Gerelateerde informatie
6.17.2 Beveiliging tegen overbelasting
8.9 Code 57 (Water ontbreekt in de toepassing)
•
Alarmcode 57 wordt weergegeven op het display.
•
Het alarmsymbool op het display wordt rood en de pomp wordt
uitgeschakeld.
•
Alarmcode Drooglopen wordt weergegeven in Grundfos GO
Remote.
Oorzaak
Laag waterniveau in de put en de pomp wordt uitgeschakeld door
de droogloopfunctie.
Oplossing
•
Controleer en configureer de sensor voor het
uitschakelniveau.
8.10 Code 69 (Temperatuur van wikkelingen te hoog)
•
Alarmcode 69 wordt weergegeven op het display.
•
Het alarmsymbool op het display wordt rood en de pomp wordt
uitgeschakeld.
•
Alarmcode Wikkelingtemperatuur te hoog wordt
weergegeven in Grundfos GO Remote.
Oorzaak
De pomp is verstopt, waardoor de pomp meer stroom verbruikt en
daardoor oververhit raakt.
Oplossing
•
Verwijder de blokkade.
Oorzaak
De pomp heeft te lang gewerkt.
Oplossing
•
Laat de pomp afkoelen.
•
Pas de afstand tussen in- en uitschakelniveau aan.
Gerelateerde informatie
6.17.1 Oververhittingsbeveiliging
8.11 Code 84 (Geheugenopslagmedium defect)
•
Waarschuwingscode 84 wordt weergegeven op het display als
u op de toets Omhoog of Omlaag drukt.
•
Het waarschuwingssymbool op het display wordt geel en de
bedrijfsmodus van de pomp blijft ongewijzigd.
•
Waarschuwingscode Geheugenopslagmedium defect wordt
weergegeven in Grundfos GO Remote.
Oorzaak
Er is een fout in het interne geheugen gedetecteerd.
Oplossing
•
Vervang de regelaar.
•
Neem contact op met Grundfos of een erkend servicebedrijf.
8.12 Code 117 (Deur geopend)
•
Waarschuwingscode 117 wordt weergegeven op het display als
u op de toets Omhoog of Omlaag drukt.
•
Het waarschuwingssymbool op het display wordt geel en de
bedrijfsmodus van de pomp blijft ongewijzigd.
•
Waarschuwingscode Deur geopend wordt weergegeven in
Grundfos GO Remote.
Oorzaak
De deur van de ruimte met de regelaar is geopend.
Oplossing
•
Controleer de ruimte met de regelaar.
8.13 Code 157 (Realtime klokbewaking)
•
Waarschuwingscode 157 wordt weergegeven op het display
als u op de toets Omhoog of Omlaag drukt.
•
Het waarschuwingssymbool op het display wordt geel en de
bedrijfsmodus van de pomp blijft ongewijzigd.
•
Waarschuwingscode Real-time klok defect wordt
weergegeven in Grundfos GO Remote.
Oorzaak
De batterij voor de realtimeklok ontbreekt of is leeg zodat het
product niet de tijd en datum kan bijhouden.
Oplossing
•
Vervang de batterij door een nieuw exemplaar.
8.14 Code 159 (Communicatiefout CIMxxx)
•
Waarschuwingscode 159 wordt weergegeven op het display
als u op de toets Omhoog of Omlaag drukt.
•
Het waarschuwingssymbool op het display wordt geel en de
bedrijfsmodus van de pomp blijft ongewijzigd.
•
Waarschuwingscode Communicatiefout CIMxxx wordt
weergegeven in Grundfos GO Remote.
•
De CIM-module kan niet communiceren met het product.
Oorzaak
De installatie van de CIM-module is onjuist.
Oplossing
•
Controleer of de module, met inbegrip van de kabels, correct
is gemonteerd.
Oorzaak
De CIM-module is defect.
Oplossing
•
Neem contact op met Grundfos.
Gerelateerde informatie
2.2.2 Een communicatie-interfacemodule installeren
8.15 Code 165 (Signaalstoring)
•
Alarmcode 165 wordt weergegeven op het display.
•
Het alarmsymbool op het display wordt rood en de pomp wordt
uitgeschakeld.
•
Alarmcode Signaalfout wordt weergegeven in Grundfos GO
Remote.
Oorzaak
Het signaal van de sensor ligt buiten het geconfigureerde bereik.
Oplossing
•
Ga naar Instellingen > Niveauregeling in Grundfos GO
Remote en controleer of het geconfigureerde bereik
overeenkomt met het fysieke toepassingstype.
•
Vervang zo nodig de sensor.
Gerelateerde informatie
6.6.1 De uitschakelvertraging voor hoog niveau instellen
8.16 Code 181 (Signaalstoring, PTC-ingang)
•
Alarmcode 181 wordt weergegeven op het display.
•
Het alarmsymbool op het display wordt rood en de pomp wordt
uitgeschakeld.
•
Alarmcode Signaalfout, PTC-invoer wordt weergegeven in
Grundfos GO Remote.
Oorzaak
Er is een signaalstoring in de PTC-ingang.
Oplossing
•
Controleer of de twee PTC-draden van de pomp correct zijn
aangesloten op de klemmen op het product.
•
Controleer of de derde PTC-draad niet is aangesloten, indien
aanwezig.
•
Controleer of de PTC-draden onbeschadigd zijn.
•
Controleer of de PTC-sensoren in de pompen onbeschadigd
zijn.
325