▶ Houd de beschermkap aan de daarvoor bedoelde handgreep vast en draai de beschermkap in de
gewenste positie.
5.2.3 Waterpomp (toebehoren) monteren
1. Draai de drie bevestigingsbouten van de pompafdekking los, verwijder deze en berg de pompafdekking
veilig op.
Aanwijzing
Als het product zonder waterpomp wordt gebruikt, moet de pompafdekking zijn gemonteerd.
2. Breng de waterpomp in positie en richt de vertandingen van de waterpomp en de koppelingsklok zodanig
uit door de doorslijpschijf iets te verdraaien, dat de vertandingen in elkaar grijpen.
◁ De positie is gecodeerd, een verkeerde montage is niet mogelijk.
3. Monteer de drie bevestigingsbouten en zet ze vast (aanhaalmoment: 8 Nm).
4. Verbind de slang van de pomp met de aansluiting van de doorslijpmachine.
5. Verwijder de stofkap van het slanguiteinde voor de wateraansluiting.
6. Sluit de waterpomp op de waterleiding aan of hang de aanzuigslang bijv. in een bak met water.
Aanwijzing
De waterdruk in de waterleiding mag niet hoger dan 6 bar zijn.
Aanwijzing
Wanneer de waterpomp niet met een wateraansluiting verbonden is, de stofkap op het slanguiteinde
voor de wateraansluiting monteren.
5.2.4 Waterpomp (toebehoren) demonteren
1. Maak de watertoevoer van de waterpomp los.
2. Plaats de stofkap op het slanguiteinde voor de wateraansluiting.
3. Maak de verbinding tussen de pomp en het product los.
4. Draai de drie bevestigingsbouten van de pomp los en demonteer de pomp.
5. Breng de pompafdekking op het product aan, monteer de drie bevestigingsbouten en zet ze vast
(aanhaalmoment: 4 Nm).
5.2.5 Wielset (toebehoren) monteren
1. Draai de beide onderste bevestigingsbouten van de beschermplaat los.
2. Bevestig de grondplaat met de beide schroeven.
3. Bevestig aan beide zijden van de grondplaat de wielen en vulringen met de bouten.
6 Bediening
6.1 Motor starten 7,
8
GEVAAR
Gevaar voor verstikking. Koolmonoxide, onverbrande koolwaterstoffen en benzeen in het uitlaatgas
kunnen tot verstikking leiden.
▶ Werk niet in gesloten ruimten, goten of werkkuilen en zorg voor een goede ventilatie.
WAARSCHUWING
Gevaar voor brandwonden. De uitlaat wordt bij het gebruik van de motor extreem heet. Ook na het
afzetten van de motor blijft de uitlaat nog geruime tijd heet.
▶ Draag werkhandschoenen en voorkom dat de uitlaat wordt aangeraakt.
▶ Plaats het hete product niet op brandbaar materiaal.
50
Nederlands
Printed: 30.03.2017 | Doc-Nr: PUB / 5341995 / 000 / 00
All manuals and user guides at all-guides.com
5
6