltreffende manier uitgevoerd kan worden.
SPECIALE TOEPASSINGEN
Voor speciale toepassingen, aarzel niet contact op te nemen
met TRACTEL® S.A.S.

Functie en beschrijving

De levenslijn Tempo 2 is een tijdelijke en vervoerbare, horizontale
levenslijn, conform de norm EN 795. De lijn is ook getest voor
een gebruik door 2 personen. De lijn kan aangepast worden van
5 tot 20 m. De weerstand van de eindverankeringen moet een
minimale breekweerstand van 28 kN bedragen.
Deze uitrusting moet gebruikt worden met een valbeveiligings­
systeem conform de norm EN 363.
Deze uitrusting is geschikt voor een gebruik op een werf in open
lucht en voor een temperatuurbereik gelegen tussen ­35°C en
+60°C.
De levenslijn Tempo 2 bestaat uit de volgende elementen:
• Een veiligheidssteun van 18 m uit riemen van 35 x 2 uit
polyamide gecertificeerd door TRACTEL
• Met een zelfklemmende spanner Tempo 2 uit verzinkt staal (T).
• Met een beveiligingsriem van 1 m.
• Met een riem van 50 x 4 uit polyamide gecertificeerd door
TRACTEL
(S).
®
• 2 connectors, geplaatst aan één kant van de lijn, op de
genaaide lus van de veiligheidssteun (L) en op de andere kant
op de genaaide lus van de beveiligingsriem (S).
• 2 riemringen AS30S lg 1.5 m.
• 1 transporttas.
Controleer, vóór de installatie van de levenslijn Tempo 2, of de
verankerpunten een voldoende mechanische breekweerstand
van 28 kN hebben.
1. Montage
Koppel de connector op de veiligheidssteun (L) van de levenslijn
Tempo 2 op het eerste verankerpunt en vervolgens de tweede
connector op de veiligheidsriem (S) op het tweede verankerpunt.
De twee verankerpunten mogen maximaal op 20 m van elkaar
geplaatst worden. De levenslijn moet zodanig geplaatst worden
dat de hellingshoek in verhouding tot de horizon geen enkel
risico op het glijden van de operator veroorzaakt in de as van de
"Tiroolse"­levenslijn bij het vallen van één of meerdere personen
en in alle gevallen mag deze hellingshoek niet meer dan 15°
bedragen.
18
OPGELET
(L).
®

Installatie

Om de spanning van de levenslijn Tempo 2 uit te voeren, trek
manueel aan de slappe draad van de veiligheidssteun, parallel
aan de as van de levenslijn om de pijl van de veiligheidssteun
zoveel mogelijk te verminderen. Allemaal de onder spanning
zettende kracht op de slappe streng te behouden. Ontkoppel de
teruglooprem van de spanner om het klemhandvat te bevrijden.
Schakel het klemhandvat in en maak minimum twee toeren uit
zodat de riem zich correct plaatst.
Plaats de teruglooprem opnieuw in positie zodra het toestel onder
spanning staat. Deze bewerking blokkeert het klemhandvat.
De levenslijn Tempo 2 moet op het hoogste punt en op het
minimumpunt op halve manshoogte geïnstalleerd worden.
OPGELET
Controleer, vóór de installatie, of niemand zich onder de
installatiezone van de levenslijn bevindt.
2. Demontage
Om de levenslijn Tempo 2 te demonteren, ontkoppel de
teruglooprem van de spanner om het klemhandvat te bevrijden.
Trek aan de gespannen streng van de riem om de pijl aan te
geven.
Ontkoppel vervolgens de twee connectors van de verankerpunten.
OPGELET
Controleer zorgvuldig of niemand op lijn gekoppeld is
voordat men deze ontspant.
Controleer of niemand zich onder de levenslijn bevindt.
Onderzoek vóór gebruik
Controleer:
• Controleer of de spanner (T) geen enkele vervormingen vertoont;
• Controleer visueel de staat van de veiligheidssteun (L);
• Visueel de staat van de beveiligingsriem (S);
• de installatieomstandigheden van het systeem (zie hoofdstuk
"installatie");
• Controleer of de gebruiker geen enkel obstakel tijdens en na
een val kan raken.
• Controleer de compatibiliteit van de valbeveiliging met de
omgeving van de installatie van de levenslijn Tempo 2.
• Controleer of de levenslijn goed gespannen is.
Gebruiksvoorwaarden
Om zich op de levenslijn Tempo 2 vast te koppelen, gebruiken de
gebruikers als mobiel verankerpunt een connector uit staaldraad
ø 10 mm, conform de norm EN 362.
De valbeveiliging conform de norm EN 353.2, EN 355 of EN 360
moet op het dorsaal verankerpunt van het harnas gekoppeld
worden, conform de norm EN 361.
Gebruik de levenslijn Tempo 2 niet onder de volgende
omstandigheden:
Temperatuur van meer dan +60°C en minder dan ­35°C.
In chemische omgevingen.
Opslag
De levenslijn Tempo 2 moet beschermd tegen vocht en aan een
temperatuur tussen ­35° en +60°C opgeslagen worden.

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido