worden gebruikt, dan dient u dit uit bedrijf te nemen. De veiligheid van de gebruiker kan door
het apparaat in gevaar worden gebracht, als bijvoorbeeld:
• zichtbare schade aanwezig is;
• het niet meer overeenkomstig de voorschriften werkt;
• het gedurende langere tijd onder onjuiste omstandigheden is opgeslagen:
Stuur het apparaat in twijfelgevallen voor reparatie of onderhoud naar de fabricant.
Neem de veiligheidsvoorschriften en de gebruiksaanwijzing van de aangesloten
apparatuur in acht.
Anders kan het leiden tot kortsluiting of schokken.
Bij schade aan de isolatie het apparaat niet meer gebruiken.
Nieuwe isolatie door een vakman laten aanbrengen.
middels veerkrachtklemmen (toegestane doorsnede van de aansluitleidingen tot 2,5 mm²).
Indicator type BC-2 doorsnede
ELEKTRISCHE INSTALLATIE
Stroomstoot door aanraking van onder spanning staande onderdelen.
Verbindingsleiding tussen indicator en sensor
Leidingsdoorsnede
maximale lengte
Uitvoering
Aansluiting
Voedingsspanning
Voedingsspanning
Artikel-Nr. 15 707 50
Als u vermoedt dat het apparaat niet meer zonder gevaar kan
Beschadigde of kapotte isolatie!
De aansluiting van externe leidingen (netspanning, voeler enz.) geschiedt
Spanningsloos schakelen.
De sonde enkel aanraken wanneer de indicator niet meer onder
spanning staat.
Pas na beëindiging van de werkzaamheden de spanning inschakelen.
2
2 x 1 mm
(Cu)
100 m
bijv. H05VV-F ; NYM e.d.
Sensor
230 V AC 50 Hz
bijv.: NYM 2 x 1,5
Levensgevaar door stroomstoot!
2 x 1,5 mm
100 m
Verlenging via speciaal toebehoren
kabelverbindingsarmatuur
Klemmen 4 en 5
Aansluiting op klemmen L1 en N 1
Leidingsdoorsnede 1,5 - 2,5 mm²
2
(Cu)
BC-2
87 / 133