ABB FSM4000 Instrucciónes De Licenciamiento página 261

FSM4000 ELEKTROMAGNETISCHE DEBIETMETER | CI/FSM4000-X1 REV. D
Houders
LET OP
Beschadiging van het apparaat!
Bij verkeerde ondersteuning wordt de behuizing ingedrukt en
kunnen de inwendige magneetspoelen beschadigd raken.
• De steunen op de rand van de behuizing van de
meetwaardeopnemer laten rusten (zie pijlen in
Afbeelding 8).
Afbeelding 8: Ondersteuning bij een nominale breedte van meer dan DN 400
Apparaten met nominale breedte van grootte DN 400 moeten op
een voldoend dragend fundament met een steun geplaatst
worden.
Pakkingen
Bij de montage van de pakkingen de volgende aanwijzingen in
acht nemen:
• Om optimale meetresultaten te bereiken dient men te
letten op een gecentreerde plaatsing van de pakkingen en
de meetbuis.
• Om ervoor te zorgen dat het stromingsprofiel niet wordt
vervormd, mogen de pakkingen niet uitsteken in de
pijpleidingdoorsnede.
• Er mag geen grafiet worden gebruikt voor de flens- resp.
procesaansluitingspakkingen, omdat hierdoor onder
bepaalde omstandigheden een elektrisch geleidende laag
aan de binnenzijde van de meetbuis kan ontstaan.
Apparaten met een bekleding van hard of zacht rubber
• Bij apparaten met een bekleding uit hard/zacht rubber zijn
altijd extra pakkingen nodig.
• ABB beveelt aan gebruik te maken van pakkingen uit rubber
of rubberachtige pakkingmaterialen.
• Bij de selectie van de pakkingen erop letten dat de in
hoofdstuk Opgave aantrekkoppels op pagina 19 genoemde
aantrekkoppels niet worden overschreden.
Apparaten met een PTFE-, PFA- of ETFE-bekleding
• Bij apparaten met een PTFE-, PFA- of ETFE-bekleding zijn in
principe geen extra pakkingen nodig.
Stroomrichting
Afbeelding 9: Stroomrichting
Het apparaat meet het debiet in beide stroomrichtingen.
Vanuit de fabriek is de voorwaartse stroomrichting, als in
Afbeelding 9 getoond, gedefinieerd.
Elektrode-as
1 Elektrodenas
Afbeelding 10: Oriëntatie van de elektrodenas
De debiet-meetwaardeopnemer zo in de buisleiding installeren
dat de elektrodenas zo horizontaal mogelijk ligt.
Een afwijking van maximaal 45° ten opzichte van de horizontale
positie is toegestaan.
NL – 13
261