Icoon aanwezigheid
bediener aan boord
De icoon Afb. 13.P licht op
wanneer de bediener niet op
de stoel zit (zie par. 7.2.2).
Icoon noodstopknop
De icoon Afb. 13.Q licht op
wanneer de noodstopknop is
geactiveerd (zie par. 6.5).
6.9.2
Knoppenbord (type "II") Afb. 13
Startknop van de machine
Met de sleutel volledig
ingestoken, schakelt deze knop
(afb. 13.A) de machine in en worden
alle functies ingeschakeld.
OPMERKING
Als aan alle veiligheidsvoorwaarden is
voldaan, licht het pictogram "READY"
op (Afb. 13.K) en is de machine
klaar voor gebruik (zie hfdst. 7.4).
Knop voor het inschakelen en
stoppen van de maai-inrichtingen
Wanneer de knop Afb. 13.B wordt
ingedrukt, worden de maai-inrichtingen
gekoppeld/ontkoppeld.
• Wanneer de maai-inrichtingen
zijn ingeschakeld, worden ze na
enkele seconden operationeel.
• Wanneer de maai-inrichtingen
worden ontkoppeld, wordt
tegelijkertijd een rem geactiveerd
die de rotatie ervan binnen
enkele seconden stopt.
OPMERKING
Het inschakelen van de messen
zonder het in acht nemen van de
voorgeschreven veiligheidsmaatregelen
veroorzaakt de stillegging van de
machine die niet meer kan worden
ingeschakeld (zie par. 7.2.2).
Knop voor vrijgave maaien
in de achteruitversnelling
Wanneer de knop
Afb. 13.C ingedrukt wordt gehouden,
wordt de vrijgave voor het maaien in
de achteruitversnelling gegeven.
Om achteruit te maaien, koppelt
u de maai-inrichtingen en houdt u
tegelijkertijd de knop ingedrukt.
OPMERKING
Als er geen vrijgave wordt gegeven
om achteruit te maaien, wordt dit
gesignaleerd door één geluidssignaal.
Knop inschakeling lichten
Druk op de knop afb. 13.D om
de lichten in/uit te schakelen.
Wanneer de lichten aan zijn, wordt
de icoon Afb. 13.L verlicht.
NL - 15