Siemens sitrans LG200 Manual Del Usuario página 81

2. Selecteer sensor montagetype (Default: NPT)
NPT
Waar-
BSP
den
Flens
3. Selecteer meettype (Default: alleen Lvl)
Lvl
Lvl&Vol
Waar-
den
Ifc
Ifc&Vol
4. Selecteer niveau-eenheden (Default: Inches)
cm
Inches
Waar-
den
Feet
Meters
5. Selecteer sensorlengte (Default: 120.0 in)
Waar- Sensor Ln xxx.x. Sensorlengte is weergegeven op het typeplaatje en bestelinformatie
den (in cm).
6. Selecteer Level offset (standaard: 0 in)
Waar- Bereik: -61 tot 762 cm (-24 tot 300"). Level offset is de afstand van de sensortop tot het
den gewenste nulpuntniveau. Voer de gewenste meetwaarde in wanneer de sensor droog is.
7. Selecteer diëlektrische waarde (default: 10 – 100)
1.4 – 1.7
1.7 – 3
Waar-
3 – 10
den
10 – 100
8. Selecteer lusbesturing (standaard: Lvl)
Lvl
Lvl&Vol
Waar-
Ifc
den
Ifc&Vol
9. 4 mA setpoint (standaard: 0.0 in of 0.0 gal)
Stel 4 mA xxx.x (Voer PV
Waar-
waarde in voor het 4 mA
den
punt).
7ML19985XG81
Selecteer meettype.
Selecteer het bereik voor de diëlektrische constante van het medium. De
LG200 gebruikt deze diëlektrische instelling om de Sensitivity instelling aan
te passen. De standaard instelling is sensorafhankelijk (voor de 7ML1301-5 is
de instelling vast, 10–100; voor de interfacemodule, alleen 7ML1301-6, kies
uit 3–10, 10–100).
Niveau
Niveau en volume
Niveau of scheidingslaagniveau
Niveau, scheidingslaagniveau, volume
scheidingslaagvolume
Voer het niveau in voor 0% of 4 mA uitgang. Dit kan lager of
hoger zijn dan het 20 mA punt. Wanneer 4 mA en 20 mA punten
worden ingevoerd met dezelfde waarde, dan geeft de unit 3,8
mA aan wanneer het niveau onder de setpoints is en 20,5 mA
wanneer het niveau boven de setpoints is.
Een kleine transitiezone [0 tot 15 cm(6")] kan aanwezig zijn aan
de boven- of onderkant van de sensor.
SITRANS LG200 – QUICK START HANDLEIDING
Selecteer de variabele
voor de besturing van de
lusstroom.
Pagina NL-9