Hach TL2360 Manual Del Usuario página 169

Gemorste stoffen opruimen
Gevaar van blootstelling aan chemicaliën. Chemicaliën en afval dienen te worden afgevoerd in
overeenkomst met de lokale, regionale en nationale voorschriften.
1. Volg alle veiligheidsprotocollen van de installatie op.
2. Voer het afval af volgens de geldende voorschriften.
Reiniging van het instrument
Reinig de buitenkant van het instrument met een vochtige doek en veeg het instrument droog.
Instrumenthulpprogramma's
1. Druk op Home om het model, de versie, het serienummer en de locatienaam van het instrument
te zien.
2. Druk op Diagnostics (diagnose).
3. Selecteer een optie.
Optie
Factory Service
(fabrieksservice)
Instrument back-up
Instrument Update
Service Time (servicetijd) Toont de datum die is opgegeven voor de laatste servicedatum en voor de
Problemen oplossen
Melding
Opstarten
De zelfcontrole is gestopt.
Sluit het deksel.
The self-check stopped.
Hardware error. (De zelfcontrole is
gestopt. Hardware fout.)
Next calibration is due! (Volgende
kalibratie vereist!)
V O O R Z I C H T I G
Omschrijving
Alleen voor fabrieks-/servicedoeleinden.
Store (opslaan)—Slaat een back-up van alle instrumentinstellingen en
logbestanden op een USB-stick op. Restore (herstellen)—Kopieert de
instrumentinstellingen en logbestanden van een USB-stick terug naar het
instrument. Overschrijft alle instrumentinstellingen.
Installeert vanaf een USB-stick een instrumentupdate op het instrument.
volgende servicedatum. Indien de optie is ingeschakeld, wordt een
serviceherinnering weergegeven op het display wanneer service is vereist.
Sluit het deksel. Druk op Sluiten.
Schakel de voeding uit, wacht 20 seconden en schakel de voeding weer in.
Als de zelfcontrole niet is gelukt, noteer dan het foutnummer en neem
contact op met de technische ondersteuning.
Foutnummers: 0: RTC; 1: Touchscreen; 2: Schuifdeur; 3: Donkerspanning
—Sluit de deur totdat u een klik hoort. Start het instrument opnieuw. 4:
Versterkingscoëfficiënt—Zorg dat de voedingsstekker is aangesloten op
een stopcontact met randaarde. 5: Spanning infraroodled; 6: Stroom
infraroodled; 8: Transmissiespanningsdrift—Als de lamp is vervangen,
kalibreert u het instrument. Als zich tijdens de zelfstart een kuvet in de
meetschacht bevond, verwijder dan de kuvet. 9: SDRAM; 10: NOR flash;
11: SPI flash; 12: Accuspanning; 13: Voedingsspanning—Zorg dat de juiste
voeding wordt gebruikt.
Kalibreer het instrument. Raadpleeg
StablCal-standaarden
Opmerking: De kalibratieherinnering is ingeschakeld. Raadpleeg
configureren op pagina 162.
Oplossing
De troebelheidsmeter kalibreren met
op pagina 161.
Kalibratie-instellingen
Nederlands 169