Inbedrijfstelling - GOK BC-2 Instrucciones Para El Montaje Y El Funcionamiento

Proteccion contra sobrellenado
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 96
De voedingsspanning voor de externe bevestigingsknop (klem 9) of voor de externe
testknop (klem 10) wordt op klem 11 aangebracht.
op het 230V-net aangesloten. De indicator mag onder normale omstandigheden
slechts worden gebruikt wanneer het deksel van de behuizing gesloten is.
Na voltooiing van de aansluiting van de klemmen de frontplaat terug vastschroeven!
Aanwijzingen voor Zwitserland
Voor afsluitorganen en transportpompen in Zwitserland moet met het volgende rekening
worden gehouden:
Deze inrichtingen zijn per installatie zeer verschillend en kunnen niet algemeen worden
gespecificeerd. In het bijzonder moet de exploitant van de installatie een geschikt, door de
speciale vulbeveiliging automatisch aangestuurd afsluitorgaan inbouwen (bijv.
magneetventiel). Dit geschiedt in het kader van de normale vergunningsprocedure en met
toestemming van de verantwoordelijke kantonale instantie.
Bij opslaginstallatie met meerdere reservoirs en met een gezamenlijke vulleiding kan ook een
enkel automatisch aangestuurd afsluitorgaan voldoende zijn, als elke tank minimaal over een
handschuif beschikt en de vulniveaus van alle reservoirs ten opzichte van elkaar gelijk zijn.
Bij installaties met eigen stationaire transportpompen moet de speciale vulbeveiliging bij het
bereiken van het maximaal toegestane vulniveau, dat door het nuttig volume conform art. 20
VWF bepaald wordt, uiterlijk bij het aanspreken van de voeler en voor het sluiten van het
automatische afsluitorgaan ook de transportpompen uitschakelen.

INBEDRIJFSTELLING

Current Protection) aangesloten worden, die eenvoudig bereikbaar is.
De indicator mag enkel met gesloten behuizingsdeksel gebruikt worden.
Er zijn geen instellingen aan de indicator nodig.
De inbedrijfstelling van de overvulbeveiliging BC-2 geschiedt na voltooiing van de montage
door het inschakelen van de voedingsspanning. Er volgt eerst een startalarmmelding, die via
de rode led Alarm wordt getoond en via een zoemer akoestisch wordt gemeld - de
relaisuitgangen Alarm 1 en Alarm 2 met eventueel aangesloten externe meld- of
aanstuurinrichtingen (bijv. magneetventiel, signaalclaxon of -lamp) zijn daarbij geschakeld.
Na ca. 20 s dooft deze alarmmelding en brandt enkel de groene led Bedrijf.
De relaisuitgangen Alarm 1 en Alarm 2 zijn uitgeschakeld.
Vervolgens dient er een functiecontrole van alle componenten van de overvulbeveiliging te
worden uitgevoerd (inclusief eventueel aangesloten meld- of aanstuurinrichtingen).
De gebruiksaanwijzingen van de aangesloten apparaten dienen geraadpleegd te worden.
Het indrukken van de knop Test op de indicator lokt een alarm uit. Daarbij moet er een
alarmmelding zoals hierboven beschreven plaatsvinden.
Sonde naar buiten trekken.
Artikel-Nr. 15 707 50
De indicator bevindt zich in een behuizing voor wandmontage en wordt
De indicator moet op een overstroomveiligheidsvoorziening OCP (Over
De sonde mag bij deze test niet in bedrijfsmedium ondergedompeld zijn.
Stroomstoot door aanraking van onder spanning staande onderdelen.
Spanningsloos schakelen.
De sonde enkel aanraken wanneer de indicator niet meer onder
spanning staat.
Pas na beëindiging van de werkzaamheden de spanning inschakelen.
Levensgevaar door stroomstoot!
BC-2
89 / 133

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido