8
3
8
9
4
All manuals and user guides at all-guides.com
De montageplaats moet vorstvrij zijn en het filter beschermen tegen oplosmiddelen,
stookolie, wasvloeistoffen, alle soorten chemicaliën, UV-stralen en warmtebronnen van
meer dan 40 °C.
Na blootstelling aan harde schokken en slagen (bijvoorbeeld door ongeschikt gereed-
schap, vallen op een stenen vloer, enz.) moeten kunststofdelen altijd vervangen wor-
den, ook als ze geen zichtbare beschadigingen vertonen (kans op barsten).
7
Let op: houd alle kunststofdelen olie- en vetvrij. Vermijd extreme drukpieken (zoals
afsluitslagen door een na het filter aangebracht magneetventiel).
Montage
Door de exploitant van de installatie.
1
Sluit de installatie met de gebruikelijke fittingen, gewapende slangen en afsluitventielen
spanningsvrij aan op de waterleiding (er moet een omleiding worden gemonteerd).
Het actieve-koolstoffilter wordt zonder vulling geleverd. Het filtermateriaal (actieve kool-
2
stof K110 en filtergrind) moet ter plaatse door de exploitant van de installatie
worden aangebracht:
Zie de technische gegevens voor de vulhoeveelheden.
Plaats het filterreservoir (1) op de installatieplek.
Het filterreservoir (1) moet leeg en schoon zijn.
Zet de middenbuis (2) met het verdelermondstuk naar beneden in het reservoir (1).
Zorg ervoor dat de beschermkap over het uiteinde van de middenbuis (2) wordt geplaatst.
Attentie! Tijdens het vullen mag er zich in geen geval grind onder het verdeler-
mondstuk bevinden (anders kunnen er breuken ontstaan wanneer het centrale
regelventiel erop wordt geschroefd).
Plaats de trechter in de opening. Vul eerst met grind en dan met actieve koolstof
(hoeveelheden afhankelijk van de omvang van de installatie).
Verwijder de trechter en reinig eventueel de schroefdraad van het reservoir (1). Verwij-
der de beschermkap van de middenbuis (2).
AKF 400:
Vet de O-ring aan de onderkant van de aansluitadapter (4) in (met vet dat geschikt is
voor levensmiddelen).
Schroef de aansluitadapter (4) zo in de schroefdraad van het filterreservoir (1) dat er
een waterdichte verbinding ontstaat.
Algemeen:
Vet de O-ringen van het centrale regelventiel (3) in (met vet dat geschikt is voor
levensmiddelen) en schroef het centrale regelventiel (3) zo in de schroefdraad van het
filterreservoir (1) of de aansluitadapter (4) dat er een waterdichte verbinding ontstaat.
Daarbij moet de middenbuis (2) in de met de O-ring afgedichte opening van het centrale
regelventiel (3) grijpen.
Draai het reservoir (1) met het centrale regelventiel (3) in de aansluitstand.
Sluit de ingang voor onbehandeld water (7) en de uitgang voor behandeld water (8) aan
7
op de waterinstallatie.
Breng de spoelwaterslang met een slangklem aan op de spoelwateraansluiting (9) en
leid de slang met natuurlijk verloop naar de (vrije) afvoer. Bevestig het einde van de
slang en beveilig de aansluiting tegen drukschommelingen.
De doorsnede van de slang naar de afvoer mag geen vernauwingen vertonen.
Let op: Conform DIN 1988 moet de spoelwaterslang minstens 20 mm van het
hoogst mogelijke waterafvoerniveau worden bevestigd (vrije afvoer).
Inbedrijfname
Het stof dat tijdens transport en vullen van de actieve koolstof door wrijving ontstaat,
moet uit het filter worden verwijderd door dit onderdeel te spoelen.
De actieve-koolstofvulling wordt in water slechts langzaam vochtig en heeft de neiging
te gaan drijven. De actieve-koolstof moet daarom worden geweekt:
Stel het centrale regelventiel (3) in op de terugspoelstand. U kunt dit doen door de
schakelhefboom (10) naar rechts te drukken, naar onder te bewegen en in de stand
1. Terugspoelen weer naar links te laten bewegen.
N L
31