Össur UNLOADER ONE X Instrucciones De Uso página 36

Hulpmiddel aanbrengen
1. Open zowel de onderste (A) als de bovenste (B) gespsluiting. Vraag
de patiënt om te gaan zitten en het been te strekken terwijl het
hulpmiddel wordt aangebracht. Plaats het hulpmiddel op het been van
de patiënt met het scharnier (C) aan de aangedane kant van de knie.
Zorg voor een goede uitlijning van het hulpmiddel op het been (Afb. 2).
• Hoogtepositionering (2a): Lijn het Össur-logo op het scharnier uit
met de bovenrand van de patella.
• Zijdelingse positionering (2b): De voorkant van de scharnierkap
moet zich op de middellijn van het been bevinden.
2. Maak de gespknoppen vast in de sleuven met dezelfde kleur (D, E).
• Plaats de onderste gespknop in de blauwe sleuf van de kuitschaal
(D) en gebruik de palm van de hand om de onderste gesp dicht te
klikken (3a). Plaats de kuitband (F) boven het breedste deel van de
gastroc, vouw de band op de juiste lengte in de alligatorklem (G) en
maak de band (3b) vast zodat het hulpmiddel stevig en correct op
het been blijft zitten.
• Plaats de gele knop van de bovenste gesp in de gele sleuf van de
dijschaal (E) en gebruik de palm van de hand om de bovenste gesp
dicht te klikken (4a). Stel de dijband (H) op de juiste lengte af door
hem om het been te spannen en in de alligatorklem te vouwen (4b).
3. Pas, met de knie van de patiënt gestrekt en beide SmartDosing
draaiknoppen (I) op de laagste instelling (5a), de lengte van de DFS-
banden (Dynamic Force System™) (J, K) aan.
• Pas de lengte van de bovenste DFS-band (J) aan totdat deze stevig
tegen het been zit en vouw hem dan in de alligatorklem (5b). Op dit
punt moet de patiënt geen spanning of ontlasting ervaren.
• Stel de onderste DFS-band (K) op dezelfde manier in (5c).
4. Vraag de patiënt om de knie te buigen met de voet plat op de vloer
(Afb. 6). Draai de bovenste en onderste SmartDosing-draaiknoppen
rechtsom (7a) totdat de indicators in de middelste stand staan (7b). Laat
de patiënt opstaan en een paar stappen zetten om de juiste plaatsing
van het hulpmiddel en de strakheid van de banden te controleren.
• Bepaal de optimale spanning van de DFS-band op basis van de
feedback van de patiënt over pijnverlichting.
• Als de patiënt meer of minder spanning nodig heeft, pas dan met
de indicator in de middelste stand de lengte van de DFS-banden
dienovereenkomstig aan.
• Streef naar de uiteindelijke instelling van de SmartDosing-draaiknop
op de middelste stand, aangezien dit de patiënt de mogelijkheid
geeft om de dosering aan te passen tijdens dagelijkse activiteiten.
5. Wanneer de definitieve pasvorm is bevestigd, knipt u de banden
(Af b. 8) af op de juiste lengte, te beginnen met de kuitband (8a),
zodat het hulpmiddel goed op het been rust, terwijl de andere banden
(8b, 8c, 8d) op lengte worden geknipt.
6. Terwijl de gebruiker rechtop staat, steekt u de vingers in de
knieholtekussenopeningen (L) en verplaatst deze naar de ideale
positie in de knieholte (Af b. 9).
Hulpmiddel verwijderen
1. Vraag de patiënt om te zitten met de knie gebogen en de voet plat op
de vloer (Af b. 6).
2. Open zowel de bovenste als de onderste gespsluiting.
3. Trek de gespknoppen uit de sleuven.
-
®
36