Descargar Imprimir esta página

Enerpac VM43-LPS Manual De Instrucciones página 22

Ocultar thumbs Ver también para VM43-LPS:

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 17
WAARSCHUWING:
cilinders enkel in een aangesloten systeem.
Nooit een cilinder gebruiken met koppelingen
die niet aangesloten zijn. Als de cilinder uiterst overladen
is, kunnen onderdelen op een catastrofi stische manier
falen wat ernstig persoonlijk letsel kan veroorzaken.
WAARSCHUWING: Zorg dat de apparatuur
stabiel is opgezet alvorens lasten te heff en.
De cilinder dient op een vlakke ondergrond
geplaatst te worden die de last kan dragen.
Gebruik waar mogelijk een ondersteuning voor de
cilinder voor extra stabiliteit. De cilinder mag niet gelast
of op een andere manier aangepast worden voor het
bevestigen van een voetstuk of andere ondersteuning.
Vermijd situaties, waarbij de last niet
aangrijpt in het hart van de cilinderplunjer.
Niet-centrisch
veroorzaken aanzienlijke spanningen in de cilinder en
de plunjer. Bovendien kan de last wegglijden of vallen,
wat tot gevaarlijke situaties leidt.
Verdeel de last gelijkmatig over het gehele
zadeloppervlak. Gebruik altijd een zadel om de
plunjer
te
beschermen,
hulpstukken met schroefdraad worden gebruikt.
BELANGRIJK: Hydraulische machines mogen
enkel door een bevoegd hydraulisch technicus
van
onderhoud
reparaties dient u contact op te nemen met een
nabijgelegen bevoegd ENERPAC servicecentrum. Om uw
garantie te beschermen, enkel ENERPAC olie gebruiken.
WAARSCHUWING: Immediately replace worn
or damaged parts by genuine EVersleten of
beschadigde onderdelen onmiddellijk met
authentieke ENERPAC onderdelen vervangen.
Standaardonderdelen breken, wat tot persoonlijk letsel
en schade aan eigendom kan leiden. ENERPAC
onderdelen zijn zodanig ontworpen dat ze precies
passen en hoge ladingen kunnen weerstaan.
3.0 BESCHRIJVING & KENMERKEN VAN
STUURVENTIEL
Dit stuurventielgeheel is speciaal ontworpen voor
gebruik met kabelspangereedschap met hydraulische
blokkeerfunctie.
a. Het stuurventiel is enkel in de voorwaartse/
spanpositie
uitgerust
blokkeerfunctie.
van de belasting niet toegestaan is wanneer de
hendel tussen de spanpositie en de neutrale/
vasthoudpositie wordt verplaatst.
b. De neutrale/vasthoudpositie van het ventiel maakt
het mogelijk dat olie van de pomp naar de tank
terugstroomt.
c. Het stuurventiel heeft een vaste drukzitting-
verhouding van 2:1 of 50% van de spandruk. Indien
de spandruk bijvoorbeeld 517 bar bedraagt, zal
de zittingdruk 258 bar bedragen. Een in de fabriek
ingesteld
drukbegrenzingsventiel
terugtrekkracht/zittingdruk tot 448 +/-35 bar.
d. Het stuurventiel is uitgerust met een integraal,
door de gebruiker instelbaar drukontlastventiel.
Deze drukontlastklep is in de fabriek op een druk
ingesteld van 690 bar +34/-0 bar.
All manuals and user guides at all-guides.com
Gebruik
hydraulische
aangrijpende
wanneer
worden
voorzien.
met
een
positieve
Dit betekent dat verplaatsing
beperkt
4.0 HYDRAULISCHE AANSLUITINGEN
1. Voor de beste resultaten gebruikt u Enerpac high-
fl ow koppelingen met grote doorstoomcapaciteit.
2. Sluit de slangen op de klep op de aangegeven
poortlocaties aan (zie fi guur 3). Bij gebruik van
afdichtingen op (uitwendige) schroefdraad moet
dit middel spaarzaam en nooit over de uiteinden
van de schroefdraad
voorkomen dat delen van het afdichtingmiddel
zoals Tefl on-tape in het hydraulisch systeem terecht
komt en lakkage kan veroorzaken.
3. Bij gebruik van een Enerpac voorspangereedschap
uitgerust met de optionele voorspanning, installeer
de benodigde fi ttingen in de klep "B"-poort (zie
fi guur 4).
5.0 WERKING
1. Sluit de slangen aan en zet ze stevig op de
lasten
cilinders vast; let erop dat de aansluitingen op de
juiste poorten zitten (zie fi guren 3 en 4). De snelle
ontkoppelingen moeten volledig aangesloten zijn,
en de borgkragen volledig omhoog getrokken staan
om een vrije stroming van olie tussen de klep en het
aangesloten voorspangereedschap te verzekeren.
2. Ventielstanden worden hieronder weergegeven (zie
geen
Figuur 1):
3. De bediening is als volgt:
a. Vergewis u ervan dat de ventielhendel zich in
de neutrale/hold ("3") stand bevindt. Start de
pomp.
Voor
b. Roteer de ventielhendel naar de voorwaartse/
spanpositie ("1"), wat resulteert in het onder
druk zetten van de spannings- ofwel "trek"-kant
van de voorspancilinder tot 690 bar +34/-0 bar.
c. Roteer de ventielhendel naar de neutrale/hold
("3") stand. De spanningsdruk blijft behouden,
en kan alleen worden weggenomen door de
druk op de krachtzitting/terugtrekkant op te
voeren zoals in de hierna volgende stap wordt
beschreven.
d. Roteer de ventielhendel naar de terugtrek/zitting
("2") stand. De krachtzitting/terugtrekkant van
de vijzel begint druk op te bouwen. Bij het
bereiken van 50% van de voorspandruk, zal
de druk aan de spanzijde ("A"-poort) afnemen
en zal de vijzel ingetrokken worden. De
krachtzitting/terugtrek-"B"-poort wordt tegen
overdruk beschermd door de druk te beperken
tot 448 +/-34 bar.
e. Nadat de vijzel volledig teruggetrokken is,
moet de pomp worden gestopt en dient de
ventielhendel naar de voorwaarts/spanpositie
("1") te worden geroteerd. Dit maakt het mogelijk
dat de vijzel volledig wordt ingetrokken.
f.
Nadat
teruggetrokken, draai de klephendel terug naar
de neutrale/stationaire ("3") stand.
6.0 INSTELLING VAN ONTLASTVENTIEL
Het stuurventielgeheel is uitgerust met een door de
gebruiker instelbaar drukontlastventiel. Stel de druk als
de
volgt in:
1. Install a 0-1035 bar manometer gauge in the Plaats
een 0-1 bar meter in de "A"-poort (zie Figuur 3).
2. Plaats een 3/8" pijpplug op de "B"-poort en haal
aan tot 33 Nm.
3. Los de borgmoer van het ontlastventiel om de
instelling mogelijk te maken van de instelschroef.
22
worden gebruikt, om te
de
voorspancilinder
volledig
is

Publicidad

loading