Beoogd gebruik
Beoogd gebruik
De grasmaaier is uitsluitend bestemd
- voor het maaien van gazons in particuliere tuinen
- voor het gebruik overeenkomstig de beschrijvingen
en veiligheidsaanwijzingen in deze gebruiksaanwij-
zing
Elk ander of verdergaand gebruik geldt als niet
beoogd.
De gebruiker is aansprakelijk voor schade door niet
beoogd gebruik.
Typeplaatje
Positie
Het typeplaatje bevindt zich op de uitwerpklep.
Aanwijzing
De markering heeft officiële waarde en mag
niet worden gewijzigd of onleesbaar worden
gemaakt.
Opbouw
3
4
Lawn Mower
5
A XXX E
6
7
8
9
10
11
/
12
1 Gegarandeerde geluidsemissie
2 CE-markering
3 Fabrikant
4 Apparatuurgroep
5 Modelnaam
6 Modelnummer
7 Serienummer
8 Vermogen
9 Motortoerental in min
-1
10 Gewicht
11 Nominale spanning, stroomtype, frequentie
12 Afvoeraanwijzing
13 Veiligheidsklasse/beschermingssoort
14 Bouwjaar
2
1
13
14
Duwstang bevestigen
(afb.
A B C D E F G H I U)
Bij het in- of uitklappen van de duwstang kan de
kabel beschadigd worden. Zorg ervoor, dat de
kabel niet knikt.
Pak de handgreep van de uitwerpklep B 1 vast
Î
en trek de uitwerpklep naar boven, tot de haak
aan de achterkant van de behuizing en de haak
aan de onderkant van de uitwerpklep met een
hard geluid losklikken B 2.
Laat vervolgens de uitwerpklep weer neer B 3.
Î
3 Het gras kan door de ontstane spleet tussen
uitwerpklep en behuizing bij het werken zonder
grasopvangzak gemakkelijk worden uitgeworpen.
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk "Werken
zonder grasopvangzak".
Breng nu de beide duwstanghouders Ae aan de
Î
onderste gedeeltes van de duwstang Al aan,
zie C 1.
Leg het onderste deel van de duwstang tegen
Î
de duwstanghouder en laat dit erin klikken C 2.
Schuif de duwstang verder tot aan het einde van
de duwstanghouder C 3.
Trek het onderste gedeelte van de duwstang aan
Î
zijn uiteinden iets uit elkaar en steek deze op de
tapeinden, die zich aan de linker- en rechterkant
van de behuizing bevinden D 1.
Plaats vervolgens de beide onderlegringen Ag
Î
op de tapeinden D 2.
Steek de schroefdraadpin Aj in de snel-
Î
spanner Ad, totdat het gat te zien is E 1. Houd
deze met duim en wijsvinger vast en schroef de
snelspanner er samen met de schroefdraadpin
rechtsom op E 2 tot een afstand van ca.
10 mm E 3.
Bevestig het onderste gedeelte van de duwstang,
Î
door de snelspanner richting grasmaaier naar
boven te klappen E 4.
Bevestig het bovenste gedeelte van de duw-
Î
stang Ak, door het tegen het onderste gedeelte
van de duwstang te houden F 1. Houd het
bovenste gedeelte van de duwstang met één
hand vast en steek met de andere hand aan de
linkerzijde van duwstang de beide bout Ah van
buiten in de boring F 2.
Plaats de onderlegring Ag van de andere zijde
Î
op de bout F 3.
Steek de schroefdraadpin Aj in de snel-
Î
spanner Ad, zodat het gat te zien is. Houd
deze met duim en wijsvinger vast en schroef
de snelspanner er samen met de schroef-
draadpin rechtsom op tot een afstand van ca.
10 mm F 3/4.
Montage
Let op!
NL
53