Probleem
8. De iconen Afb. 13.E en Afb. 13.N
blijven aan, de leds van de accu
1 en 3 knipperen.
Knoppenbord type "I" en "II"
Knoppenbord type "III"
9. De icoon Afb. 13.E blijft aan en
de acculeds 1, 3 en 5 knipperen.
Knoppenbord type "I" en "II"
Knoppenbord type "III"
10. De iconen Afb. 13.E en
Afb. 13.N blijven aan ende leds
van de accu 1, 2 en 4 knipperen.
Knoppenbord type "I" en "II"
Knoppenbord type "III"
11. De iconen Afb. 13.E en
Afb. 13.O blijven aan, de
leds van de accu 1, 2, 4 en 5
knipperen.
Knoppenbord type "I" en "II"
Knoppenbord type "III"
Oorzaak
Overtemperatuur van
de motoren van de
maai-inrichtingen:
Zware
werkomstandigheden.
De motoren van de maai-
inrichtingen slaan af:
1. Zware
werkomstandigheden.
2. Verstoppingen die de
rotatie van de maai-
inrichtingen verhinderen.
3. De maaigroep zit
vol met gras.
Overtemperatuur van
de tractiemotor:
1. Belasting van de
tractiemotor.
2. Te steile helling.
3. Teveel modder
op de wielen.
De machine is gestart en
het tractiepedaal is niet
losgelaten (niet in vrijstand).
NL - 34
Oplossing
Leg de machine stil, wacht minstens 5
minuten en start ze daarna opnieuw.
Verminder de voortbewegingssnelheid.
Verhoog de maaihoogte.
Verminder de voortbewegingssnelheid.
Verhoog de maaihoogte.
Verwijder de verstoppingen.
Reinig de maaigroep.
Leg de machine stil en wacht minstens 5 minuten
voordat u de startprocedure herhaalt.
Verminder de voortbewegingssnelheid.
Verlaag de snelheid en controleer
de helling waarop u werkt.
Controleer of de wielen niet geblokkeerd
zijn en reinig ze eventueel.
Schakel de machine uit en herhaal de startprocedure
pas nadat u heeft gecontroleerd dat het tractiepedaal
in de vrijstand staat (pedaal losgelaten).