Alvorens deze functie te kiezen is het raadzaam om ong. een half uur de airconditioner in de modus
koeling te starten.
Zodra de Auto Clean functie is geactiveerd, zullen alle instellingen van de timer geannuleerd worden.
Als tijdens de werking in de auto-clean modus opnieuw op de AUTO CLEAN drukknop wordt gedrukt,
zal de functie stoppen en de apparatuur zal uitgaan.
3.4.6 - Functie SILENCE
• Deze functie beperkt het geluid.
3.4.7 - Functie FP
• De FROST PROTECTION functie stelt de temperatuur op 8°C in.
De functie is enkel beschikbaar in de "HEAT" modus.
3.4.8 - Toetsen TIMER (7 en 8)
• Deze toetsen worden gebruikt om het uur van inschakeling "ON" en uitschakeling "OFF" van de airconditioner
in te stellen.
3.4.9 - Toets SILENCE/FP (9)
• Druk minder dan 2 seconden op deze toets om de SILENCE functie te starten.
Als deze toets langer dan 2 seconden wordt ingedrukt, wordt de functie FP ingeschakeld (FROST PROTECTION).
3.4.10 - Toets SLEEP (10)
• Druk op deze toets om naar de modus SLEEP te gaan; druk er opnieuw op om te annuleren.
Deze functie kan uitsluitend worden geactiveerd in de modus COOL, HEAT en AUTO om de temperatuur zo
comfortabel mogelijk te houden.
• De FRESH-functie is niet beschikbaar voor dit model.
Als de unit in SLEEP modus werkt, zal deze worden geannuleerd als op de toetsen MODE, FAN SPEED
en ON/OFF wordt gedrukt.
3.4.11 - Toets LED/FOLLOW ME (11)
• Druk minder dan 2 seconden op deze toets om de LED functie te starten.
Als deze toets meer dan 2 seconden wordt ingedrukt, wordt de FOLLOW ME functie ingeschakeld.
• Druk op de LED toets om de digitale display van de airco op nul te stellen; druk er opnieuw op voor de activatie.
3.4.12 - Automatische werking
Als de airconditioner in "AUTO" modus wordt gezet, zullen de koeling, de verwarming of de ventilatie automatisch
worden geselecteerd, naargelang de temperatuur die werd gekozen en de ruimtetemperatuur.
Zodra de werkingsmodus is gekozen, zullen de bedrijfsomstandigheden in het geheugen van de microcomputer
van de unit worden opgeslagen en als gewoonweg op de "ON/OFF" toets van de afstandsbesturing wordt gedrukt,
zal de airconditioner met dezelfde bedrijfsomstandigheden beginnen te werken.
Wanneer deze functie actief is, is het niet mogelijk de snelheid van de ventilator te veranderen.
START
Controleer of de apparatuur is aangesloten en elektrisch wordt gevoed.
a. Druk op de "MODE" toets (1) om de "AUTO" modus te kiezen.
b. Stel de gewenste temperatuur in door op de toetsen "TEMP" (4) te drukken.
Gewoonlijk is de temperatuur begrepen tussen 21°C en 28°C.
c. Wanneer de afstandsbediening op "OFF" staat, op de "ON/OFF" toets (2) drukken om de airconditioner te
starten.
NL - 23
ALYAS E INVERTER