Montagevoorwaarden; Plaats Van Opstelling Van De Ro / Voorwaarden; Eisen Aan Het Voedingswater; Werkdruk - BWT THERO 90PRO Instrucciones De Montaje Y Manejo

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 80
NL

1.7 Montagevoorwaarden

1.7.1 Plaats van opstelling van de RO /
voorwaarden
Het apparaat moet worden geïnstalleerd op
een locatie waar op een eenvoudige manier
een aansluiting op de waterleiding tot stand
kan worden gebracht.
Een aansluitpunt op de riolering en een apart
aansluitpunt op de netspanning (100-230 V,
50 Hz) moeten dicht in de buurt aanwezig zijn.
Het apparaat moet op een geaard stopcontact
worden aangesloten.
De spanningsvoorziening en de noodzakelijke
voedingswaterdruk moeten permanent
gewaarborgd zijn.
Nationale richtlijnen en verordeningen:
Neem de lokale algemene normen, richtlijnen
en de technische gegevens in acht.
Vorstbeveiliging en omgevingstemperatuur:
De plaats van installeren moet droog en vorst-
vrij zijn en het apparaat beschermen tegen
chemicaliën, kleurstoffen, oplosmiddelen en
dampen.
Indien het leidingwater met oxiderende des-
infectiemiddelen (chloor, chloordioxide enz.)
wordt behandeld, moet er absoluut een actief
koolstoffilter worden voorgeschakeld.
Een verdere voorbehandeling moet al naar
gelang van de voedingswaterkwaliteit worden
vastgelegd.
Kwaliteit van het leidingnetwerk
Let op: In het permeaatbereik mogen
uitsluitend corrosiebestendige materi-
alen worden gebruikt.
Elektrische storende invloeden:
De emissie van storende invloeden
( spanningspieken, hoogfrequente elektromag-
netische velden, spanningsfluctuaties...) door
de elektrische installatie mag de in EN 61000-
6-4 vermelde waarden niet overschrijden.

1.7.2 Eisen aan het voedingswater

Er mag uitsluitend koud water aan het appa-
raat worden aangevoerd dat voldoet aan de
wettelijke eisen inzake de drinkwaterkwaliteit
en de kwaliteitseisen zoals deze in tabel 6 zijn
vermeld.
59
Analyse van het lokale voedingswater:
Iedere afwijking van het gebruik volgens de be-
oogde bestemming, bijv. ontzilting van ontoe-
laatbare voedingswaterkwaliteit (geen drinkwa-
ter), kan tot onherstelbare gezondheidsschade
en materiële schade leiden (bijv. ongewenste
microbiële besmetting van het RO-apparaat).

1.7.3 Werkdruk

Er is een minimale werkdruk nodig om de opti-
male werking van het apparaat te waarborgen.
Bovendien dient de waterdruk niet hoger te
worden dan de maximaal toelaatbare druk.
Let op: De ingangsdruk van het
voedings water dient zich absoluut
tussen 1,0 en 4,0 bar (Ill. 3) direct op
de RO te bevinden.
4
6
2
8
1
10
Ill. 3: Drukweergave van het ingangswater.
Attentie: Indien de druk hoger dan
4,0 bar is, moet er een drukreduceer-
ventiel worden geïnstalleerd.
Attentie: Indien de druk lager dan
1,0 bar is, moet er een hydrofoor
worden geïnstalleerd.
• Het is aan te bevelen om een afsluiter aan
de ingangszijde van het apparaat te monte-
ren, zodat de voedingswatervoorziening kan
worden onderbroken bij onderhoudswerk-
zaamheden.
• De door de klant te installeren aanvoerlei-
ding en afsluiter dient minimaal in DN 10 te
zijn uitgevoerd. Bij een te kleine diameter van
de aanvoerleiding bestaat het gevaar dat de
RO wordt onderbroken wegens onvoldoende
waterdruk resp. bij een te geringe door-
stroomhoeveelheid, bijv. tijdens het spoelen
van de omgekeerde-osmosemembranen.
• Het installeren van een drukverminderaar
kan een verlaging van de doorstroming tot
gevolg hebben.

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido