Draai De Bevestigingsbouten Vast Volgens Het; Installatie - Enerpac MTR-50 Manual De Instrucciones

Werkingscyclus
B-
A-
C-
D-
0
Hydraulisch
schema
B
PA
VR
S1 S2
EV1
De werking vindt als volgt in drie fasen plaats:
- Uitgaande plunjerslag;
- 90° rotatie van de spanarm (vindt plaats boven de
spanmal);
- ingaande plunjerslag (KLEMMEN VAN DE MATRIJS),
zie afb. 2 + 3.
WERKING
FASE 0-RUSTSTAND: De cilinder staat in ruststand met
ingetrokken plunjer. De spanarm bevindt zich in de
montageflens.
FASE 1-UITGAANDE SLAG: Door druk op aansluiting "A",
begint de plunjer aan de rechtlijnige slag tot einde slag
hetgeen wordt waargenomen door drukregelaar PA.
FASE 2-ZWENKEN: Drukregelaar PA bekrachtigt spoel S3
of S4 - naar keuze van gebruiker - van elektroklep EV2 die
zorgdraagt voor druk op aansluiting C of D waardoor de
spanarm 90º naar rechts of links draait afhankelijk van de
aansluiting (C = linksom, D = rechtsom). De plaatsgevonden
draaibeweging wordt gecontroleerd door naderings-
schakelaar FC1 of FC2, die door bekrachtiging van klep
EV1 aansluiting "B" onder druk zet.
FASE 3-SPANNEN: De druk op aansluiting "B" zorgt voor
de neerwaartse beweging van de spanarm tot de matrijs
wordt gespannen, hetgeen wordt aangegeven door
drukregelaar PB, die klep EV1 in ruststand brengt. De druk
in het systeem wordt door terugslagklep VR constant
gehouden. Eventuele drukverhogingen of -verminderingen
worden door drukregelaar PB gecorrigeerd.
FASE 4-ONTSPANNEN: Door aansluiting "A" onder druk te
zetten, komt klep VR vrij waardoor de plunjer weer terug
kan keren en vrijgave van de matrijs wordt verkregen
hetgeen wordt aangegeven door drukregelaar PA.
B- B-
A+ A-
C-
C-
D- D+
1 2
A C D
PB
FC1 FC1
S3 S4
EV2
illustratie 3
B+
B-
A- A+
C- C-
D-(+)
D+(-)
3 4
FASE 5-ZWENKEN: Met behulp van drukregelaar PA op
klep EV2 wordt aansluiting D of C onder druk gezet
waardoor de spanarm 90º in tegengestelde richting van
fase 2 draait. De plaatsgevonden draaibeweging wordt
gecontroleerd door naderingsschakelaar FC2 of FC1.
FASE 6-INGAANDE SLAG: Door het signaal van de
naderingsschakelaar wordt elektroklep EV1 bekrachtigd
waardoor aansluiting "B" onder druk komt te staan en de
spanarm terug kan keren in de montageflens. Door tussen-
komst van drukregelaar PB wordt de einde slag bepaald.
- De draainok is verlengd en komt buiten de cilinder. In de
nok bevinden zich 2 schroeven die tevens als naderings-
contacten dienen. Deze bewaken de plaatsgevonden
draaibeweging van de "spanarm" nok en geven toe-
stemming tot het verdere verloop van de cyclus.
Zie afb. 4 op blz. 19.
4.1 De spanarm kan onder een boog van 360º worden
geplaatst
OPGELET: Stelschroef 22 goed vastzetten. Het
verdient voorkeur de merktekens op de span-
arm en op het cilinderhuis tegenover elkaar
te plaatsen.
5 TOEPASSING
Het blokkeren geschiedt tijdens de trekbeweging.
OPGELET: Zie toe dat de uitgaande slag en de
draaibeweging van de plunjer met de spanarm
niet door mechanische obstakels worden
belemmerd.

5.1 Draai de bevestigingsbouten vast volgens het

opgegeven aanhaalmoment.
5.2 Controleer de oliedruk en -opbrengst. NOOIT de
opgegeven waarden overschrijven.
6

INSTALLATIE

BELANGRIJK: Overtuig u ervan dat iedere
gebruiker volledig begrip heeft van alle
instructies, veiligheidsvoorschriften,
waarschuwingen en de werking van deze
apparatuur om onjuist gebruik te voorkomen.
Raadpleeg uw leverancier indien u twijfelt
omtrent juist gebruik, de toepassing en
(plaatselijke) voorschriften.
17
B-
B+(-)
A-
A-
C+
C-
D-
D-
5 6
illustratie 2