Figuur 1. Displaysymbolen en Klanken
SYMBOLS
1 .......... 1
A ........... A
2 .......... 2
B ........... B
3 .......... 3
c ........... C
4 .......... 4
D ........... D
5 .......... 5
E ........... E
6 .......... 6
F ........... F
7 .......... 7
G ........... G
8 .......... 8
H ........... H
9 .......... 9
0 .......... 0
PM ........... Vraagt de speler een zet te maken
S .............. Vraagt Zwart een zet te maken
: ............... Een blijvend dubbelpunt geeft aan dat
de cijfers Minuten en Seconden zijn
: ............... Een knipperend dubbelpunt geeft aan
dat de cijfers Uren en Minuten zijn
ch:)) ....... Zwart staat schaak
ch:__ ....... Wit staat schaak
EnD) ........ Schaakmat –zwart wint
EnD( ........ Remise
te: ............ Trainings modus
o(:3 ......... Openings Coach (Spaanse opening)
– Computer speelt beide kleuren
o_:3 ......... Openings Coach (Spaanse opening)
– Computer speelt wit
o):3 ......... Openings Coach (Spaanse opening)
– Computer speelt zwart
o :3 ......... Openings Coach (Spaanse opening)
– Computer speelt geen van beiden
k ......... Koning
q ......... Dame
r ......... Toren
b ......... Loper
n ......... Paard
p ......... Pion
sb ....... Normaal
bord
132
KLANK
1 hoge toon ........ Bevestigt de werking van
eender welke toets of
sensorveld
1 lage toon .......... Fout – verkeerde zet of
verkeerde toets ingedrukt
2 lage tonen ........ Waarschuwing van de Coach
3 hoge tonen ...... Nieuwe partij of Klank en
Coach ingesteld
3 lage tonen ........ Partij tegen de klok in, tijd is
op