Hach TL2360 Manual Del Usuario página 161

Ocultar thumbs Ver también para TL2360:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 89
Monster-ID's toevoegen
Voeg een unieke monster-ID toe voor elk monster (maximaal 1000). De monster-ID identificeert de
monsterlocatie of andere monsterspecifieke informatie.
Als alternatief kunt u monster-ID's uit een spreadsheetbestand naar het instrument importeren.
Raadpleeg de uitgebreide gebruikershandleiding op de website van de fabrikant om monster-ID's te
importeren.
1. Druk op Monster-ID.
2. Druk op Opties>Nieuw.
3. Voer een nieuwe monster-ID in (maximaal 20 tekens).
4. Druk op OK.
5. Selecteer een optie.
Optie
Datum/tijd
toevoegen
Nummer
toevoegen
Kleur toevoegen Voegt een gekleurde cirkel toe aan het monster-ID-pictogram (optioneel). Het monster-ID-
6. Druk op OK>Sluiten.
7. Om een monster-ID te wijzigen, selecteert u de monster-ID en drukt u op
Opties>Bewerken>OK.
8. Om een monster-ID te wijzigen, selecteert u de monster-ID en drukt u op Opties>Wissen>OK.
Opmerking: Om alle monster-ID's te wissen, selecteert u de monster-ID en drukt u op Options (opties)>Alle
monster-ID's wissen>OK.
De troebelheidsmeter kalibreren met StablCal-standaarden
Kalibreer de troebelheidsmeter voorafgaand aan het eerste gebruik met de meegeleverde StablCal
verzegelde kuvettenstandaarden.
Kalibreer de troebelheidsmeter ten minste elke 3 maanden of zo vaak als wordt voorgeschreven door
de regelgevende instantie wanneer de gegevens worden gebruikt voor rapportage conform ISO
7027.
Opmerking: Er kunnen onbekende resultaten worden verkregen als er andere standaarden worden gebruikt dan
de aanbevolen kalibratiepunten. De aanbevolen kalibratiepunten (<0,1, 20, 200, 1000, 4000 en 7500 NTU) zorgen
voor de beste nauwkeurigheid bij de kalibratie. Het gebruik van andere standaarden dan StablCal of door de
gebruiker voorbereide formazinestandaarden, kan resulteren in minder nauwkeurige kalibraties. De fabrikant kan
de prestaties van het instrument niet garanderen als het is gekalibreerd met druppels styreendivinylbenzeen
copolymeer of andere suspensies.
Opmerkingen voor kalibratie
• Zorg dat de conditie van het instrument gelijk is aan de omgevingsconditie van de ruimte waar het
wordt gebruikt.
• Zorg voorafgaand aan gebruik dat de standaarden dezelfde omgevingstemperatuur hebben als
het instrument.
• Gebruik alleen de meegeleverde siliconenolie De siliconenolie heeft dezelfde brekingsindex als
het glas van de kuvet en maskeert kleine oneffenheden en krasjes in het glas.
• Bewaar de oliedoek in een plastic zakje om de doek schoon te houden.
• Als tijdens de kalibratie de stroom uitvalt, gaan de nieuwe kalibratiegegevens verloren en worden
de vorige kalibratiegegevens gebruikt.
Omschrijving
Voegt de datum en tijd toe waarop het monster werd verzameld bij de monster-ID
(optioneel). De datum en tijd die voor elke monster-ID zijn ingevoerd worden in het menu
Monster-ID weergegeven.
Voegt een metingnummer toe aan de monster-ID (optioneel). Selecteer het eerste
nummer dat is gebruikt voor het metingnummer (0 tot 999).
Het metingnummer wordt nu tussen haakjes achter de monster-ID weergegeven op het
beginscherm. Raadpleeg
pictogram wordt vóór de monster-ID weergegeven op het beginscherm. Raadpleeg
Gebruikersinterface en navigatie
Gebruikersinterface en navigatie
op pagina 157.
op pagina 157.
Nederlands 161

Publicidad

Capítulos

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido