3M PROTECTA Lanyard Manual Del Usuario página 148

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 48
1.0 TOEPASSINGEN
1.1
DOEL: Lijnen zijn ontworpen om een onderdeel te vormen van persoonlijke systemen voor valbescherming (Personal
Fall Arrest Systems, zie afbeelding 2). Ze kunnen valenergie verspreiden, valkrachten beperken die naar het lichaam
worden overgebracht, of worden gebruikt voor werkpositionering en -beperking, afhankelijk van het type. Afbeelding
1 geeft de modellen lijnen weer waarop deze instructiehandleiding van toepassing is. Deze systemen kunnen worden
gebruikt in de meeste situaties waarin een combinatie van mobiliteit voor de werknemer en valbeveiliging is vereist,
zoals bij inspectiewerkzaamheden, algemene bouwwerkzaamheden, onderhoudswerkzaamheden, olieproductie,
werkzaamheden in besloten ruimten, enz.
1.2
NORMEN: Uw lijn voldoet aan de nationale of regionale norm(en) die staan vermeld op de omslag van deze
instructies. Raadpleeg de regionale vereisten die van toepassing zijn op beroepsveiligheid voor aanvullende informatie
over persoonlijke valbescherming. Als dit product opnieuw verkocht wordt buiten het oorspronkelijke land van
bestemming, dient de wederverkoper deze instructies te leveren in de taal van het land waarin het product gebruikt
gaat worden.
1.3
TRAINING: Deze apparatuur is bedoeld voor gebruik door personen die zijn getraind in de juiste toepassing en het
juiste gebruik. Het is de eigen verantwoordelijkheid van de gebruikers om te zorgen dat ze bekend zijn met deze
instructies en getraind zijn in het juiste onderhoud en gebruik van deze apparatuur. Gebruikers moeten bovendien op
de hoogte zijn van de operationele eigenschappen, toepassingsbeperkingen en de gevolgen van onjuist gebruik.
1.4
VEREISTEN: Houd tijdens het installeren of gebruiken van deze apparatuur altijd rekening met de volgende
beperkingen:
Capaciteit: Lijnen zijn voor gebruik door één persoon met een gecombineerd gewicht (kleding, uitrusting, enz.)
dat voldoet aan het gewichtsbereik dat is gespecificeerd in afbeelding 1 voor het model lijn. Zorg ervoor dat alle
onderdelen van het systeem de juiste capaciteit hebben die nodig zijn voor de toepassing.
Verankering: Verankeringen die zijn geselecteerd voor valstopsystemen moeten bestand zijn tegen statische
belastingen die worden uitgeoefend in de richtingen die door het gehele systeem worden toegestaan, van ten
minste:
1.
12 kN voor metalen verankeringen of 18 kN voor textiele verankeringen voor niet-gecertificeerde
verankeringen, of
2.
Twee keer de maximale stopkracht voor gecertificeerde verankeringen.
Indien toegestaan op basis van het type verankering, moeten wanneer meer dan één valstopsysteem aan een
verankering is bevestigd, de sterkten die uiteengezet zijn in (1) en (2) worden vermenigvuldigd met het aantal
systemen dat is bevestigd aan die verankering.
Scheef vallen: Scheef vallen doet zich voor wanneer het verankeringspunt zich niet direct boven het valpunt
bevindt. De kracht waarmee een voorwerp tijdens een scheve val geraakt kan worden, kan ernstig letsel
veroorzaken (zie afbeelding 7). Minimaliseer scheef vallen door zo recht mogelijk onder het verankeringspunt te
werken.
Gevaren: Als deze uitrusting in zones met omgevingsgevaar wordt gebruikt, zijn er mogelijk extra maatregelen
nodig om de kans op letsel of schade aan de uitrusting te verkleinen. De gevaren kunnen bestaan uit, maar
zijn niet beperkt tot: hitte, bijtende chemicaliën, corrosieve omgevingen, hoogspanningsleidingen, explosieve
of giftige gassen, bewegende machines en materiaal boven het hoofd dat kan vallen en de gebruiker of het
valstopsysteem kan raken. Vermijd werkzaamheden in situaties waarin uw lijn de lijn van een collega kan kruisen
of daarmee verstrengeld kan raken. Vermijd werkzaamheden waarbij een object kan vallen en de lijn kan raken,
waardoor het risico ontstaat van het verlies van uw evenwicht of schade aan de lijn. Voorkom dat de lijn onder de
armen of tussen de benen door loopt.
2.0 GEBRUIK
2.1
VALBEVEILIGINGS- EN REDDINGSPLAN: De werkgever dient over een valbeveiligings- en reddingsplan
te beschikken. Het plan moet richtlijnen en vereisten bevatten voor een door de werkgever beheerd
valbeveiligingsprogramma, inclusief beleidslijnen, taken en training; valbeschermingsprocedures; het elimineren
en beheersen van valgevaren; reddingsprocedures; incidentonderzoeken; en evaluatie van de effectiviteit van het
programma.
2.2
REGELMAAT VAN INSPECTIE: De lijnen moeten worden geïnspecteerd door de werknemer
Daarnaast dienen inspecties te worden uitgevoerd door een deskundige
werkomstandigheden (ruige omgeving, langdurig gebruik, enz.) kunnen vereisen dat de frequentie van
inspecties door deskundigen wordt opgevoerd. De deskundige dient passende inspectiefrequenties te bepalen.
De inspectieprocedures zijn beschreven in het "Logboek voor inspectie en onderhoud" (tabel 2). De resultaten van
de inspectie door de deskundige moeten worden vastgelegd in het Logboek voor inspectie en onderhoud of worden
geregistreerd via het radiofrequentie-identificatiesysteem (RFID-systeem).
2.3
LICHAAMSONDERSTEUNING: Er moet een volledig lichaamsharnas met de lijn gebruikt worden. Het
verbindingspunt van het harnas moet boven het zwaartepunt van de gebruiker liggen. Er mag geen lichaamsgordel
met de lijn gebruikt worden. Als er een val plaatsvindt met een lichaamsgordel, kan deze onbedoeld losschieten en
lichamelijk trauma veroorzaken door onjuiste lichaamsondersteuning.
2.4
COMPATIBILITEIT VAN ONDERDELEN: Tenzij anders aangegeven, is 3M-apparatuur ontworpen voor gebruik
met alleen door 3M goedgekeurde onderdelen en subsystemen. Substituties of vervangingen door middel van niet-
goedgekeurde onderdelen of subsystemen kunnen de compatibiliteit van apparatuur in gevaar brengen en kunnen de
veiligheid en betrouwbaarheid van het volledige systeem beïnvloeden.
1 Werknemer: Elke persoon die beschermd is tegen vallen door een actief valbeschermingssysteem; of, in het geval van een valstopsysteem; een persoon die kan
vallen terwijl hij aan het systeem is bevestigd.
2 - Deskundige persoon: Een persoon die door zijn werkgever is aangeduid als verantwoordelijke voor de directe supervisie, uitvoering en opvolging van het door
de werkgever beheerde programma voor valbescherming, die op basis van zijn opleiding en kennis in staat is om de bestaande en potentiële valrisico's te
identificeren, te evalueren en aan te pakken, en die van de werkgever de bevoegdheid heeft gekregen om onmiddellijk corrigerende maatregelen te nemen in
verband met dergelijke risico's.
anders dan de gebruiker. Extreme
2
148
vóór elk gebruik.
1

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido